Startpagina / Samenvattingen / Nectar (4e editie) - 6VWO / operon-structuurgenen-eiwitproductie

DNA - Genregulatie - Genexpressie in bacteriën

4 belangrijke vragen over DNA - Genregulatie - Genexpressie in bacteriën

Wat is een voordeel van de eiwitproductie van prokaryoten?

Prokaryoten hebben cirkelvormig DNA los in de cel. Ze kunnen hun eiwitproductie heel snel aanpassen aan wisselende omstandigheden.

Waar bestaat het operon bij prokaryoten uit?

De structuurgenen liggen achter de zogeheten operator en promotor. Samen met de structuurgenen vormen ze het operon.

Wat is het verschil in de functie van de promotor en die van de operator bij prokaryoten?

De promotor is de plaats waar het RNA-polymerase vasthecht. De operator werkt als een aan-uitschakelaar voor de transcriptie.

Hoe wordt de operator bij prokaryoten bediend?

Een regulatorgen dat buiten het operon ligt, bedient deze schakelaar. Het codeert voor een repressoreiwit dat aan de operator bindt en de transcriptie blokkeert; de schakelaar staat uit.

In het geval van het lac-operon in de bacterie E. coli, maakt lactose het repressoreiwit inactief, het kan nu niet meer aan de operator binden. Het operon staat nu aan. Het RNA-polymerase dat aan de promotor bindt, kan dan starten met de transcriptie. Het vormt één lang mRNA-molecuul waarmee de ribosomen de drie enzymen maken die samenwerken bij de dissimilatie van lactose.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Nectar (4e editie) - 6VWO

Bekijk samenvatting