Weersverschijnselen en hemellichamen - Weersverschijnselen - Neerslag
5 belangrijke vragen over Weersverschijnselen en hemellichamen - Weersverschijnselen - Neerslag
Wat is een front? En welke twee bestaan er?
De plaats waar twee luchtmassa's met verschillende temperaturen elkaar ontmoeten.
Koufront: luchtmassa met koude lucht in een gebied met warme lucht arriveert. (driehoekjes, blauw)
Warmtefront: luchtmassa met warme lucht arriveert in een gebied met koude lucht. (bolletjes, rood)
Hoe ontstaan heel hoge buienwolken?
Bij een koufront is het frontvlak veel steiler dan bij een warmtefront. Het koufront schuift onder het warmtefront. Het warmtefront wordt snel omhooggeduwd, zo ontstaan hoge buienwolken. Hieruit komen zware buien en/of onweer.
Hoe komt het dat uit stratuswolken (wolkendeken) langdurige of motregen kan vallen?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarom kunnen wij warmtefronten vaak ruim van te voren aan zien komen en koufronten niet?
Doordat het frontvlak van warmtefronten langzaam afloopt en er eerst vederwolken worden gevormd.
Welke soorten sneeuw hebben wij?
Paksneeuw: als de onderste luchtlaag een temperatuur heeft van 0 graden dan valt de sneeuw als 'plukken watten' op de grond. (sneeuwballen en sneeuwpoppen)
Poedersneeuw: als het vriest in de onderste luchtlaag, neerslag als 'poedersuiker' uit de lucht. (fijn skiën)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden