Eiwitten - Eiwitten in een cel

12 belangrijke vragen over Eiwitten - Eiwitten in een cel

Wat is het verschil tussen het erfelijke materiaal en de eiwitsamenstelling van een cel?

Alle cellen in een organisme bevatten hetzelfde erfelijke materiaal. Dit geldt niet voor eiwitten. De eiwitsamenstelling binnen dezelfde cel varieert per seconde.

Waaruit bestaat een proteoom van een cel?

De eiwitproductie is afhankelijk van de functie van die cel op dat moment. Verschillende factoren, zoals de transcriptie, splicing van mRNA en het verhinderen van de translatie door RNA-interferentie, bepalen welke eiwitten de cel produceert. De eiwitten die in een bepaalde cel op een bepaald moment aanwezig zijn, vormen zijn proteoom.

Waaruit ontstaat een proteoom van een cel?

Dit proteoom ontstaat vanuit de informatie van de genen van dat organisme, het genoom. Het genoom is eigenlijk een catalogus met de eiwitten die een cel kan maken.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat wordt er bestudeerd bij proteomics?

Het bestuderen van het complete proteoom van organismen die tot dezelfde soort behoren is een enorme klus. Die studie heet proteomics. Daarbij gaat het onder andere om vragen als ‘hoeveel van een bepaald eiwit is er in een cel aanwezig?’ en ‘welke eiwitten zijn karakteristiek voor een bepaalde functie of ziekte?’ Zoals bijvoorbeeld bij de ziekte van Alzheimer: ‘Welke veranderingen in de eiwitpatronen van hersencellen zijn een voorbode van deze ziekte?’

Waarmee wordt vastgesteld welk gen aanstaat?

De vorming van eiwitten start met actieve genen in het DNA. Welk gen aanstaat, is vast te stellen met een DNA-microarray. Dat is een testplaat (een chip) met een groot aantal testplekken (spots, bron 27).

Wat kan er gehaald worden uit de vergelijking van de hoeveelheden mRNA van cellen?

De onderzoekers starten het onderzoek naar actieve genen met het isoleren van mRNA uit cellen. Bijvoorbeeld uit de hersencellen van patiënten met Alzheimer en mensen zonder de ziekte. Vergelijking van de hoeveelheden mRNA levert informatie op over de activiteit van de diverse genen; de microarray dient uit te wijzen welke dat zijn.

Waar wordt het mRNA in veranderd voor het onderzoek naar welke genen aanstaan?

Na de vergelijking van het mRNA zetten zij met behulp van een DNA-primer en het enzym reverse transcriptase het mRNA eerst om in complementair DNA (cDNA). Vervolgens verwijderen ze met een RNase het mRNA, waarna enkelstrengs cDNA overblijft. Dat is een kopie van de matrijsstreng van het gen, zonder de introns van het reguliere DNA (Binas 71E en H).

Wat duiden de verschillende kleuren van de fluorescentie op na de hechting van het cDNA aan het coderend DNA?

Een groen fluorescerende spot duidt op een actief gen in gezond hersenweefsel; een rode spot duidt op een actief gen in hersenweefsel van een Alzheimerpatiënt; geel wijst op actieve genen in beide weefsels. Een zwarte spot (geen fluorescentie) geeft aan dat in beide weefsels het gen niet actief is (bron 27). Analyse van deze gegevens brengt in kaart bij welke genen van Alzheimerpatiënten de activiteit afwijkt.

Welke eigenschappen worden gebruikt om eiwitten in een mengsel te scheiden? (5)

Eiwitten verschillen van elkaar in grootte, vorm, lading, hydrofobe eigenschappen en bindingskracht met andere moleculen. Deze eigenschappen gebruiken onderzoekers om eiwitten in een mengsel te scheiden en om ze individueel te kunnen onderzoeken. Veelgebruikte technieken zijn 2D-gelelektroforese en massaspectrografie.

Hoe worden eiwitten gescheiden via 2D-gelelektroforse met behulp van de molecuulmassa?

Een tweede gel scheidt de groepen eiwitten op grond van hun molecuulmassa (bron 28B). De groepen eiwitten komen naast elkaar op de kathode van de tweede gel. Die gel werkt als ‘stroop’. Hoe groter de moleculen, des te trager ze bewegen in het elektrische veld over de gel. Hierdoor zijn na verloop van tijd de kleinere moleculen verder door de gel heen gelopen dan de grotere. Dat splitst de groepen eiwitten op molecuulmassa. Met kleurstoffen maakt de onderzoeker de individuele eiwitten zichtbaar.

Wat wordt er met eiwitten gedaan in een massaspectrometer?

Onderzoekers kunnen verschillende eiwitten in een monster ook aantonen met een massaspectrometer (bron 28C1). Ze bestralen een eiwitmonster in het vacuüm van een ionisatiekamer met een laser, waardoor de gasvormige eiwitmoleculen elektronen afgeven en veranderen in positieve ionen (1). Een elektrisch veld in de massaspectrometer versnelt de ionen (2).

Hoe kunnen eiwitten onderscheiden worden met behulp van een massaspectrometer?

Omdat de deeltjes een verschillende massa hebben, verschilt de snelheid waarmee ze door een vacuümbuis vliegen en het tijdstip ('time of flight') waarop ze bij de detector van de massaspectrometer aankomen. Eiwitten met een hoge massa doen er langer over dan eiwitten met een lage massa.

Een detector maakt de verschillende ionen zichtbaar in een massaspectrum in de vorm van een reeks van piekjes (bron 28C2), waarna identificatie van de eiwitten met behulp van een computer mogelijk is.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo