Serie en parallelschakeling

7 belangrijke vragen over Serie en parallelschakeling

In een serieschakeling wordt de spanning die de bron levert, verdeeld over de weerstanden. Hoe dat gebeurt, hangt af van de grootte van de weerstanden. Bij weerstand R1  en R2 geldt?

Bij weerstand R1 geldt: I = U1 / R1.
Bij weerstand R2 geldt: I = U2 / R2
De spanningsverdeling wordt dus gegeven door:
U1/U2 = R1/R2

Over de grootste weerstand van de serieschakeling is de spanning dus het grootst

In een serieschakeling is de vervangingsweerstand gelijk aan de som van de afzonderlijke weerstanden. Een serieschakeling kan bestaan uit meer dan twee weerstanden. Hoe gaat de samenstelling van de vervangingsweerstand dan?

Ook in dit geval moet je elke afzonderlijke weerstand bij elkaar optellen

In elektrische schakelingen kan het voorkomen dat de spanning op een bepaalde waarde moet worden ingesteld om de schakeling goed te laten werken. Wat kun je als hulpmiddel gebruiken?

Schuifweerstand (potentiometer): dat is een weerstand waarover een glijcontact heen en weer kan worden geschoven of gedraaid
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In een parallelschakeling zijn de apparaten (of: weerstanden) naast elkaar geschakeld. Elk apparaat is direct op de spanningsbron aangesloten. Wat kun je zeggen over de spanning die over de weerstanden R1 en R2 staat?

De spanning over de weerstanden R1 en R2 is hetzelfde: over elk van de weerstanden staat hier de spanning U van de spanningsbron

In een parallelschakeling wordt de stroomsterkte in de weerstanden verdeeld. Hoe dat gebeurt, hangt af van de grootte van de weerstanden. Laat de berekening zien

Bij een weerstand R1 geldt: U = I1 * R1
Bij een weerstand R2 geldt: U = I2 * R2
De spanning is over beide weerstanden hetzelfde. Dus geldt voor de stroomverdeling:
I1 / I2 = R2 / R1
( In de grootste weerstand van de parallelschakeling is de stroomsterkte dus het kleinst )

De twee weerstanden in een parallelschakeling kunnen worden vervangen door één weerstand: de vervangingsweerstand Rv
Hoe ziet dat er in een berekening eruit?

In de linkerschakeling geldt: I = I1 + I2 = U/R + U/R2 = U * ( 1/R1 + 1/R2 )
In de rechterschakeling geldt: I = U/Rv = U * 1/Rv

De vervangingsweerstand wordt dus gegeven door:
1/Rv = 1/R1 + 1/R2 of G (tot) = G (1) + G (2)
Een parallelschakeling kan bestaan uit meer dan twee weerstanden. D spanning is dan ook weer over alle weerstanden hetzelfde en de stroom verdeelt zich over meer weerstanden. Laat berekening zien.

Nu geldt: 1/Rv = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3 + ..... Of G(tot) = G (1) + G (2)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo