Regeling intern milieu - De nieren

18 belangrijke vragen over Regeling intern milieu - De nieren

Hoe leveren de nieren een belangrijke bijdrage aan het constant houden van het interne milieu van het lichaam?

Door dag en nacht het bloed te ontdoen van giftige, overbodige en overtollige stoffen. Daarbij produceren de nieren urine, wat 's nachts minder gebeurt dan overdag.

Welke twee soorten stoffen filtreren de nieren uit het bloed?

- Water.
- Opgeloste stoffen.
- Daarbij ontstaat voorurine.

Waar vindt het bewerken van voorurine tot urine plaats?

Zowel in de nierschors als in de diepere laag van een nier: het niermerg.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe komt urine vanuit de nier het lichaam uit?

Door een nier gevormde urine komt in het nierbekken terecht en gaat vandaar via de urineleider naar de urineblaas. Via de urinebuis verlaat de urine het lichaam.

Wat zijn de nefronen van de nier?

- Beide nierslagaders vertakken zich tot steeds kleinere slagaders die uitkomen bij de functionele eenheden van een nier: de nefronen.
- Elke nier heeft er zo'n 1,3 miljoen van.

Wat bevindt zich aan het begin van elk nefron?

Een bundel van speciale haarvaten, de glomerus, binnen een kapsel van Bowman, wat het beginstuk van een nierbuisje (ook wel nierkanaaltje genoemd) is.

Hoe komt de voorurine van het kapsel van Bowman terecht in een verzamelbuisje?

De uitgefilterde voorurine komt terecht in het kapsel van Bowman. De voorurine stroomt via het eerste gekronkelde nierbuisje, de lis van Henle (ook wel lus van Henle genoemd) en het tweede gekronkelde nierbuisje naar een verzamelbuisje.

Hoe verandert de voorurine in urine?

Overal lopen bloedvaatjes dicht tegen het nierbuisje aan. Die nemen veel water en opgeloste stoffen op uit de voorurine en voegen er ook bepaalde stoffen aan toe. Wat overblijft na het verzamelbuisje is de definitieve urine, die via een urineleider naar de urineblaas gaat.

Welke zes soorten transportprocessen spelen een rol bij het opnemen van stoffen uit het voorurine door het bloed?

- In de nierbuisjes gaan stoffen terug vanuit de voorurine naar het bloed. De stoffen passeren de wandcellen van een nierbuisje en van een bloedvat. Dat betekent vier celmembranen waarin transportprocessen een rol spelen.
- Het kan gaan om gefaciliteerd transport (via eiwitpoorten), actief of passief transport (ook via eiwitpoorten) en osmose (via waterkanalen).
- Soms is er een gecombineerd transport van twee stoffen (cotransport), namelijk symport en antiport.

Wat is een voordeel van cotransport?

Transport van stoffen tegen een concentratiegradiënt in is actief transport en kost energie (ATP). Bij cotransport kan een stof vaak 'meeliften' op het actieve transport van de andere stof, zonder dat dit extra ATP kost.

Van welke twee dingen hangt of een transport actief of passief is af?

- Van de concentratiegradiënt van een stof
- Van de lading van de deeltjes aan weerszijden van een membraam.

Hoe verloopt het transport van Cl--ionen?

Cl--ionen kunnen Na+-ionen door een membraam passief volgen dankzij de grote positieve lading die het actieve transport van Na+-ionen opbouwt.

Wat is het voordeel van het tegenstroomprincipe van het bloed ten opzichte van de voorurine?

- De stroomrichting in het haarvatennet rond de lis van Henle van het bloed is steeds tegengesteld aan die van de voorurine.
- Door dit tegenstroomprincipe neemt het bloed in een stijgend haarvat, langs het dalende been van de lis van Henle, water uit de weefselvloeistof op en geeft het actief Na+- en Cl--ionen af.
- Een dalend haarvat geeft water af aan de weefselvloeistof en neemt passief Na+- en Cl--ionen op uit de weefselvloeistof rond het stijgende been van de lis van Henle.

Hoe verandert de osmotische waarde van de weefselvloeistof in het niermerg?

De osmotische waarde van de weefselvloeistof in het niermerg vormt een osmotische gradiënt die loopt van 0,8 * 106 Pa op de grens van de schors naar 3,1 * 106 Pa onderin het binnenste niermerg bij de bocht van de lis van Henle.

Wat houdt de osmotische gradiënt in het voorurine tot stand?

De circulatie van Na+, Cl- en ureum door het niermerg en de nierschors houdt de osmotische gradiënt in stand, zodat via het tegenstroomprincipe de terugresorptie blijft doorgaan.

Welke rol spelen de hormonen ADH en aldosteron bij de regeling van de hoeveelheid terugresorptie en uitscheiding in het laatste deel van het nierbuisje en het verzamelbuisje?

- ADH regelt vooral de waterresorptie (stap VI).
- Aldosteron regelt vooral de afgifte van Na+-ionen (stap V).

Wat is het gevolg van een te lage concentratie ionen in het bloed?

Bij een te lage concentratie ionen in het bloed ontstaat een (te) lage osmotische waarde, wat leidt tot meer (waterige) urineafgifte en een kleiner bloedplasmavolume.

Waarom krijgen duikers snel een hoge nood bij het duiken?

- Om afkoeling te voorkomen vernauwen de bloedvaten van huid, armen en benen.
- Daardoor ontstaat een hogere bloeddruk in de rest van het lichaam, waaronder de nierslagader.
- Ook stijgt het volume van het bloed dat door de nieren stroomt.
- Dit verhoogt de hoeveelheid voorurine.
- De hogere bloeddruk veroorzaakt een lagere hoeveelheid ADH: er ontstaat meer urine.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo