Samenvatting: Natuur En Scheikunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Natuur en Scheikunde
-
Boekje meten en verwerken
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 19/10/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Wat moet je jezelf afvragen als je een experiment gaat beginnen?
- Wat is het doel van het experiment?
- Wat heb je nodig voor het experiment?
- Welke grootheden ga ik veranderen en welke grootheden moet ik gelijk houden?
- Wat ga je precies meten, hoe vaak en hoe?
- Waar moet ik op letten om op een veilige manier te werken?
-
Boekje stoffen
Dit is een preview. Er zijn 44 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11/01/2019
Laat hier meer flashcards zien -
Wat gebeurt er bij een scheikundige reactie?
Bij een scheikundige reactie verdwijnen er stoffen en er komen dan andere stoffen voor in de plaats.
Bijvoorbeeld: verbranden, roesten, verrotten of in je lichaam de vertering van het voedsel -
Noem 2 redenen om een practicum te starten
1. Je wil onderzoeken wat voor stof je hebt;
2. Je wil kijken hoe bepaalde scheikundige reacties werken -
Wat gebeurt er wanneer je een voorwerp in een gele vlam houdt?
Als je een voorwerp in een gele vlam houdt, komt er roet op het voorwerp. Dit komt doordat het aardgas niet goed verbrandt. Je gebruikt de gele vlam dus nooit om voorwerpen mee te verwarmen. -
Geef een ander woord voor gele vlam.
Een ander woord voor gele vlam is 'pauzevlam'. Die vlam is goed zichtbaar, zodat je je niet gauw brandt. -
Wanneer gebruik je de lichtblauwe, bijna kleurloze vlam (niet-ruisend)?
Deze niet-ruisende vlam gebruik je om stoffen middelmatig te verwarmen, bijv. als je water aan de kook brengt. De temperatuur van deze vlam is hoger dan die van de gele vlam. -
Noem enkele kenmerken van een ruisende vlam?
- het heeft een duidelijke blauwe kern;
- het aardgas krijgt veel zuurstof uit de lucht;
- de verbranding is beter en de temperatuur van de vlam is nog hoger;
- je kunt hier voorwerpen zeer sterk mee verhitten;
- deze vlam gebruiken we maar zelden.
-
Wat is het verschil tussen waarneming en conclusie?
Uit je waarnemingen (zintuigen) moet je vaak conclusies trekken.
Conclusies trekken doe je met je hersenen.
Eerst komt de waarneming en daarna trek je de conclusie.
Let op: waarnemingen en conclusies moeten wel betrekking hebben op het doel van de proef. -
Wat is het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel (oplossing)?
Een zuivere stof is een stof die opgebouwd is uit 1 soort molecuul.
Voorbeelden van een zuivere stof: water, suiker, alcohol.
Een mengsel (ook wel een 'oplossing' genoemd) bevat verschillende soorten moleculen. -
Stoffen kunnen in drie fasen voorkomen. Welke zijn dat?
- vaste fase: de moleculen zitten heel dicht op elkaar, geordend en in een vast patroon. De moleculen trillen maar komen niet van hun plek;
- vloeibare fase: de moleculen zitten verder van elkaar af dan in een vaste stof. De verdeling is willekeurig over de ruimte. De moleculen bewegen door de vloeistof heen.
- gasvormige fase: de moleculen zitten heel ver van elkaar af. De moleculen bewegen zich willekeurig over de ruimte, ze zijn ongeordend. Moleculen bewegen zich snel en vrij door de ruimte.
Een fase is dus de verschijningsvorm van een stof!
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden