Samenvatting: Natuurkunde Thema 11 Class Notes

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 72 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Natuurkunde thema 11 Class notes

  • Natuurkunde eten verteren

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 07/04/2014
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke tanden en kiezen zitten er in je mond en waar dienen deze voor?

    • snijtanden (eten afsnijden)
    • hoektanden (houden eten vast of afscheuren)
    • kiezen (fijnmalen)
  • Waarom hebben wij speeksel en waar bestaat het uit?

    Speeksel zorgt ervoor dat je voedsel makkelijker kan worden doorgeslikt en verteerd. Het bestaat uit slijm en anzym (deze zet zetmeel om in kleinere glucosemoleculen). 

  • noem de 4 processen die bij de spijsvertering van voedsel plaatsvinden.

    De spijsvertering vindt plaats in de maag-darm-kanaal. Hier kan je lichaam voedingsstoffen uit je eten halen. De onverteerde delen wordt afgevoerd via je ontlasting. Er vinden 4 processen bij de spijsvertering van voedsel plaats:


    1.       Het voedsel wordt klein gemaakt.

    2.       Uit het voedsel worden verschillende voedingstoffen gehaald.

    3.       De voedingstoffen worden door de darmwand in je lichaam opgenomen.

    4.       Onverteerbare resten worden door je lichaam gescheiden.


    In de maag komt maagzuur bij het mengsel (voedsel en speeksel). Dit zuur zorgt ervoor dat eiwitten zich uit het voedsel afsplitsen. 

  • welke stoffen heeft je lichaam nodig en waar zijn ze voor nodig?

    Bouwstoffen : stoffen die je lichaam gebruikt om te groeien en zich ontwikkelen, ook nodig bij de vervanging van cellen na afsterving of bij verwondingen.
    brandstoffen: stoffen die zorgen voor energie. Energie is nodig voor groei, ontwikkeling en herstel. Op temperatuur blijven.
    regelstoffen: om enzymen en hormonen van te maken. het zorgt ervoor dat ons lichaam goed functioneert (ongesteld).

    Bouwstoffen

    Eiwitten, mineralen (zoals calcium), een deel van vetten, koolhydraten, water

    Brandstoffen

    Koolhydraten (zoals suikers en zetmeel), vetten

    Regelstoffen

    Vitamine, sommige mineralen (zoals kalium en fosfor), eiwitten (als basis voor enzymen)

  • Waarom staat er op een verpakking soms een E-nummer (voor cijfers)?

    E-nummer = alle onnatuurlijke hulpstoffen die aan voeding worden toegevoegd krijgen een E-nummer (zoals kleur- en smaakstoffen). E staat voor Europa en betekend dat de stoffen door de Europese Gemeenschap zijn goedgekeurd. 
  • noem 4 bestaande projecten over eten op de basisschool

    ·         schoolgruiten (stimuleren meer groeten en fruit te eten)

    ·         smaaklessen (over smaak, eten en gezondheid en voedselkwaliteit)

    ·         schoolmelk

    ·         nationale schoolontbijt

  • Wat gaat er door de darmwand heen naar het bloed?

    • aminozuur
    • glucose
    • vetzuur
    deze gaan dan weer naar cellen zoals haar cellen en huidcellen
  • Wat wordt er vanuit de dunne darm omgezet in het bloed?

    In de dunne darm zitten:zetmeel, eiwit, vetten, afval. Deze worden omgezet naar het bloed:

    ·         eiwitten à aminozuur

    ·         zetmeel àglucose

    ·         vetten à vetzuur

  • Natuurkunde kringlopen

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/04/2014
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat betekent autotroof en hetrotroof?

    Ø  Organismen die in staat zijn zelf hun voedsel te maken noemen we autotroof (= zelfvoedend).

    Ø  Organismen die voor hun voedsel afhankelijk zijn van andere organisme, planten-, vlees- en alleseters, worden heterotroof (= zich van anderen voeden) genoemd. Zij halen energie uit grote organische moleculen, die m.b.v. zonne-energie in het bladgroen van planten worden gevormd. 

  • Wat is strooisel, natuurlijk afval en humus die te maken hebben met stap 3?

    Ø  Strooisel: alle planten en dieren gaan uiteindelijk dood. Meestal komen ze op de grond terecht en is nog lang te herkennen of het een blaadje, takje, veer of keutel is geweest.

    Ø  Strooisellaag: bovenste laag in de natuur.

    Ø  Natuurlijk afval: alle poep, dode bladeren, schors en takjes, dode dieren en dergelijke

    Ø  Humus: als je niet meer kunt herkennen wat het verteerde, natuurlijk afval vroeger is geweest.

LET OP!!! Er zijn slechts 72 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart