Kracht en beweging - voortstuwen en tegenwerking

6 belangrijke vragen over Kracht en beweging - voortstuwen en tegenwerking

Op een rijdend busje werken vier krachten FA, FB, FC en FD (figuur 8). Om de tekening eenvoudig te houden, heeft de tekenaar alle krachten laten aangrijpen in het zwaartepunt Z.


Geef de namen van de vier krachten: FA, FB, FC, en FD

FA = motorkracht (of voortstuwende kracht)
• FB = weerstandskracht
• FC = zwaartekracht
• FD = normaalkracht

De grootte van de krachten FA en FB kan veranderen.


Wanneer is FB gelijk aan 0 N? Licht je antwoord toe.

FB is gelijk aan 0 N als het busje stilstaat. De weerstandskracht op het busje is immers 0 N als de snelheid van het busje 0 m/s is.

Hoe beweegt het busje als FA = FB? Licht je antwoord toe.

Als FA = FB, dan is de motorkracht even groot als de weerstandskracht. De resulterende kracht is dan 0 N. De snelheid van het busje zal dus niet veranderen. Het busje rijdt met constante snelheid verder.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Carla traint regelmatig op haar racefiets. In figuur 9 is het verband getekend tussen de totale weerstandskracht en haar snelheid. Carla rijdt eerst een poosje met een constante snelheid van 11 m/s.

Op een gegeven moment begint Carla harder te trappen. Op haar fiets werkt dan enige tijd een (constante) voortstuwende kracht van 40 N.


Hoe groot is de resultante op het moment dat ze begint te versnellen?

Op het moment dat ze begint te versnellen, is de weerstandskracht (Fw) nog gelijk aan 30 N. De voortstuwende kracht is Fvs = 40 N, dus de resulterende kracht is gelijk aan Fres = Fvs − Fw = 40 N − 30 N = 10 N.

Carla traint regelmatig op haar racefiets. In figuur 9 is het verband getekend tussen de totale weerstandskracht en haar snelheid. Carla rijdt eerst een poosje met een constante snelheid van 11 m/s.

Bepaal de (constante) eindsnelheid die Carla uiteindelijk bereikt.

De (constante) eindsnelheid van Carla wordt bereikt als de weerstandskracht weer even groot is geworden als de voortstuwende kracht. De weerstandskracht is dan gelijk aan 40 N. Aflezen in de grafiek bij 40 N geeft als antwoord een snelheid van 12,8 m/s.

Op een liftkooi werken twee krachten: de zwaartekracht (Fz) en de spankracht in de kabel (Fs). De grootte van de weerstandskracht is te verwaarlozen.

Vergelijk de grootte van Fz met de grootte van Fs in de volgende situaties. Licht je antwoorden toe.
De kooi beweegt omlaag; de snelheid neemt toe.

  • De lift versnelt, dus de resultante werkt weer in dezelfde richting als de bewegingsrichting van de lift (omlaag).
  • De voortstuwende kracht (de omlaag gerichte zwaartekracht) is dus groter dan de tegenwerkende kracht (de spankracht).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo