Samenvatting: Muziekgeschiedenis
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Muziekgeschiedenis
-
1 De Middeleeuwen (400-1400)
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan middeleeuwse kunst worden gekenmerkt?
Toewijding. Kunst was ondergeschikt aan het eren van hun Heer. -> anonieme kunstenaars. -
Wat was de eerste genoteerde muziek in de Westerse geschiedenis?
Gregoriaanse muziek: vocale muziek op Latijnse teksten, gebruikt tijdens de christelijke dienst. -
Wat zijn de kenmerken van Gregoriaanse muziek?
Mannenstemmen (of vrouwen maar niet gemengd)- Vocale muziek
- Eenstemmig
Onbegeleid - Geen maatsoort
- Latijnse teksten
- Liturgisch gebruik
- Laatste noot twee keer zo lang gezongen
-
Wat is de christelijke eredienst in de kerk en in het klooster?
- Kerk: De mis. De rituele opvoering van het laatste avondmaal met de vaste gezangen: Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus dei.
- Klooster: Officie.
- Kerk: De mis. De rituele opvoering van het laatste avondmaal met de vaste gezangen: Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus dei.
-
Welke overgang ontstond in de 9e eeuw?
Van eenstemmige naar meerstemmige muziek. Het Organum ontstond: de eerste nauwkeurig beschreven vorm van (vroeg) polyfone muziek. Organum is de methode van verdubbelen. -
Welke soorten Organum waren er?
- Parallel Organum: een lied dat tegelijkertijd in hetzelfde tempo en ritme op 2 verschillende toonhoogtes gezongen wordt.
- Niet-strikt parallel Organum: de toonhoogten lopen min of meer parallel maar niet helemaal.
- Vrij Organum: niet langer noot-tegen-noot.
- Parallel Organum: een lied dat tegelijkertijd in hetzelfde tempo en ritme op 2 verschillende toonhoogtes gezongen wordt.
-
Wat ontstond na het Organum en wanneer?
Middeleeuwse polyfonie met modaal ritme in de 13e eeuw:
De muziek van de school van Notre Dame de Paris (Leoninus en Perotinus) bestond uit korte ritmische patronen die werden herhaald. Dezelfde noten werden gebruikt als bij het Gregoriaans dus er ontstond een notatieprobleem want het ritme kon niet worden genoteerd. Het werd opgelost door aan het begin van ieder stuk mbv notengroepen in een bepaalde volgorde het bedoelde ritmische patroon aan te geven. -
Wat werd in de 13e eeuw uitgevonden?
Mensurale notatie: muzieknotatie waarin maatsoorten en notenwaarden werden geïntroduceerd. -
Welke muziek ontstond in de 14e eeuw en wat is een voorbeeld?
De middeleeuwse polyfonie met mensuraal ritme.
Voorbeeld: Motet 'Messe de Notre Dame' van Guillaume de Machaut. -
2 De Renaissance (1400-1600)
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de Renaissance? Waar en wanneer speelde het af?
De wedergeboorte van de klassieke oudheid. De ideeën uit de oudheid mbt architectuur, filosofie en mythologie werden gebruikt als inspiratie in de Renaissance. (Italië en Noord-Europa, 1400-1600)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden