Ter Inleiding - Het nationalisme in kaarten: naties, staten en veranderende geopolitieke verhoudingen

16 belangrijke vragen over Ter Inleiding - Het nationalisme in kaarten: naties, staten en veranderende geopolitieke verhoudingen

Kaart I biedt een overzicht van de staatkundige verhoudingen in Europa aan het eind van het ancien regime, voor de Franse revolutie- 1789
juist/ onjuist?

juist

Kaart II geeft inzicht in de situatie na het Congres van Wenen (1814-1815). bij de verdeling werd uitgegaan van de beginselen van restauratie, legitimiteit en solidariteit.
Het koninkrijk Polen was in een personele unie met rusland verenigd.
juist of onjuist?

juist

Wat zegt de vergelijking van kaart II (Europa na het congres van Wenen) en kaart VIII (Europa- Volkeren en talen?

De centrale as van Europa laat etnisch en taalkundig een homogeen beeld zien, terwijl dat gebied politiek-staatkundig een lappendeken was.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Kaart III geeft een beeld na de balkancrisis van 1875-1878, de russisch turkse oorlog (1877-1878), de Vrede van Stefano (1878) en het Congres van Berlijn (1878).
Wat valt op?

een groot Duits keizerrijk (1871) en een koninkrijk Italie (1870)

Kaart IV geeft een overzicht van Europa aan de vooravond van WO I
wat valt op? En wat is niet zichtbaar?

het verval van het Ottomaanse rijk

Niet zichtbaar is het nationalisme als integrerende factor die de interne samenhang binnen de oudere en meer gevestigde natiestaten, zoals Frankrijk, Engeland en Nederland, versterkten en als staatsvormende kracht in Duitsland en Italie werkte.
De destructieve en desintegrerende kant kwam aan de oppervlakte in Oostenrijk-Hongarije, Het ottomaanse rijk en het russische tsarenrijk.

Kaart V geeft het beeld weer na de Vrede van Versailles, een samenstel van verdragen dat na WO I tussen 1918-1923 tot stand kwam.
Hoe werden de territoriale kwesties opgelost?

door het honoreren van claims op zelfbeschikking van de betrokken volkeren, met een zekere waarborg voor de rechten van nieuwe etnische minderheden in de diverse nieuwgevormde staten.
Frustaties in Duitsland en Italie verbonden zich met nationale gevoelens.

Kaart VI geeft de Europese verdeling als onderdeel van de biopolaire machtsverdeling tussen de VS en de Sovjet Unie weer: een West-Europees, democratisch en kapitalistisch machtsblok vs communistische satellietstaten in Midden- en Oost-europa.
juist of onjuist?

juist

Kaart VII geeft de staatkundige situatie van Europa weer anno 2012. Wat valt op?

het zeer grote aantal nieuwe staten aan de westelijke rand van de voormalige sovjet unie en de Balkan. volgens het principe van zelfbeschikking 

Van welke hedendaagse ambivalentie is er nog sprake?

pro-Europa gevoelens (con amore of uit noodzaak) en nationalistische reflexen

Wat blijkt uit de vergelijking van kaar VII (europa anno 2012) en kaart X (etnische situatie anno 2012)?

Het beeld is een stuk homogener dan een eeuw eerder. Naast de nieuwe staten hebben ook grootschalige zuiveringen, deportaties en migraties daaraan bijgedragen.

Welke twee argumenten zijn er te noemen voor de West-Europese samenwerking na  WO II?

- de wens naar vrede of nooit meer oorlog
- de bescherming van onze welvaart, een adequaat antwoord op de groeiende globalisering in economisch en financieel opzicht.

Wat waren volgens Novalis (1772-1801) de beginselen van de eenheid van Europa, waarin onderscheidde Europa zich van de rest?

Ook Novalis zocht het in het Christelijke karakter (net als Voltaire), maar in andere beginselen: de poezie, het gevoelvolle, het mystieke, en het heilige, conform de stem van de Romantiek. (het bezielde Christendom)

Vanaf de verlichting vroeg men zich af wat Europa een maakte en waarin het zich onderscheidde van de rest van de wereld. Wat was de opvatting van Voltaire?

Volgens Voltaire moet de eenheid worden gezocht in het christelijke karakter van Europa: dat hadden alle staten, monarchieen en republieken, ondanks de onderlinge verschillen met elkaar gemeen. Het Ottomaanse rijk hoorde daar dus niet bij

In de periode 1850-1914 kenden de figuratieve kaarten van Europa een grote populariteit. Vanuit propagandistische oogmerken waren naties, volkeren en staten in karikaturale vorm gerepresenteerd.
juist of onjuist?

juist

Noem twee voorbeelden waarbij kaarten op een discutabele manier werden gebruikt

1. spreiding van etnische groepen in Macedonie: 3 kaarten (1900 bulgarije, 1899 griekenland, 1913 servie) geven alle drie een ander beeld.
2. 1919 Macedonie, waarbij de voormalig turks-macedonische provincie als geografisch-etnische eenheid werd gepresenteerd (en de staatsgrenzen slecht vaag werden weergegeven

Welke belangrijke opmerking geldt bij het gebruik van cartografie?

Cartografie wordt regelmatig gebruikt om zeer specifieke aspiraties te onderbouwen of discutabele claims te legitimeren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo