Lit. in de jaren '50 - Lit in de jaren '60
6 belangrijke vragen over Lit. in de jaren '50 - Lit in de jaren '60
Bij de lit. in de jaren '50 wordt er een onderscheid gemaakt tussen poëzie en proza. Noem drie kenmerken hiervan van het poëzie
2. Moeilijke experimentee gedichten: beeldspraak, emotioneel, zintuigelijk taalgebruik
3. Vrije versvorm, veel alliteratie en assonantie
Noem de drie grote auteurs bij het proza van de lit. in de jaren '50
Noem drie kenmerken bij de proza van de lit. in de jaren '50
2. Personages zijn antihelden: seksualiteit is belangrijk
3. Verzet bij publiek: 'onbeschaafd'
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem de drie schrijvers die horen bij het proza van lit. in de jaren '60
Wat zijn drie kenmerken van het proza van de lit. in de jaren '60
2. Autobiografisch
3. Werkelijkheid wordt literatuur (defictionalisering: Mulisch)
Noem de twee (3) overeenkomsten van de lit. in de jaren '60 met de lit. in de jaren '50
2. Geen verandering van vorm behalve bij: jaren '50 L.P. Boon (vertelstructuur), Bert Schierbeek (tekst uit fragmenten)
Jaren '60: Polet, de Wispelaere (nouveau roman): geen duidelijk herkenbare personages en verzameling fragmenten
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden