Samenvatting: Nectar 5E Editie Biologie Vmbo-T/havo Deel 2 | 9789001880484 | Akkerman, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nectar 5e editie biologie vmbo-t/havo deel 2 | 9789001880484 | Akkerman/Den Hertog/Hulst

• 9 Gezondheid

• 9.1 Ongezond

  Dit is een preview. Er zijn 26 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke gevolgen heeft alcohol op de korte termijn?

  Als je veel drinkt ga je je eerst aangeschoten voelen. Als je nog meer drinkt word je dronken.

• Waarom moet je als je jong bent extra oppassen met alcohol?

  Als je jong bent moet je extra oppassen met alcohol omdat je hersenen nog in ontwikkeling zijn.

• Welk gevolg heeft alcohol op de lange termijn op de lever?

  Het gevolg van alcohol op de lange termijn op de lever is dat de levercellen afsterven.

• Wat doen stimulerende middelen?

  • Laten hersenen sneller werken
    
  • Je voelt je actiever

• Wat doen bewustzijnsveranderende middelen?

  • Laten hersenen anders werken
    
  • Zorgen ervoor dat je de werkelijkheid anders beleeft
  • Het kan zijn dat je denk dat iedereen naar je kijkt en dat je daardoor heel bang wordt

• 9.2 Goed geregeld

  Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke twee manieren reageert je lichaam op veranderingen?

  • Je lichaam verwijdert de stoffen waarvan er te weinig in je bloed zitten. 
    
  • Je lichaam vult stoffen aan waarvan er te weinig in je bloed zitten. Zo houd je lichaam de hoeveelheid stoffen in je bloed zoveel mogelijk constant (hetzelfde).

• In welke organen gaan de stoffen in en uit?

  • In je ademhalingsstel gaat zuurstof je bloed in en gaan koolstofdioxide en water je bloed uit. 
    
  • In de spieren gaan glucose en zuurstof het bloed uit en koolstofdioxide en water het bloed in. 
  • In het verteringsstelsel komen glucose en andere voedingstoffen in het bloed. 
  • In de nieren gaan water en andere afvalstoffen het bloed uit. 
  • In de huid gaan zouten en water het bloed uit.

• Wat zijn insuline en glucagon?

  Twee hormonen waar je lichaam glucose uithaalt in je bloed.

• 9.3 Je huid

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat gebeurt er in je huid als je moet afkoelen?

  • Bloedvaten in huid worden wijder, zodat er meer bloed kan doorstromen. De huid wordt daardoor rood en warm en die extra warmte wordt afgegeven aan de omgeving zodat je afkoelt.
    
  • Zweetklieren maken meer zweet. Door de warme van de huid verdampt het zweet en koel je af.

• Wat gebeurt er in je huid als je moet opwarmen?

  • Bloedvaten in huid worden nauwer, waardoor er minder bloed doorheen stroomt en het lichaam de warmte beter vast houdt. De huid is hierdoor bleker.
    
  • Door te rillen bewegen veel spieren een beetje, waardoor er warmte vrij komt.