Samenvatting: Naslagwerk Ondernemingsrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Naslagwerk ondernemingsrecht
-
1 Inleiding
-
1.1 Begrip onderneming
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe verhouden de begrippen onderneming en vennootschap zich tot elkaar?
Een vennootschap is niet hetzelfde als een onderneming. Een onderneming is een zaak die wordt gedreven om winst te maken. De vennootschap is de vorm waarin zo'n onderneming kan worden gegoten. Er kan echter ook sprake zijn van een onderneming, zonder dat er sprake is van een vennootschap (denk aan een zzp'er). Er kan ook sprake zijn van een vennootschap, zonder dat er sprake is van een onderneming (denk aan een lege bv). -
1.2 Verhouding vennootschap-onderneming
-
Een vennootschap kan een onderneming drijven. Noem de drie benaderingen als het gaat om de verhouding tussen de vennootschap en de onderneming.
- Reële benadering ('hebben'): een onderneming behoort toe aan de vennootschap (art. 5 lid 1 Hrgw).
- Instrumentele benadering ('drijven'): de vennootschap drijft de onderneming. De onderneming staat min of meer in dienst van de eigenaar (om winst te maken).
- Institutionele benadering ('in stand houden'): de vennootschap houdt de onderneming in stand. De onderneming wordt gezien als een zekere zelfstandige institutie (zie ook art. 1 lid 1 sub c WOR).
- Reële benadering ('hebben'): een onderneming behoort toe aan de vennootschap (art. 5 lid 1 Hrgw).
-
1.3.1 Wat is het handelsregister?
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het handelsregister en door wie wordt het gehouden? Noem het relevante wetsartikel.
Het handelsregister is het basisregister voor ondernemingen en rechtspersonen en wordt gehouden en onderhouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken (art. 3 lid 1 Hrgw). -
Wat houdt 'de rotsfunctie van het handelsregister' in?
Het publiek of een wederpartij moet op de informatie die in het handelsregister staat kunnen vertrouwen als een rots. We nemen alles wat in het register staat voor waar aan. -
1.3.2 Inschrijvingsplicht
-
Wie en wat hebben een inschrijfplicht?
Ondernemingen en rechtspersonen (art. 2 sub cHrgw ). Ondernemingen op grond van art. 5 Hrgw en rechtspersonen op grond van art. 6 Hrgw. -
Hoe werkt de inschrijving van een rechtspersoon die ook een onderneming drijft?
De rechtspersoon is slechts eenmaal inschrijfplichtig. De inschrijving van de onderneming geldt dan als inschrijving van de rechtspersoon (art. 7 Hrgw). -
Wat gebeurt er als een rechtspersoon of onderneming zich niet inschrijft?
Het is verboden om niet te voldoen aan de inschrijfplicht (art. 47 Hrgw). Het betreft een economisch delict. Er is sprake van een strafbaar feit op grond van de Wet op de Economische Delicten. -
1.3.3 De positie van derden
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de positie van een derde die handelt met de ingeschreve?
De derde mag vertrouwen op de juistheid van de ingeschreven gegevens (art. 25 lid 1 Hrgw). Zolang wijzigingen niet in het handelsregister zijn ingeschreven en de derde onkundig is van de wijzingen dan mag hij nog steeds vertrouwen op de gegevens die zijn ingeschreven. -
Hoe moet de 'onkundigheid van een derde' worden beoordeeld?
De onkundige derde is een subjectief criterium: was de betreffende derde daadwerkelijk niet op de hoogte? Niet van belang is dus of de derde op de hoogte had kunnen of behoren te zijn. -
Op wat voor manier wordt de ingeschreven rechtspersoon of onderneming beschermd?
Een derde kan geen beroep doen op onwetendheid als een onderneming of rechtspersoon alle gegevens netjes en juist heeft ingeschreven. Met andere woorden: op het tijdstip dat de gegevens juist en volledig zijn bekendgemaakt (lees: ingeschreven in het handelsregister) kan een derde geen beroep doen op onwetendheid.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden