Bloedsomloop - Stoffentransport

21 belangrijke vragen over Bloedsomloop - Stoffentransport

Waaruit bestaat de bloedsamenstelling naast de plasma?

- De meeste stoffen die het bloed vervoerd zijn opgelost in het bloedplasma.
- Ionen van zouten, voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen en een kleine hoeveelheid gassen, zoals zuurstof, koolstofdioxide en stikstof.
- Rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
- Eiwitten.

Hoe worden eiwitten vervoerd in de bloedvaten en wat zijn de functies van eiwitten?

- Eiwitmoleculen bestaan uit lange ketens aminozuurmoleculen. Ze zijn niet in het plasma opgelost, maar zijn er zeer fijn in verdeeld. Ze vormen een colloïd, net als vetdruppeltjes in melk.
- Functies: transporteren van moeilijk oplosbare stoffen als vetten en ijzer, (andere eiwitten spelen een rol bij) de afweer tegen ziektes, (andere eiwitten) nodig voor de bloedstolling.

Waar worden rode bloedcellen gemaakt en afgebroken?

- Elke dag ontstaan uit de stamcellen van het rode beenmerg ruim 2*10^11 nieuwe rode bloedcellen.
- Ongeveer hetzelfde aantal wordt elke dag door de lever en milt afgebroken, zodat het aantal vrijwel constant blijft.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de functies van rode en witte bloedcellen en van bloedplaatjes?

- Rode bloedcellen: transporteren zuurstof en koolstofdioxide.
- Witte bloedcellen: betrokken bij afweer tegen ziekteverwekkers.
- Bloedplaatjes: zijn geen echte cellen, maar afgesplitste delen van bepaalde typen bloedstamcellen; spelen een rol bij bloedstolling.

Hoeveel zuurstof kan er getransporteerd worden m.b.v. het bloed?

- Bloedplasma: max 3mL zuurstof per liter opgelost.
- Dankzij rode bloedcellen: ongeveer 200mL zuurstof per liter.

Hoe reageert hemoglobine met zuurstof?

- Zuurstof bindt aan ijzer(II)ionen, waardoor helderrode oxihemoglobine ontstaat (oxiHb, HbO2).
- De bindingsreactie tussen Hb en zuurstof is een evenwichtsreactie: Hb + O2 -> <- HbO2.
- Er vindt geen elektronenoverdracht plaats (: geen gewone oxidatie): het is een oxigenatie, een losse binding die makkelijk verbreekt in tegenstelling tot oxidatie.

Waardoor kan het eiwit myoglobine zuurstof overnemen van hemoglobine?

- Mb kan zuurstof binden en opslaan als reservevoorraad, doordat Mb een hogere affiniteit voor zuurstof heeft dan Hb.
- Door hogere affiniteit voor zuurstof: Mb neemt zuurstof over van Hb.

Wat is het doel van de zuurstofopname door Mb?

De mitochondriën in de spieren kunnen met het zuurstof uit de Mb toch nog even doorwerken als het zuurstofgebruik hoog is of als de bloedaanvoer stagneert.

Hoe wordt zuurstof door myoglobine opgenomen?

- Mb bestaat uit één globineketen met één heemgroep: kan één zuurstofmolecuul aan zich binden.
- De bindingsreactie is een evenwichtsreactie: Mb + O2 -> <- MbO2.
- Bij een erg lage pO2 verschuift het evenwicht naar links en geeft Mb zuurstof af.

Waardoor heeft de zuurstofbindingscurve van Hb een S-vormig verloop?

- Doordat de affiniteit van Hb voor zuurstof toeneemt naarmate er meer zuurstofmoleculen binden.
- Hierdoor kan Hb efficiënt zuurstof binden op plaatsen met een hoge pO2 (longen) en deze zuurstof weer loslaten op plaatsen met een lage pO2 (bijv. spierweefsels).

Hoe zorgen sporters ervoor dat hun lichaam meer rode bloedcellen gaat produceren en waarom heeft dat voor piloten geen nut?

- In zuurstoftent (zuurstofgehalte bepalen hierin) of op grote hoogte trainen: door lagere pO2 gaat hun lichaam meer rode bloedcellen produceren.
- Bloed kan meer zuurstof vervoeren als er meer rode bloedcellen zijn.
- Voor de grote hoogtes waarop piloten vliegen zou dat onvoldoende helpen, dus in cockpit kunstmatige druk die een zuurstofverzadiging van 98% in het bloed van de longen geeft.

Hoe verandert het evenwicht van de reactie tussen zuurstof en hemoglobine?

- Hoge partiële zuurstofspanning (12,0 - 14,0 kPa): evenwicht ligt naar rechts, het Hb raakt voor zo'n 96% verzadigd met zuurstof.
-  In rust is de pO2 ongeveer 5,0 kPa: evenwicht naar links, percentage HbO2 daalt van 96 naar 75%.
- Bloed geeft dus 21% van zijn zuurstof af aan de cellen. Bij inspanning stijgt naar 81% afgifte.

Wat is het gevolg van een hogere pCO2 en een hogere temperatuur in de weefsels op het evenwicht tussen pO2 en Hb?

Het evenwicht schuift naar links.

Hoe veranderen de pCO2 en de pO2 in de weefsels van een situatie in rust naar inspanning?

- In rust: pCO2 is laag (2,7 kPa); 80% oxiHb; zuurstofafgifte is genoeg om  pO2 in weefsel op 5 kPa te houden.
- Inspanning: pO2 daalt naar 2,5 kPa; pCO2 stijgt naar 10,7 kPa; 15% oxiHb; oxiHb geeft dus 60% extra zuurstof af

Wat zijn de twee manieren waardoor het oxiHb door de pCO2 wordt verlaagd?

- Koolstofdioxide neemt plek over van zuurstof op heemgroep.
- Koolstofdioxide zorgt voor daling van de pH door reactie met water: CO2 + H2O -> <- H2CO3 -> <- HCO3- + H+; een lagere pH leidt tot minder zuurstofbinding aan Hb.

Wat is het Bohr-effect, wat plaatsvindt in je lichaam?

De extra zuurstofafgifte door oxiHb vanwege een hogere pCO2, lagere pH en een hogere temperatuur.

Wat zijn de drie wegen van koolstofdioxidetransport van de weefsels naar de longen?

- 5% lost op in bloedplasma.
- 95% diffundeert de rode bloedcellen in:
----> 25% bindt als koolstofdioxide aan de globine-eiwitten van Hb tot carbaminohemoglobine (HbCO2).
----> 70% reageert m.b.v. het enzym koolzuuranhydrase tot H2CO3, wat splitst in HCO3- en H+. De H+ bindt op de plaats van O2 aan ijzer(II)ion van een van de heemgroepen tot HbH. HCO3- diffundeert vanuit de rode bloedcellen het bloedplasma in.

Waardoor ontstaat er geen ladingsverandering wanneer HCO3- de rode bloedcellen uitstroomt?

Chloride-ionen stromen vanuit het bloedplasma de rode bloedcellen in.

Hoe komt er koolstofdioxide uit de rode bloedcellen en in de longblaasjes?

De reacties verlopen in omgekeerde richting. Het koolstofdioxide komt weer vrij en diffundeert naar de longblaasjes. Via uitademingslucht verlaat koolstofdioxide het lichaam.

Waardoor blijft het pH in het bloed tussen de 7,35 en 7,45 ondanks de wisseling in de concentratie waterstofionen?

- De heemgroepen van het hemoglobine binden de meeste waterstofionen die ontstaan bij het koolstofdioxidetransport. Ook andere eiwitten in het bloedplasma binden waterstofionen.
- Hemoglobine en de andere eiwitten zijn bufferende stoffen en werken als pH-buffer. 
- Ook melkzuur draagt hierbij aan mee (als buffer).

Wat zijn de twee prikkels bij toenemende inspanning die leiden tot sneller ademen en een gestegen hartslagfrequentie, wat de afvoer van koolstofdioxide versnelt?

- De (minimale) daling van de pH.
- De hogere pCO2 in het bloed.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo