Gezondheid - Bloed en orgaan donatie

27 belangrijke vragen over Gezondheid - Bloed en orgaan donatie

Wat is een bloedtransfusie en wanneer kan je dit nodig hebben ?

Dat is het toedienen van bloed.

Bij een bloedtransfusie wordt bloed van een gezond persoon – de bloeddonor – overgebracht naar iemand die bloed of bestanddelen uit het bloed nodig heeft.

Soms verliezen mensen door een ongeluk of bij een operatie veel bloed. Dat bloedverlies kan door een bloedtransfusie worden aangevuld.

Wanneer heeft iemand een bloedtransfusie met bloedplasma nodig ?

Mensen met ernstige brandwonden, ernstige infecties en hemofilie (een ziekte waarbij het bloed niet goed stolt) krijgen bloedplasma.

(Bij een plasma transfusie krijg je vooral vocht met eiwitten)

Wanneer heeft iemand een bloedtransfusie met bloedplaatjes nodig ?

  • Leukemiepatiënten krijgen bloedplaatjes (en ook rode bloedcellen). Leukemie is de verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker. De vorming van witte bloedcellen is dan ontregeld. Er ontstaan te veel witte bloedcellen, maar die zijn nog niet rijp.
  • Door de grote hoeveelheid witte bloedcellen komt de productie van de andere onderdelen van het bloed in het gedrang. Omdat een tekort aan bloedplaatjes tot bloedingen leidt, krijgen patiënten met leukemie bloedplaatjes toegediend.


Samen met stollingseiwitten zijn bloedplaatjes belangrijk voor stolling van je bloed.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


Je witte bloedcellen maken antistoffen tegen de antigenen die jijzelf niet hebt. Die antistoffen heten anti-A (antistoffen tegen antigeen A) en anti-B (antistoffen tegen antigeen B). De antistoffen zitten in je bloedplasma.
Vertel bij welke bloedgroep je welke antistoffen in je bloedplasma hebt zitten.

  • Als je bloedgroep A hebt, zit er anti-B in je bloedplasma.
  • Als je bloedgroep B hebt, zit er anti-A in je bloedplasma.
  • Als je bloedgroep AB hebt, zitten er geen antistoffen in je bloedplasma.
  • Als je bloedgroep 0 hebt, zitten anti-A en anti-B in je bloedplasma.

Bij een transfusie met rode bloedcellen mag de ontvanger van het bloed géén antistoffen hebben tegen het antigeen op de bloedcellen van de donor. Is dat wel het geval, dan ontstaat er ?

Bloedklontering.

Waarom is bloedklontering gevaarlijk ?

Doordat zulke klonteringen bloedvaatjes verstoppen. Mensen met b.v. bloedgroep B kunnen dus geen bloed ontvangen van mensen met bloedgroep A of AB.


Welke bloedtransfusies zijn mogelijk?
Vul het schema in:
  • kruis het rondje aan als het bloed gaat klonteren
  • kleur het rondje rood als een bloedtransfusie mogelijk is

Een ontvanger met bloedgroep AB kan alles ontvangen en een donor met bloedgroep O kan aan iedereen bloed geven.

Voordat iemand een bloedtransfusie krijgt, bepaalt een arts zijn of haar bloedgroep. Hoe zou een arts dat kunnen testen ?

  • Er worden twee druppels bloed op een objectglaasje gedaan.
  • Bij de ene druppel bloed wordt testvloeistof met ‘anti-A’ gedruppeld en bij de andere druppel bloed komt testvloeistof met ‘anti-B’.
  • Vervolgens kijkt de arts of er klontering optreedt.

Als mensen vertellen wat hun bloedgroep is, zeggen ze ook vaak dat ze positief of negatief zijn. Bijvoorbeeld: A positief, AB positief of o negatief. Wat bedoelen ze met positief of negatief ?

Met ‘positief’ of ‘negatief’ vertel je wat de resusfactor van je bloed is.

Moet je bij een bloedtransfusie rekening houden met de resusfactor?

Ja, als een ontvanger resusnegatief bloed heeft, maakt hij antistoffen tegen resuspositief bloed, waardoor de rode bloedcellen stukgaan.

Ongeveer 85% van alle mensen is resuspositief. Bij de overige 15% van de mensen ontbreekt het resusantigeen; zij zijn resusnegatief.

Hoe kan een resusnegatieve vrouw zwanger zijn van een resuspositieve baby ?

Doordat de vader resuspositief is.

Kan bij een eerste bevalling de baby ook een resusziekte krijgen ?

Nee, omdat je bij een 1e zwangerschap nog geen antistoffen hebt aangemaakt.

Wat gebeurt er als de resus antistoffen in het bloed van de baby komen ?

De antistoffen van de moeder maken de rode bloedcellen van de baby dan kapot.
De baby krijgt zo bloedarmoede en daardoor zuurstofgebrek. Je noemt dit de resusziekte.

Soms is het zo ernstig dat een bloedtransfusie in de baarmoeder al nodig is.

Hoe kan je de resusziekte voorkomen ?

Resusnegatieve vrouwen die een resuspositieve baby dragen, krijgen dan tijdens de zwangerschap en na de geboorte een resusprik.

De resusprik bevat antistoffen die resuspositieve bloedcellen van de baby meteen opruimen als die in het bloed van de moeder komen.

Hierdoor maakt de moeder zelf geen antistoffen en kan bij een volgende zwangerschap de baby geen resusziekte krijgen.

Maken mensen met  resuspositief bloed ook antistoffen aan tegen resusnegatief bloed ?

Nee, een baby kan alleen de resusziekte krijgen als de moeder resusnegatief is en de baby resuspositief.

Welke bloedtransfusies zijn mogelijk als je rekening houdt met de bloedgroepen AB0 en de resusbloedgroep? Vul het schema in met donorbloed A als voorbeeld. Zet een kruisje als transfusie mogelijk is.

Een resuspositieve ontvanger kan dus gewoon bloed krijgen van iemand die resusnegatief is.
Andersom kan niet !


Joost zegt: Als je voor het eerst een bloedtransfusie krijgt, maakt het niet uit of je bloed met een positieve of negatieve resusfactor krijgt.

Klopt het wat Joost zegt? Leg je antwoord uit.

Nee, als iemand met resusnegatief bloed resuspositief bloed krijgt, gaat hij antistoffen maken tegen het resusantigeen.

  1. Wat is de bloedgroep?
  2. Bevat dit bloed wel of geen antigeen?
  3. Norie heeft een bloedtransfusie nodig. Ze heeft bloedgroep AB –. Kan het bloed van de foto gebruikt worden?
  4. Kan er ook bloed van een resusaap met bloedgroep AB – gebruikt worden?

  1. 0+
  2. Wel (het resus antigeen)
  3. Nee, want Norie maakt antistoffen tegen resuspositief bloed. Bij bloedtransfusie gaan de rode bloedcellen stuk.
  4. Nee, want een resusaap heeft andere antigenen dan een mens, waardoor gevaarlijke reacties kunnen optreden.

Als bij een chronische ziekte een orgaan steeds slechter gaat werken, krijgt de patiënt soms het orgaan van iemand anders. Hoe noemen we dit ?

Orgaantransplantatie* =  een ziek orgaan vervangen door een donororgaan.

Hoe noemen we de persoon die een orgaan 'weggeeft'?

Een donor.

In de afbeelding staan voorbeelden van donororganen en donorweefsels.

Lezen.

Waardoor wordt een nieuw orgaan door het lichaam niet altijd geaccepteerd ?

Dat het afweer. Op de cellen van het donororgaan zitten lichaamsvreemde antigenen. De witte bloedcellen maken antistoffen tegen deze antigenen.

Wanneer is de kans op afstoting van een donororgaan kleiner ?

Als de eiwitten op de cellen van de organen van donor en ontvanger op elkaar lijken.

Doordat de weefsels meer op elkaar lijken, (meer vergelijkbare antigenen hebben), is er minder kans op afstoting.

Hoe kan je ervoor zorgen dat de eiwitten op de cellen van donor en de ontvanger op elkaar lijken ?

  • Die weefselkenmerken zijn erfelijk bepaald.

  • Organen van familieleden worden daardoor minder snel afgestoten dan organen van een vreemde.

Gaan donororganen een leven lang mee ?

Nee, ondanks gebruik van afstotingsremmers, is na vijf jaar ongeveer een derde van de getransplanteerde organen afgestoten.

Kan je een nier donoren terwijl je nog leeft ?

Ja, de donor houdt dan één gezonde nier over en kan daar goed mee leven.

Andere organen, bijvoorbeeld lever of hart, kun je pas doneren als je bent overleden. Je kunt op een formulier aangeven of je na je dood wel of geen organen wilt afstaan. Hoe heet dit register waar dit wordt bijgehouden ?

Donorregister.

Er is in Nederland een groot tekort aan donororganen.
Daardoor staat een patiënt vaak heel lang op een wachtlijst voordat er een geschikt orgaan voor hem is.
Hoe meer mensen ‘ja’ zeggen tegen orgaandonatie, hoe korter de wachtlijsten worden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo