Samenvatting: Natuurkunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Natuurkunde
-
3 Elektriciteit 1
-
3.1 Elektrische stroom
-
Invulvraag/kiesvraag:- Het atoom bestaat uit een ..... Met daaromheen een ..... En daaromheen positieve/negatieve elektronen die rondom de kern bewegen - In de kern zitten positieve/negatieve protonen en een aantal even zware maar ongeladen ....- De massa van elektronen is groot/klein ten opzichte van de protonen en neutronen
- Kern, elektronenwolk, negatieve elektronen
- Positieve protonen, neutronen
- Klein -
Wat is een ion, leg uit hoe een ion in werking gaat
Een atoom dat, met een tekort van een negatief elektron, positief geladen achterblijft, noemen we een ( positief ) ion -
Leg uit wat er gebeurt als een voorwerp een overschot aan negatieve elektronen binnen krijgt en wat er gebeurt als een voorwerp een tekort heeft aan negatieve elektronen
Als het voorwerp een overschot aan negatieve elektronen binnenkrijgt wordt die negatief geladen. Als het voorwerp een tekort aan negatieve elektronen heeft wordt die positief geladen -
Hoe noemen wij een niet-bewegende lading in de Natuurkunde, als bijvoorbeeld 2 voorwerpen na nadat ze uit elkaar zijn gehaald de lading niet meer kan worden terug gezet?
Zo'n niet-bewegende lading noemen we statisch -
Als een stof niet is gewreven en nog het normale aantal elektronen heeft in de stof, hoe noemen we dit dan. En betekent dit dan ook dat de stof geen lading heeft?
De stof heet dan neutraal. Maar heeft wel lading, want neutraal betekent niet dat er geen lading is -
Hoe noemen we een stof die helemaal geen elektronen verplaatst en benoem er minstens 3 voorbeelden bij
Zo'n stof noemen we een isolator, voorbeelden van isolatoren zijn:
rubber, glas, kurk, droog hout, kunststoffen -
Hoe noemen we stoffen waarvan de elektronen los zitten en zich makkelijk kunnen verplaatsten, benoem hierbij minstens 2 voorbeelden
Zo'n stof noemen we een geleider. Enkele voorbeelden zijn metalen en koolstof -
Mensen zeggen weleens dat elektronen die vrij bewegen en losjes zitten aan de atoom 'vrij elektronen' worden genoemd. Waarom klopt dit niet?
Omdat de elektronen nog steeds aan de een stof gebonden zijn -
Bij sommige stoffen zitten de elektronen alleen los bij hogere temperaturen en anders bij lagere temperaturen zitten deze vast. Hoe noemen we deze stoffen en geef 1 voorbeeld hierbij
Deze stoffen zijn bekend onder de naam halfgeleiders, één voorbeeld hiervan is het menselijk lichaam zelf -
Vul in:Gelijknamige ladingen, positief of negatief stoten elkaar af/trekken elkaar aanOngelijkmatige ladingen, positief of negatief stoten elkaar af/trekken elkaar aan
Gelijknamig betekent stoten elkaar af
Ongelijknamig betekent trekken elkaar aan
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden