Begrippen uit de natuurwetenschappen - Zuren, basen en zouten
3 belangrijke vragen over Begrippen uit de natuurwetenschappen - Zuren, basen en zouten
Wat zijn basen (hydroxiden), die altijd een loogsmaak, wat een zeepachtige smaak is, hebben?
* stoffen, die in oplossing, altijd negatief geladen OH-deeltjes bevatten. (OH-)
* stoffen, die een pH hebben die hoger is dan 7.
* stoffen, die een pH hebben die hoger is dan 7.
Wat zijn de 5 bekendste voorbeelden van zuren, hoe worden de ionen genoemd en uit welke elementen bestaat het ion?
* fosforzuur - H3PO4 -> 3H+ + PO43- (fosfaation)
* koolzuur - H2CO3 -> 2H+ + CO32- (carbonaation)
* salpeterzuur - HNO3 -> H+ + NO3- (nitraation)
* zoutzuur - HCl -> H+ + Cl- (chloorion)
* zwavelzuur - H2SO4 -> 2H+ + SO42- (sulfaation)
* koolzuur - H2CO3 -> 2H+ + CO32- (carbonaation)
* salpeterzuur - HNO3 -> H+ + NO3- (nitraation)
* zoutzuur - HCl -> H+ + Cl- (chloorion)
* zwavelzuur - H2SO4 -> 2H+ + SO42- (sulfaation)
Wanneer wordt een atoom "tweewaardig positief" genoemd, zoals calcium en magnesium, waarbij de de ionen als resp Ca2+ en Mg2+ worden weergegeven?
Als een atoom makkelijk 2 elektronen kan afstaan.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
