Samenvatting: N Filosofie H1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van N filosofie h1

• 1 hfst 1 Wijsgerige antropologie + aantekeningen (muv 1.3)

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de vier belangrijkste visies op lichaam en geest?

  De visies zijn:
  

  1. Dualisme (Plato, Descartes) - scheiding tussen lichaam en geest.
  2. Materialisme (De La Mettrie) - geest is een product van fysieke processen.
  3. Fenomenologie (Merleau-Ponty) - ervaring van het lichaam.
  4. Actor-netwerktheorie (Latour) - interrelatie tussen actoren (mens en niet-mens).

• Wat zijn de belangrijkste standpunten van de vertegenwoordigers van deze visies?

  1. Plato - onsterfelijke ziel.
  2. Descartes - "Cogito, ergo sum"; gescheidenentiteit van lichaam en geest.
  3. De La Mettrie - mens als machine; alles is materiaal.
  4. Merleau-Ponty - lichaam vormt ervaring; inseperabiliteit.
  5. Latour - actoren construeren werkelijkheid; netwerk perspectief.

• Wat zijn de punten van kritiek tussen de stromingen en wat is jouw standpunt?

  1. Dualisme vs. Materialisme - lichaam/geest scheiding versus eenheid.
  2. Fenomenologie vs. Actor-netwerktheorie - subjectieve ervaring versus netwerkanalyse.
  3. Mijn standpunt: een integratieve benadering kan betere inzichten bieden.

• Wat is het verschil tussen transcendentie en immanentie?

  1. Transcendentie - iets dat buiten het fysiek waarneembare ligt, bovennatuurlijk.
  2. Immanentie - alles is binnen de werkelijkheid, geest en lichaam zijn niet gescheiden.

• Waarom is de ziel volgens Plato en Socrates onsterfelijk?

  1. Dualistisch denken - ziel is gescheiden van het lichaam.
  2. Kennis als herinnering - leren is herinneren van pre-existente kennis.
  3. Ziel en de vervulling van deugd - ziel kan steeds opnieuw groeien en evolueren.

• Wat betekent Descartes met res extensa en res cogitans?

  1. Res extensa - fysieke substantie, het materiële.
  2. Res cogitans - denkende substantie, het geestelijke.
  3. Scheiding - benadrukt de dualiteit tussen lichaam en geest.

• Wat is het inter actieprobleem?

  
  

  1. Probleem van hoe geest invloed heeft op de fysieke wereld.
  2. Dualisme roept vragen op over interactie tussen lichaam en geest.
  3. Voorbeeld: Hoe wilskracht lichamelijk gedrag beïnvloedt.

• Wat bedoelt Helmuth Plessner met centriciteit en excentriciteit?

  1. Centriciteit - het centrum van ervaringen als subject.
  2. Excentriciteit - de mogelijkheid om buiten zichzelf te treden, reflectie op het zelf.
  3. Excentrische positionaliteit - invloed op interactie en relaties met anderen.

• Wat zijn de verschillende standpunten over het verschil tussen mens en dier?

  1. Mens als rationeel wezen; beschikt over bewustzijn.
  2. Dier - instinctief; gedragingen gebaseerd op overleving.
  3. Ethiek - discussie over morele status en rechten.

• Wat zijn de vier belangrijkste filosofische opvattingen over emoties?

  1. Cognitieve theorie - emoties zijn gebaseerd op cognitieve beoordelingen.
  2. Behaviorisme - focus op waarneembaar gedrag, minder op interne staat.
  3. Gevoelspsychologie - wemend is subjectief; persoonlijke ervaring staat centraal.
  4. Biologische theorie - emoties als biologische reacties met fysiologische basis.