DNA - Het maken van polypeptideketens

21 belangrijke vragen over DNA - Het maken van polypeptideketens

Wat zijn twee eigenschappen van mRNA?

Een mRNA-molecuul is enkelstrengs; het bestaat uit slechts één streng. Een mRNA-molecuul bevat de informatie van één gen, op basis waarvan ribosomen een of meerdere eiwitten kunnen vormen.

Wat is de koppelplaats van RNA-polymerase?

Dit gebeurt op zo’n 25 baseparen vóór het gen bij de promotor, het stukje DNA dat het activeren van het gen regelt en het startpunt is voor de transcriptie. De koppelplaats van het RNA-polymerase ligt bij de volgorde 3’-TATAAA-5’, de zogeheten TATA-box, aan het begin van de promotor.

Wat is de functie van de promotor?

Door de promotor vindt transcriptie altijd plaats aan dezelfde DNA-streng: de matrijsstreng of template.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In welke richting leest het RNA-polymerase de DNA-streng af?

Na binding aan de promotor schuift het RNA-polymerase langs het DNA in de afleesrichting van 3’→5’, waarbij het RNA-nucleotiden aan elkaar koppelt in de 5’→3’ richting.

Hoe kan een hoge mRNA-productie mogelijk gemaakt worden?

Grote aantallen moleculen RNA-polymerase gaan na elkaar langs de matrijsstreng en maken zo een hoge mRNA-productie mogelijk.

Waarom heet de DNA-streng die niet afgelezen wordt door het RNA-polymerase de coderende streng?

Het gevormde mRNA heeft dezelfde code als de streng tegenover de matrijsstreng, alleen zijn de T’s vervangen door U’s. Deze DNA-streng heet daardoor de coderende streng.

Waar stopt het RNA-polymerase met het aflezen van de DNA-streng?

RNA-polymerase stopt bij het eindsignaal van de transcriptie: de sequentie 3’-TTATTT-5’. Eiwitten koppelen daar het RNA-polymerase en de mRNA-keten los van de matrijsstreng. Het complete gen is nu van begin tot einde overgeschreven naar mRNA.

Wat zit er aan beide einden van het mRNA?

Beide einden van het mRNA hebben aan het begin en aan het einde ook nog een deel dat niet coderend is: een UTR (UnTranslated Region, Binas 71H).

Wanneer is mRNA nog pre-mRNA?

Het gevormde mRNA ondergaat nog verschillende bewerkingen voordat het de celkern verlaat. Het heet nu nog pre-mRNA.

Waardoor wordt de levensduur van het mRNA verkort?

De pre-mRNA-streng krijgt aan het 3’-einde een poly-A-staart van 50-250 A’s achter elkaar (Binas 71H). Die staart slijt tijdens het gebruik van het mRNA. Dat verkort de levensduur van het molecuul: enzymen in het grondplasma zullen het mRNA uiteindelijk afbreken.

Wat is de functie van de 5'-cap?

Al tijdens de transcriptie verbinden enzymen een guanine-nucleotide aan het 5’-begin van het mRNA met een CH3-groep: de 5’-cap. Deze cap maakt het mRNA stabieler en speelt onder andere een rol in het vervoer van het mRNA vanuit de celkern naar het grondplasma en het starten van de translatie.

Wat is de laatste bewerking van het mRNA voordat het naar het grondplasma gaat?

Bij het mRNA van eukaryoten volgt ten slotte nog het verwijderen van introns: delen die niet coderen voor een eiwit. Dit proces heet splicing.

Wat vormt het definitieve mRNA dat naar het grondplasma gaat? (3)

De overblijvende exons, koppelen aaneen en vormen samen met de cap en de poly-A-staart het definitieve mRNA dat naar het grondplasma gaat.

Wat is het gevolg van alternatieve splicing?

Door een alternatieve splicing kan één gen meerdere mRNA’s opleveren, afhankelijk van welke exons in het definitieve RNA terechtkomen. Hierdoor kunnen onze (ongeveer) 20 000 genen voor meer dan 100 000 eiwitten coderen.

Hoe komt het dat er meerdere codons zijn voor de aminozuren?

Drie opeenvolgende RNA-nucleotiden, een codon, vormen steeds de code voor een aminozuur. Met een code van drie plaatsen (tripletten) en vier variaties aan basen per plaats zijn 43 = 64 verschillende codes mogelijk. Er zijn twintig verschillende aminozuren. Voor de meeste aminozuren zijn meerdere codons beschikbaar.

Hoe wordt de translatie voorbereid bij het ribosoom?

Met zijn 5’-UTR-uiteinde (de 5'-cap) koppelen de mRNA-streng en het kleine deel van het ribosoom (bron 9). Het ribosoomdeel schuift in de 5’→3’ richting tot aan het startcodon AUG. Hier begint de translatie (Binas 71J). Daarbij spelen ook tRNA's (transport-RNA) een rol, voor ieder aminozuur is er minimaal één specifiek tRNA (soms meer, 2, 4 of maximaal 6).

Hoe begint de translatie met het startcodon?

Aan het startcodon 5’-AUG-3’ van het mRNA koppelt altijd een tRNA met anticodon 3’-UAC-5’. Dat tRNA neemt altijd het aminozuur methionine mee: het eerste aminozuur van de peptideketen. Heel vaak koppelen enzymen dit eerste aminozuur in een later stadium van de eiwitsynthese er weer af.

Hoe gaat de translatie verder na het koppelen van methionine?

Na het aankoppelen van het tRNA met methionine koppelt het grote deel van het ribosoom vast en gaat de translatie verder. Een nieuw tRNA hecht aan het triplet naast het startcodon (bron 9). Het ribosoom koppelt methionine los van het eerste tRNA en verbindt het met het aminozuur van het tweede tRNA. Het ‘lege’ tRNA laat los van het ribosoom. Het ribosoom schuift drie nucleotiden op in de 5’→3’ richting, het proces herhaalt zich en de peptideketen groeit.

Hoe stopt de translatie?

Zodra een stopcodon (Binas 71G) bereikt is, bindt een ontkoppelingseiwit aan het mRNA (bron 9). Hierdoor komen de polypeptideketen en het mRNA los van het ribosoom, dat weer in twee delen splitst.

Wat vergroot de productiecapaciteit van polypeptideketens?

Aan één mRNA kunnen vlak na elkaar meerdere ribosomen binden die ieder een polypeptideketen maken. Dat vergroot de productiecapaciteit.

Wat is het gevolg van de wiebelbase?

Dat betekent dat hetzelfde tRNA op het mRNA koppelt aan tripletten waarvan het laatste nucleotide verschilt. Je kunt uit de aminozuurvolgorde dus niet de exacte nucleotidenvolgorde afleiden, waardoor eiwitten ongeschikt zijn voor forensisch onderzoek.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo