Voeding en vertering - Enzymen - Slopen

8 belangrijke vragen over Voeding en vertering - Enzymen - Slopen

Voor het verteren van stoffen heb je verteringsenzymen nodig. Wat doen zij precies?

Verteringsenzymen breken de macromoleculen af.

Wat ontstaat bij het afbreken van deze macromoleculen?

Kleinere opneembare moleculen

Een verteringsenzym werkt specifiek. Wat houdt dat in?

Dat houdt in dat elk enzymmolecuul bij één bepaald voedingsstofmolecuul (substraatmolecuul) past.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe gaat het verteren van een substraatmolecuul in zijn werk?

Als een enzymmolecuul in contact komt met een substraatmolecuul, binden ze samen tot een enzym-substraatcomplex.
Het substraatmolecuul past in een holte van het enzymmolecuul en er treedt een reactie op.
Een verbinding in het substraatmolecuul gaat los, het substraatmolecuul valt in twee stukken en laat het enzymmolecuul los.

Waarom heb je voor verschillende koolhydraat-, vet- en eiwitmoleculen evenveel verschillende enzymmoleculen nodig?

Dat komt door de vorm en de structuur van de moleculen.

Wat gebeurt er als die reactie is opgetreden?

Een verbinding in het substraatmolecuul gaat los.
Dan valt het substraatmolecuul uiteen in twee stukken en laat het verteringsenzym los.
Dit gebeurt in een fractie van een seconde.

Wat gebeurt er als dit hele proces van slopen klaar is?

Het enzymmolecuul kan een nieuw substraatmolecuul afbreken.

Leg uit in het kort hoe verteringsenzymen specifiek werken?

Één substraat, één reactie.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo