Eten - Voedsel verteren - nask

27 belangrijke vragen over Eten - Voedsel verteren - nask

Hoe kun je een snelle beweging vastleggen? Noteer twee manieren.

1 door de beweging met korte tussenpozen te fotograferen (of te filmen)
2 door een stroboscopische foto te maken van de beweging

Rolanda heeft een video-opname gemaakt van een vallende basketbal. Nu wil ze een plaats-tijdtabel van deze beweging maken.


Welke twee dingen moet ze eerst nagaan, voordat ze de tabel kan invullen?




Rolanda moet nagaan:
– met welke tussenpozen de momentopnames zijn gemaakt;
– welke schaal gebruikt is.
Feedback

Peter werkt met een programma voor het analyseren van videobeelden. Hij wil het programma een (x,t)-diagram laten tekenen van een optrekkende auto. Zijn docent waarschuwt hem dat hij daarvoor niet zomaar elke video-opname kan gebruiken: “De camera moet tijdens de opname stilstaan.”


Wat gaat er fout, als de camera wel met de auto mee beweegt?

Dan staat de auto niet op de juiste plaats op de video-opname.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bij wielerwedstrijden wordt vaak de gemiddelde snelheid berekend van de winnaar en van het peloton.

a
Welke gegevens heb je nodig om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen?

de tijd de afstand en seconden

Met welke formule (in letters) kun je daarna de gemiddelde snelheid uitrekenen?

gem v s & t

Je kunt de gemiddelde snelheid opgeven in m/s of in km/h.

a
Hoe kun je een snelheid in m/s snel omrekenen naar km/h?

door te vermenigvuldigen met 3,6

Hoe kun je een snelheid in km/h snel omrekenenen naar m/s?

door te delen door 3,6

De familie De Ruiter gaat met de auto op vakantie. De afstand tussen hun woonplaats Drachten en hun vakantieadres in Confolens (midden Frankrijk) is 1100 km. Ze gaan om vier uur 's ochtends weg en komen om vijf uur 's middags aan.

a
Bereken de gemiddelde snelheid in km/h. Noteer de hele berekening: gegevens, gevraagd en uitwerking.

gegevens:
afstand = 1100 km
tijd = 13 h
vgem=stvgem=st

vgem=110013vgem=110013 ≈ 85 km/h

De auto rijdt gedurende het grootste deel van de reis sneller dan 120 km/h. Toch is de gemiddelde snelheid een stuk lager.

b
Waaraan zou dat liggen?

De auto staat stil als de bestuurder een pauze neemt of moet tanken.

Bij de wereldkampioenschappen juniorenatletiek van 2018 rende de Amerikaan Eric Harrison de 100 meter in 10,39 s en de 200 meter in 20,73 s.

a
Bereken voor elke afstand de gemiddelde snelheid in m/s en in km/h.
Schrijf de volledige berekening op.

afstand = 100 m
tijd = 10,39 s
vgem=stvgem=st
vgem=10010,39vgem=10010,39 ≈ 9,62 m/s
vgemvgem = 9,62 × 3,6 = 34,63 km/h
afstand = 200 m
tijd = 20,73 s
vgem=stvgem=st
vgem=20020,73vgem=20020,73 ≈ 9,65 m/s
vgemvgem = 9,65 × 3,6 = 34,74 km/h

BDe gemiddelde snelheid is bij de 200 meter groter dan bij de 100 meter.
Geef daarvoor een verklaring.

Tijdens de eerste seconden is de snelheid van Eric Harrison nog laag. Dit heeft bij een korte race (100 m) meer invloed op de gemiddelde snelheid dan bij een wat langere (200 m) race.

Lars gaat een fietstocht maken. Omdat hij een fietscomputer heeft, weet hij dat zijn gemiddelde snelheid bij zo'n tocht ongeveer 18 km/h is.
Lars heeft een route door het bos uitgestippeld van Arnhem naar Harderwijk. De route is 63 km.

a
Bereken hoelang hij ongeveer over die afstand zal doen.

t=svgemt=svgem

t=6318t=6318= 3,5 uur

Een dag later wil Lars nog een tocht maken. Hij wil niet langer dan zes uur onderweg zijn.

b
Bereken welke afstand Lars hoogstens kan afleggen in die zes uur.




s = v × t
s = 18 × 6 = 108 km
Lars kan maximaal 108 km afleggen in 6 uur.
Feedback

Een deelnemer aan de triatlon legt de 3,8 km zwemmen af in twee uur, de 180 km fietsen in vijf uur en de 42 km marathon in drie uur.

a
Bereken de gemiddelde snelheid voor elk van de drie onderdelen afzonderlijk (in km/h).




zwemmen

vgem=stvgem=st

vgem=vgem= 3,823,82 = 1,9 km/h

fietsen

vgem=stvgem=st

vgem=1805vgem=1805 = 36 km/h

marathon

vgem=stvgem=st

vgem=423vgem=423 = 14 km/h
Feedback

Fleur nadert met de auto een stoplicht in de bebouwde kom met een snelheid van 50 km/h. Als ze 300 m van het stoplicht af is, ziet ze het licht op groen springen. Ze weet dat het licht 20 s op groen blijft staan.


Bereken of ze het groene licht kan halen zonder de maximumsnelheid van 50 km/h te overschrijden.

50 km/h = 503,6503,6 = 14 m/s
De tijd die Fleur nodig heeft om 300 m af te leggen is:

t=svgemt=svgem

t=30014t=30014 ≈ 21,4 s

Fleur kan het groene licht dus niet halen zonder de maximumsnelheid te overschrijden.
Ook goed:
50 km/h = 503,6503,6 = 14 m/s
De afstand die Fleur in 20 s af kan leggen is:
s = vgem × ts = vgem × t
s = 14 × 20 = 280 ms = 14 × 20 = 280 m

Fleur kan het groene licht dus niet halen zonder de maximumsnelheid te overschrijden.

Jeroen fietst in drie uur van Middelburg naar Bergen op Zoom (een afstand van 60 km). Over de terugweg doet hij vier uur.

a
Bereken zijn gemiddelde snelheid op de heenweg.

vgem=stvgem=st

vgem=603vgem=603= 20 km/h

Bereken zijn gemiddelde snelheid op de terugweg.

vgem=stvgem=st

vgem=604vgem=604= 15 km/h

CHoe noem je een beweging waarvan de snelheid steeds kleiner wordt?

Een vertraagde beweging

Zijn de volgende bewegingen versneld, eenparig of vertraagd?

a
De beweging van je fiets als je zonder te trappen een heuvel op gaat.

Vetraagd

BDe beweging van een sneltrein gedurende het grootste deel van de reis.

Een eenparig

AVan welke drie factoren hangt het af, hoe lang de remweg van een auto is?




De remweg van een auto hangt af van:
– de beginsnelheid;
– de (totale) massa van de auto;
– de remkracht.
Feedback

Welk verband bestaat er tussen de snelheid van een auto en zijn remweg?

Als de snelheid n keer zo groot wordt, wordt de remweg n2 keer zo lang.

CHoe verandert je remweg, wanneer je iemand meeneemt achter op je fiets?

De remweg wordt langer.

Door welke oorzaken kan iemands reactietijd langer zijn dan normaal?

De reactietijd wordt langer als:
– je niet oplet of moe bent;
– je alcohol of drugs hebt gebruikt;
– je (sommige) medicijnen gebruikt.

Noteer drie voorbeelden van zulke slechte omstandigheden.




Drie omstandigheden zijn:
– slechte banden;
– slechte remmen;
– glad wegdek.
Feedback

In zo'n situatie moet de bestuurder van de auto zijn rijstijl aanpassen.

b
Noteer twee dingen die hij kan doen om de kans op ongelukken te verkleinen.

De bestuurder kan langzamer rijden en meer afstand houden tot zijn voorganger.

De overheid adviseert automobilisten om op doorgaande wegen 'minstens 2 seconden afstand te houden'.
Twee auto's rijden met een constante snelheid van 130 km/h op de snelweg achter elkaar aan. De achterste bestuurder houdt zich exact aan de '2 seconderegel'.

a
Bereken de afstand tussen de twee auto's.3

130 km/h = 130 : 3,6 ≈ 36 m/s
s = v · t
s = 36 × 2 = 72 m

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo