Dieren - Aanpassing omgeving

3 belangrijke vragen over Dieren - Aanpassing omgeving

Wat zijn zoolgangers, teengangers en hoefgangers?

Dit is een manier om dieren van elkaar te onderscheiden:
1. Zoolgangers: dieren die op hun voeten lopen (mensen en egels)
2. Teengangers: dieren die op hun tenen lopen (vossen, honden, katten etc.) De meeste roofdieren zijn teengangers
3. Hoefgangers: dieren die op poten lopen met een of twee harde hoeven aan de toppen van hun tenen (reeën en paarden). Dit zijn dieren die zich snel uit de voeten kunnen maken

Hoe halen dieren adem?

Insecten: tracheeën. Het tracheeënstelsel bestaat uit een systeem van luchtbuisjes. Deze eindigen rechtstreeks in de spieren. De spieren kunnen hierdoor zuurstof rechtstreeks uit de lucht halen. Dit kan omdat ze relatief klein zijn.
Veel andere dieren: longen

Welke aanpassingen hebben dieren gemaakt die in de lucht leven?

1. Vleugels met veren, die zo gevormd zijn dat ze gebruik maken van opwaartse kracht bij voldoende snelheid
2. Een vogellichaam is zo geconstrueerd dat het stevig is, maar licht. Veel vogelbotten zijn hol. Een vogel heeft bovendien een lichte snavel.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo