Schimmelinfecties

50 belangrijke vragen over Schimmelinfecties

Waar bestaat de celwand van schimmels uit?
A. Uit mono-saccariden.
B. Uit lipo-polysachariden.
C. Uit polysachariden.
D. Uit lipiden.

C.

Open vraag: Hoeveel groepen schimmels zijn er? Noem ze allemaal.

3. Dimorfe schimmels, filamenteuze funghi (schimmels), gisten.

Open vraag: Hoeveel typen species schimmels zijn er en hoeveel zijn bekend die ziekten kunnen veroorzaken bij mens en dier.

100 000 species, er is van 500 bekend dat ze ziekten veroorzaken bij mens en dier.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Van de 500 species die ziekten veroorzaken zijn:
A. Allemaal opportuun.
B. Allemaal veroorzaken altijd een infectie.
C. Sommigen zijn opportuun en anderen veroorzaken nooit een infectie.
D. Sommigen zijn opportuun en anderen veroorzaken altijd een infectie.

D.

Waardoor wordt je ziek van een schimmel? Meerdere antwoorden kunnen goed zijn.
A. Toxische metabolieten.
B. Geinhaleerde sporen.
C. Opeten van een truffel.
D. Al het bovenstaande is goed.

A en B.

Open vraag: Geef 3 manieren waardoor je door een schimmel geinfecteerd kunt raken.

Inhalatie, ingestie en geforceerd binnendringen.

Wanneer is een schimmel commensaal?
A. Altijd.
B. Nooit.
C. Bij een verstoorde afweer.
D. Ligt aan de schimmel.

C.

Wat zijn de echte pathogenen bij systemische infecties?
A. Gisten.
B. Dermatofyten.
C. Dimorfe schimmels.
D. Zygomycyten.

C.

Open vraag: Noem de opportune schimmels bij een systemische infectie (noem er 3).

Candida, aspergillus en cryptococcus.

Open vraag: Noem 3 schimmels die subcutane infecties veroorzaken.

Mycetoma, sporotrichosis en chromoblastomycosis.

Wanneer komen opportune schimmels voor bij systemische infecties?
A. Als de patient immuncompetent is.
B. Als de patient immuungecompromitteerd is.
C. Als de patient allergies is.
D. Ze kunnen altijd voorkomen.

B.

Open vraag: Vanuit welk orgaan verspreiden de schimmels zich door het lichaam bij een systemische infectie?

Vanuit de longen.

Open vraag: In welke temperaturen kunnen dimorfe schimmels groeien en hoe heten ze dan?

25°C = schimmel, 37°C = gist.

Hoeveel soorten species aspergillus zijn er?
A. 5000.
B. 1000.
C. 200.
D. 5.

C.

Wat voor soort schimmel is de aspergillus en wat gebeurt er met de conidia deze schimmel?
A. Coelomycytes.
B. Hyphomycytes.
C. Mycelia sterilia.
D. Dermatofyt.

B. De conidia worden niet in speciale structuren gevormd.

Open vraag: Noem de 5 bekendste aspergillus stammen en geef van elk een korte beschrijving.

A. fumigatus, columnair uniseriaat, groene kolonie
A. clavatus, radiair uniseriaat.
A. niger, radiair biseriaat, zwarte kolonie.
A. terreus, columnair, biseriaat, kaneelkleurige kolonies.
A. flavus, biseriaat, columnair.

Wanneer is een aspergillosis niet infectieus?
A. Bij allergie door inhalatie sporen.
B. Bij immuuncompetenten.
C. Het is nooit infectieus.
D Het is altijd infectieus.

A.

Open vraag: Wat is het verschil bij aspergillosis tussen immuuncompetenten en immuungecomprimeerde patienten?

Bij immuuncompetenten kan aspergillus voor een kleine lokale infectie zorgen, bij immuungecomprimeerden kan inhalatie van aspergillus sporen voor levensbedreigende invasieve infecties zorgen.

Als een immuungecomprimeerde last heeft van aspergillus kan hij dan ook door een andere schimmel geinfecteerd worden?
A. Ja, namelijk een ascomycyt.
B. Ja, namelijk een zygomycyt.
C. Ja, namelijk een dermatofyt.
D. Nee.

B.

In welke gevallen zijn invasieve infecties van aspergillus een groot probleem?
A. Bij HIV en Astma.
B. Bij HIV en leukemie.
C. Bij orgaantransplantaties en leukemie.
D. Bij HIV en bij orgaantransplantaties.

C.

Waar zorgt A.fumigatus meestal voor?
A. Infasieve aspergilosis.
B. Voetschimmel.
C. Aspergilloma.
D. Cutane infecties.

A.

Open vraag: Is het verstandig om een breed spectrum antibiotica te gebruiken bij infasieve aspergilloma?

Nee, want het werkt niet.

Wat is een symptoom van infasieve aspergilloma?
A. Hevige hoeststoten.
B. Hoge koorts.
C. Ernstige vermoeidheid.
D. Aspergilloma heeft meestal geen symptomen.

B.

Open vraag: Welk orgaan wordt het meest geinfecteerd bij infasieve aspergilloma?

De longen.

Wat is het gevolg van desiminerende infecties naar ander organen?
A. Osteomylitis, endophtalmitis, endocarditis.
B. Osteomilitis, endophtalmitis, syptische embolie, trombose en infarct.
C. Endocarditis en meningitis.
D. Uitval van zenuwen.

B.

Met welke kleuring wordt de aspergilloma aangetoond?
A. Met een gramkleuring.
B. Met de gommorikleuring.
C. Met de HE kleuring.
D. Met een zilverkleuring.

D.

Open vraag: Noem 3 symptomen van aspergilloma.

Opgeven van bloed, asymptomische matige hoest en opgeven van sputum.

Open vraag: Wat is een aspergilloma?

Een schimmelbal die een litteken gevormd door een eerdere ziekte of abces bewoond (meestal in de longen).

Met welke bacterie wordt een aspergilloma meestal geassocieerd?
A. S.aureus.
B. Pneumokokken.
C. TBC.
D. Bordatella pertussis.

C.

Open vraag: Welke schimmel zorgt meestal voor de aspergilloma?

A.niger.

Open vraag: Door welke 2 schimmels wordt sinusitus veroorzaakt?

A.fumigatus en A.flavus.

Welke stellingen zijn juist:
1: Sinusitus is langzaam progressief bij immuuncompetenten.
2: Sinusitus is snel progressief bij immuunstoornissen.
3: Sinusitus wordt veroorzaakt door A.niger.
4: Sinusitus is langzaam progressief bij immuunstoornissen.
5: Sinusitus verspreid door bot naar orbita en hersenen.

1,2 en 5.

Aspergillus niger is een van de grootste veroorzakers van respiratoire infecties. Is deze stelling juist?

Nee.

Zet bij de beweringen of deze juist of onjuist zijn over allergische bronchopulmonale aspergillose.

A. Komt voor bij personen met verhoogd IgE.
B. Komt niet voor bij astmatische mensen.
C. Periodes van bronchiale obstructie en long consolidatie.
D. Pulmonale basofilie.
E. Groei abcessen van mycelium.

A. Juist.
B. Onjuist.
C. Juist.
D. Onjuist (pulmonale eosinofilie).
E. Onjuist (groei in luchtwegen van mycelium)

Open vraag: Waar zorgt KOH voor?

KOH lost eiwitmateriaal tussen cellen op en verbleekt het pigment.

Open vraag: Waar zorgen calcofluorwhite of blanchophor voor?

Hechting aan celwand bestanddelen (celwand kleurt blauw).

Open vraag: Aan welk celwandbestandsdeel hechten calcofluorwhite en blacophor?

Chitine.

Wat is de meest voorkomende labcontaminatie? Bij welke temp groeit het het beste?
A. A.fumigatus; 45°C
B. Penicillium; 25 °C
C. A.fumigatus; 37°C
D. T.rubrum; 37°C.

A.

Welke stelling over A.clavatus is onjuist?
A. Is uniseriaat en radiair.
B. Vaak pathogeen.
C. Kan allergie geven.
D. Vesicula is langwerpig en knotsvormig.

B. (Soms pathogeen).

Wanneer doe je een huidtest?
A. Bij een schimmelinfectie.
B. Bij een infectie waarvan onbekend is welk pathogeen het is.
C. Bij allergische aspergillose.
D. Bij vermoeden van een schimmelinfectie.

C.

Op welke reactie wordt gelet bij de huidtest?
A. 70% delayed type II arthus reactie.
B. 70% delayed type III arthus reactie.
C. Delayed type III immuunrespons.
D. Versnelde immuunreactie.

B.

Wat voor product is galactomannan?
A. Een intracellulair product.
B. Een extracellulair product.
C. Een Celwandlaag.
D. Een cytoplasmalaag.

B.

Wat wordt gebruikt bij aspergillus behandeling?
A. Azolen.
B. Breed spectrum antibiotica.
C. Breed spectrum antimycotica.
D. Smal spectrum antimycotica.

A.

Wat is de tweede keus voor behandeling van een schimmel? En waarom wordt dit liever niet gebruikt?
A. Amfotericine B.
B. Itraconazole.
C. Metronidazole.
D. (Profylace) vericonazol.

A. Omdat het toxisch is met name voor de nieren.

Open vraag: Welke type penicilium is pathogeen?

Penicillium marneffei.

Wanneer komt penicillium voor bij mensen?
A. Als mensen allergisch er voor zijn.
B. Als secundaire infectie van een andere schimmel.
C. Bij AIDS patienten.
D. Niet.

C.

Wat voor schimmel is penicilium marneffei?
A. Een dimorfe schimmel.
B. Een dermatofyt.
C. Een gist.
D. Een zygomyceet.

A.

Heeft de penicillium marneffei een snelle groei?

Ja.

Wat is de beste behandeling voor penicilium marneffei?
A. Vericonazol.
B. Vericonazol na 2 weken gevolgd door amphothericine B.
C. Amphothericine B na 2 weken gevolgd door itraconazole.
D. Itraconazole na 2 weken gevolgd door vericonazol.

C.

Open vraag: Wat zijn dermatocycosen en waar worden ze door veroorzaakt?

Ziekten van de huid, haar en nagels veroorzaakt door schimmels. Door dermatofyten.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo