Kookpunt en smeltpunt

11 belangrijke vragen over Kookpunt en smeltpunt

Bijna elke zuivere stof heeft een eigen, kenmerkend kookpunt, smeltpunt en stolpunt.
  • Smeltend ijs heeft een temperatuur van ....
  • Deze temperatuur heet het.....van water en het ... van ijs

  • Smeltend ijs heeft een temperatuur van 0 graden Celsius
  • Deze temperatuur heet het vriespunt van water en het smeltpunt van ijs.

Heeft een mengsel van ijs en zout  een hoger of lager smeltpunt dan zuiver ijs.

LAGER

Vergelijk het koken van een pan met water en het verdampen van een plas water met elkaar.

  1. Hoe verandert het water in deze twee situaties van fase?
  2. Leg voor beide situaties uit waar de fase-overgang plaatsvindt.
  3. Waaraan kun je zien dat water kookt en niet 'gewoon' verdampt?

  1. In beide situaties gaat de vloeibare fase over in de gasvormige fase.
  2. Bij verdampen vindt de fase-overgang alleen plaats aan het oppervlak van de vloeistof. Bij koken zowel aan het oppervlak als in de vloeistof zelf.
  3. Als water kookt ontstaan er dampbellen onder het vloeistofoppervlak. Bij verdampen ontstaan er geen dampbellen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Jeroen is rijst aan het koken op zijn gasfornuis. Als het water begint te koken, zet hij de warmtebron lager. Het water kookt dan zachtjes verder.


  1. Hoe hoog is de temperatuur van het kokende water?
  2. Duurt het langer voor de rijst gaar is, als je de warmtebron lager zet?
  3. Waarom is het verstandig de warmtebron lager te zetten?

  1. 100 graden C
  2. Dat duurt niet langer, want de temperatuur van het water blijft 100 °C.
  3. Zo verbruik je minder elektriciteit en zijn je energiekosten lager.

Bij deze opdracht heb je grafiekpapier  en je werkboek nodig.
Peter verwarmt een vloeistof. Hij neemt om de halve minuut de temperatuur van de vloeistof op. Zijn waarnemingen staan in tabel 2.

a. Teken een grafiek van Peters waarnemingen, met de tijd langs de horizontale en de temperatuur langs de verticale as.
Zie de vaardigheid Werken met tabellen en grafieken.
Zet een x in het invulvak om je grafiek na te kunnen kijken.
b. Hoe hoog is het kookpunt van de vloeistof?
c. Om welke vloeistof zou het kunnen gaan?

A.
b. 78 graden C
c. Alcohol

Neem je werkboek voor deze opdracht
Gallium is een metaal met een zilverwitte kleur. Het smeltpunt van gallium is 29 °C en het kookpunt is 2205 °C.

  1. Hoe ziet het metaal gallium eruit bij kamertemperatuur?
  2. Wat is er bijzonder aan het smeltpunt en kookpunt van gallium?
    Tip: vergelijk het smeltpunt en kookpunt van gallium met het smeltpunt en kookpunt van andere stoffen in tabel 1.
  3. In feestwinkels kun je theelepeltjes van gallium kopen. Wat gebeurt er als je je warme thee met zo'n lepeltje doorroert?
    Tip: kijk ook eens op YouTube.

  1. Gallium is een vaste stof met een zilverwitte kleur.
  2. Het verschil tussen het kookpunt en het smeltpunt is uitzonderlijk groot.
  3. Het lepeltje van gallium smelt dan.

In de winter wordt er soms zout gestrooid op een bevroren wegdek. Het ijslaagje smelt dan.


Is de temperatuur van het smeltwater dan hoger dan, lager dan of gelijk aan 0 °C? Licht je antwoord toe.

De temperatuur van het smeltwater is dan lager dan 0 °C. Door het toevoegen van zout wordt het vriespunt verlaagd.
Water met daarin zout opgelost bevriest pas (en smelt al) bij een temperatuur beneden 0 °C.

Allette heeft een hoeveelheid stearine gesmolten.
Ze laat de stearine vervolgens langzaam afkoelen, terwijl ze om de minuut de temperatuur opneemt.
Na de proef maakt ze een grafiek van haar waarnemingen (figuur 7).



  1. Hoe noem je het soort grafiek dat Allette gemaakt heeft?
  2. In welke fase is de stearine bij A?
  3. In welke fase is de stearine bij C?
  4. Tussen welke tijdstippen is er zowel vloeibare als vaste stearine aanwezig?
  5. Hoe hoog is het stolpunt van de stearine?

  1. Stoldiagram
  2. in vloeibare fase
  3. vaste fase
  4. Tijdens het stollen is er zowel vloeibare als vaste stearine aanwezig. De temperatuur blijft dan constant (stolpunt), dus dat is tussen 2 en 6 minuten.
  5. 70 graden C


Yemi doet dezelfde proef als Allette, maar gebruikt een twee keer zo grote hoeveelheid stearine. Zij maakt ook een grafiek van haar waarnemingen. Waarom ziet die grafiek er ongeveer hetzelfde uit

Het stolpunt is een stofeigenschap en hangt dus niet af van de hoeveelheid stearine. Alleen bij grafiek b is het stolpunt 70 °C.

Bij een demonstratie wordt vloeibaar stikstof uit een dewarvat (een soort thermosfles) in een bekerglas geschonken (figuur 9).

  1. Hoe komt het dat de stikstof meteen 'uit zichzelf' begint te koken?
  2. Welke temperatuur heeft de kokende stikstof in het bekerglas? Waarom?
  3. Waaruit bestaat de witte nevel die rond het bekerglas ontstaat?
  4. Op het bekerglas ontstaat ijsaanslag. Verklaar hoe dat komt.

  1. ?
  2. ?
  3. ?
  4. ?

Bij deze opdracht heb je grafiekpapier en werkboek nodig.
Orhan smelt een hoeveelheid bijenwas in een reageerbuis. Ondertussen meet hij de temperatuur. In tabel 3 zie je zijn meetresultaten.


  1. Teken het smeltdiagram van deze proef.
  2. Na hoeveel minuten begint de bijenwas te smelten
  3. Hoe hoog is dan de temperatuur?
  4. Hoe hoog is dan de temperatuur?
  5. Is bijenwas een zuivere stof of een mengsel? Waaraan zie je dat?


2. Na 2 minuten
3. 40 graden C
4. Na 9 minuten
5. 60 graden
6. In de grafiek zie je dat tijdens het smelten de temperatuur stijgt. Bijenwas heeft een smelttraject en is dus een mengsel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo