Samenvatting: Nasm Pt Theorietoets Ii

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van NASM PT Theorietoets II

• NASM PT Theorietoets CORE/BALANCE/PLYMOMETRIE

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 25/07/2016
  Laat hier meer flashcards zien

• Benoem de 3 fases van trainen en benoem per fase wat kenmerkend is van de CORE oefeningen en in welke fase deze wordt beoefend. Benoem per fase ook 2 bijbehorende core oefeningen.

  - Stabilization (Fase 1), core oefeningen vergen bijna tot geen beweging van de wervelkolom en heup.
  Bijbehorende oefeningen: Marching, Floor bridge OF Floor prone cobra / Prone iso ab.
  
  - Strength (Fase 2,3,4), core oefeningen vergen meer dynamische beweging.
  Bijbehorende oefeningen: Ball crunch, Back extensions, Reverse crunch, cable rotations.
  
  
  - Power (fase 5), core oefeningen zorgen voor een grote rate of force production.
  Bijbehorende oefeningen: Rotation chest pass, MB pullover throw, Front MB oblique throw, Soccer throw.

• Benoem de acute variabelen van de core oefeningen in de stabilisatiefase.

  STABILISATIE FASE
  1 - 4 oefeningen
  1 -4 sets
  12-20 reps
  langzaam tempo (4/2/1)
  Rust: 0-90s

• Wat is kenmerkend voor de balance Stabilization, de balance strength en de balance powerfase? Benoem per fase de kenmerken en 2 bijbehorende oefeningen.

  Balance Stabilization: Proprioceptief, weinig beweging in de gewrichten (statisch).
  Oefeningen: SL Balance, SL lift and chop, SL, throw and catch, SL hip int/external
  
  Balance strength: Dynamische beweging van het balansbeen met isometrische balans aan het einde van de ROM.
  Oefeningen: SL squat, squat touchdown, romanian DL, MP step up to balance, MP lunge to balance.
  
  
  Balance power: Zorgen voor goede afremmende functie. Van bewegen naar stilstaan.
  Oefeningen: MP hop + Stabilization, MP SL box hop up/down w/ stabilization,

• Benoem de acute variabelen van de balans oefeningen in de stabilisatiefase.

  1-4 oefeningen
  1-3 sets
  12-20 herhalingen (6-10 single leg)
  laag tempo
  Rust: 0-90s.

• Benoem de acute variabelen van de balans oefeningen in de powerfase.

  0-2 oefeningen
  2-3 sets
  8-12 reps
  Gecontroleerd tempo, behoud landing voor 3-5 sec.
  Rust: 0-60s

• Benoem de 3 fases van plyometrie en leg uit wat er gebeurd in die fases en benoem 2 bijbehorende oefeningen.

  Plyo stabilisatie fase: Oefeningen met weinig beweging in de gewrichten. gericht op de landing.
  Oefeningen: Squat/Box jump w/ stabilisatie.
  
  Plyo strength fase: Oefeningen met meer dynamische beweging en worden steeds herhaald achter elkaar.
  Oefeningen: Suqat/tuck jump, butt kick en power step-ups.
  
  
  Plyo power fase: Oefeningen met het gehele spier spectrum, gaan om de rate of force productie. Snel en explosief.
  Oefeningen: Ice skaters, SL power step ups en Proprioceptive plyometrics.

• Benoem de acute variabelen van de plyo oefeningen in de stabilisatie fase

  0-2 oefeningen
  1-3 sets
  5-8 reps
  Gecontroleerd tempo (behoud landing 3-5s)
  Rust: 0-90s

• Benoem de acute variabelen van de plyo oefeningen in de power fase.

  0-2 oefeningen
  2-3 sets
  8-12 herhalingen
  zo snel mogelijk bewegen
  Rust: 0-60s

• NASM PT Theorietoets FLEXIBILITEIT + TABEL 7.6

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 26/07/2016
  Laat hier meer flashcards zien

• Er zijn drie fases flexibiliteit. Benoem de fases en leg het doel van de fase uit.

  1. Correctieve flexibiliteit, gericht op het toenemen van de Range of Motion (ROM)
  2. Actieve flexibiliteit, gericht op het verbeteren van de rekbaarheid van het zachte weefsel en het stimuleren van neuromusculaire efficiëntie d.m.v. reciprocal inhibition.
  3. Functionele flexibiliteit, gericht op het stimuleren van de neuromusculaire efficiëntie door het gebruiken van de volledige ROM, of essentiële bewegingen zonder compensaties laten uitvoeren.

• Binnen de verschillende fases van flexibiliteit worden er verschillende soorten flexibiliteit gebruikt. Benoem per soort flexibiliteit de juiste fase.

  Statische stretch, hoort bij de fase _____
  Dynamische stretch, hoort bij de fase _____
  Actieve isolatie stretch, hoort bij fase _____