Samenvatting: Nectar Biologie Vwo 6

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van nectar biologie vwo 6

  • 21 Afweer

  • 21.1 Geen indringers

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de naam van de buitenste laag van de opperhuid? (Binas 87A)

    De hoornlaag, deze laag bestaat uit dode, verdroogde cellen. De oude dochtercellen vormen deze laag.
  • Wat is de basale cellenlaag? (Binas 87A)

    Vanuit de basale cellenlaag groeit de afslijtende opperhuid aan. Het is een dun laag en bestaat uit delende stamcellen.
  • 21.2 Niet-specifieke afweer

    Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Door contact van de complementeiwitten met een ziekteverwekker start een cascade aan chemische omzettingen. Dat leidt tot drie mogelijke reacties:

    1. Lysis
    2. chemotaxis
    3. opsonisatie
  • 21.3 Specifieke afweer en antistoffen

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen MHC-I-moleculen en MHC-II-moleculen?

    MHC-I is te vinden op de celmembranen van al je lichaamscellen (alle cellen met een celkern).

    MHC-II = Eiwitmolecuul dat een antigeen van een ziekteverwekker bevestigt aan het celmembraan van witte bloedcellen (macrofagen etc) en het op deze wijze, als APC, presenteert aan andere witte bloedcellen van het specifieke afweersysteem.
  • De APC verplaatst zich via de lymfevaten van het lymfevatenstelsel en gaat naar de lymfeknopen. Wat zijn de lymfeknopen?

    verdikking in het lymfevatenstelsel, plaats met veel witte bloedcellen.
    De lymfeknopen zitten vooral in de liezen en oksels, in de keel en om de darmen.  Grote lymfeknopen zijn je neus-en keelamandelen en je milt.
  • Het overgrote deel van de T- en B-lymfocyten bevindt zich in de lymfeknopenWaar ontstaan B-cellen en waar maken ze hun ontwikkeling af?Waar ontstaan T-cellen en waar maken ze hun ontwikkeling af?

    B-cellen
    • ontstaan in het rode beenmerg
    • maken hun ontwikkeling af in follikels in de lymfeknopen

    T-cellen

    • ontstaat in het rode beenmerg
    • gaat daarna naar de thymus (orgaan achter het borstbeen) voor een controle op het kunnen onderscheiden van lichaamseigen en lichaamsvreemde antigenen.
    • Na controle gaat de T-lymfocyt naar een lymfeknoop.
  • Bepaalde witte bloedcellen zoals dendritische cellen (APC) en macrofagen, starten de specifieke afweer.Wat is dendritische cel?En hoe kan dit cel de specifieke afweer starten?

    Witte bloedcel van de specifieke afweer, neemt met zijn uitlopers bacteriën op en breekt ze af.

    Na fagocytose en afbraak komen de antigenen van de ziekteverwekkers op het celmembraan van de dendritische cellen terecht. Dit gebeurt met behulp van MHC-II-moleculen. Hiermee is het voor andere witte bloedcellen duidelijk dat er een infectie is
  • 21.4 Immuniteit, allergieën en medicijnen

    Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is kunstmatige active immunisatie?

    Immuniteit die ontstaat nadat het afweersysteem in contact is geweest met een vaccin.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart