Samenvatting: Mvt
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van MVT
-
Communicatie en lichaamstaal
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/06/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Er zijn drie hoofdcomponenten in communicatie:
- De betekenis van woorden
- De intonatie van de stem
- De non-verbale informatie of ook wel de communicatie met gebaren.
-
Welke componenten vallen onder het betrekkingsniveau, en welke componenten gaan over het inhoudelijke niveau?
- Verbale vaardigheden (betekenis van woorden) vallen onder het inhoudsniveau
- Non-verbale vaardigheden (intonatie/gebaren) vallen onder het betrekkingsniveau
- Verbale vaardigheden (betekenis van woorden) vallen onder het inhoudsniveau
-
Bij een boodschap die voor 100% begrepen wordt, wordt er gebruik gemaakt van alle componenten, hoe is de verhouding van die componenten in%
- De betekenis van woorden = 7%
- De intonatie = 38%
- De lichaamstaal en gebaren = 55% (A. Mehrabian)
-
Welke factoren een rol spelen bij nonverbale communicatie?
- Lichaamshouding
- Beweging en gebaren
- Gelaatsuitdrukkingen
- Oogcontact 6
- Stemtaal
- Omgang met ruimte: Inter-persoonlijk en intra-persoonlijk
- Lichaamshouding
-
Persoonlijke ruimte van Edward T Hall
- De intieme zone (0-45 cm) Close relation; knuffelen, fluisteren
- De persoonlijke zone (45-120 cm)familieleden, goede vrienden; hoe dichter mensen bij elkaar staan, kan indicator voor hoe goed je vriendschap is
- De sociale zone (120-360 cm) Bekenden, collega's
- De publieke zone (360-750 cm of meer) vergaderingen, presentaties
-
Welke vier niveaus van luisteren zijn er?
- Negeren
- Selectief luisteren
- Luisteren met aandacht
- Empathisch luisteren
-
Wat zijn de objectieve pijlers voor beweging van Laban (Fysieke kwaliteiten van de bewegende persoon)
- Ruimte: Een kant op gericht of alle kanten op
- Gewicht: Wordt een beweging met veel massa uitgevoerd
- Tijd: Snel of langzaam
- Flux: De spierspanning, stijf of soepel
-
Wat zijn de subjectieve of kwalitatieve pijlers voor beweging? (attitude van de bewegende persoon)
- Ruimte: de flexibiliteit of directheid van aandacht, attentie, open- gesloten
- Gewicht: de sensitiviteit of krachtdadigheid, de intentie of motivatie
- Tijd: beslissen, uitstellen, timing, organisatie, anticiperen, en planning
- Flux: het gemak of de beperking van de handeling, vloeiend of schokkerig of houterig
-
Welke drie overwegingen moet je nemen om te komen tot keuzes en de methode van je presentatie
- Doel en/of kernvraag: bv informeren, verkopen, teambuilding, brainstormen, weerstand wegnemen
- Publiek
- Hulpmiddelen en/of situatie: bv informatie en kennis verzamelen, spreektijd, audio visuele middelen, ruimte, map oid.
- Doel en/of kernvraag: bv informeren, verkopen, teambuilding, brainstormen, weerstand wegnemen
-
e
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/06/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie stijlen van leiding geven zijn er?
- Autoritaire stijl
- Democratische stijl
- Laisser Faire stijl
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden