Gezondheid - Goed geregeld

31 belangrijke vragen over Gezondheid - Goed geregeld

Je lichaam houdt de omstandigheden constant met behulp van regelkringen. Hoe werkt dat ?


  • Zintuigen meten een bepaalde omstandigheid.

  • Je hersenen vergelijken deze waarde met een norm, dat is de waarde die het moet zijn.

  • Als de waarde niet met de norm overeen komt, sturen je hersenen via je zenuwstelsel een boodschap naar één of meerdere organen.

  • Die organen reageren en zorgen dat de waarde weer op de norm komt.

Als de waarde niet met de norm overeen komt, sturen je hersenen via je zenuwstelsel een boodschap naar één of meerdere organen.

De regeling kan ook via hormonen verlopen. Wat zijn hormonen ?

Dat zijn regelstoffen die allerlei processen in je lichaam regelen.

Een voorbeeld van een regelkring is de regeling van je ademhaling.

  • Zintuigcellen in je bloedvaten meten de hoeveelheid koolstofdioxide in je bloed.
  • Je hersenen vergelijken deze waarde met de norm (4 mL koolstofdioxide per 100 mL bloed).
  • Als het gehalte koolstofdioxide hoger is dan de norm, regelt je hersenstam dat je sneller en dieper gaat ademhalen.
  • Zo geef je meer koolstofdioxide af en daalt het gehalte in je bloed tot het op de norm is.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De regeling door insuline en glucagon werkt als volgt.
2.  Glucosegehalte daalt.

  • Je cellen gebruiken glucose uit je bloed voor de verbranding. Daardoor daalt het glucosegehalte.
  • Je lichaam meet dat er te weinig glucose in je bloed zit.
  • Je alvleesklier geeft het hormoon glucagon af.
Glucagon regelt dat glycogeen wordt omgezet in glucose. Glucose uit je lever gaat naar het bloed.
De spieren breken hun eigen voorraad glycogeen af om glucose te krijgen.
  • Doordat glucose uit je lever naar het bloed gaat, stijgt het glucosegehalte van je bloed weer tot normaal.

Door de wisselwerking tussen insuline en glucagon krijgen je cellen steeds voldoende glucose om te verbranden en wordt de glucosevoorraad in je lichaam in balans gehouden. Je ziet dat in bron 6.

Lezen

In de alvleesklier zitten cellen die de hormonen insuline en glucagon maken. Wat wordt er nog meer gemaakt in de alvleesklier en waar is dit voor?

  • Alvleessap,
  • Gaat naar de twaalfvingerige darm en zorgt voor de vertering van koolhydraten, vetten en eiwitten in je darmen.

Hoe wordt alvleessap afgevoerd?

Via afvoerbuisje.


Hoe gaat de bijstelling in zijn werk? Vul de zinnen aan.

1 Als het glucosegehalte in het bloed lager is dan de norm: ...
2 Als het glucosegehalte in het bloed hoger is dan de norm: ...

  1. Dan geven de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier glucagon af, waardoor de lever glucose afgeeft aan het bloed.
  2. Dan geven de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier insuline af, waardoor de spieren en lever glucose opnemen vanuit het bloed.

Jan en Silke eten een bord spaghetti. Na het eten gaat Jan tv-kijken en Silke skeeleren.
Bij wie wordt er het snelst na de maaltijd glycogeen afgebroken tot glucose? Bij Jan, bij Silke of bij allebei even snel? Leg je antwoord uit.

Bij Silke, want bij skeeleren is meer glucose voor de verbranding nodig dan bij tv-kijken. Daardoor daalt het glucosegehalte van het bloed bij Silke sneller dan bij Jan en is het sneller te laag.

Waardoor komt het dat de hoeveelheid glucose in het bloed te hoog is bij suikerziekte / diabetes?

De cellen nemen te weinig glucose uit het bloed op, doordat de insuline-regeling niet goed werkt.
Ook slaan de spieren en de lever te weinig glucose op.

De hoeveelheid glucose in het bloed is daardoor te hoog.

Diabetespatiënten moeten zelf de hoeveelheid glucose in hun bloed regelen. Hoe doen ze dat ?

Ze doen dat door regelmatig het glucosegehalte van hun bloed te meten.

Is het gehalte te laag, dan moeten ze snel iets eten of drinken waar glucose in zit.

Is het gehalte te hoog, dan dienen ze zichzelf insuline toe met een injectiepen of ze dragen een insulinepomp.


Martijn is vaak moe.

Leg uit dat die klacht bij suikerziekte hoort. Beschrijf zo goed mogelijk waardoor de klacht ontstaat.

Bij suikerziekte slaan de lever en spieren glucose niet op als glycogeen. Bij inspanning is er geen reservevoorraad glycogeen die weer omgezet kan worden in glucose. Daarnaast kan weinig glucose direct worden opgenomen voor de verbranding. Daardoor heb je dus weinig energie en ben je dus snel moe.


Bij Brigit is de hoeveelheid glucose in het bloed gemeten.
De resultaten staan in het diagram.

De hoeveelheid glucose in Brigits bloed schommelt rond de norm. Waardoor schommelt de waarde?

De stijging wordt veroorzaakt door inname van eten en drinken of afgifte van glucagon en de daling door verbranding en opname in lever- en spiercellen.

De lever controleert de samenstelling van het bloed en reageert door bepaalde stoffen te maken of juist af te breken. Het bloed wordt daarna afgevoerd via de leverader.
Je kunt de lever vergelijken met een fabriek waarin verschillende processen zich afspelen.

Wat is de leverader ?

Hierdoor stroomt zuurstofarm bloed van de lever naar de onderste holle ader.

Welke processen vinden plaats in je lever? Kies de juiste antwoorden.

Extra uitleg: rode bloedcellen worden in je beenmerg gemaakt.

Ureum wordt uitgescheiden door de nieren.

Wat is de taak van je lever bij de vertering van voedsel?

De lever maakt gal, een hulpstof bij de vertering van vetten (emulgeren).


Tussen de alvleesklier en de lever zit ook een bloedvat.

Waarvoor is het belangrijk dat de alvleesklier een rechtstreekse verbinding met de lever heeft?

Zodat de lever snel kan reageren op de hormonen insuline en glucagon en zo het glucosegehalte van het bloed kan regelen.


Je ziet een tekening van de lever met drie bloedvaten. Bepaal met behulp van de volgende aanwijzingen welke naam bij elk nummer hoort.
  • Het glucosegehalte in bloedvat 3 is hoger dan in de bloedvaten 1 en 2.
  • Het ureumgehalte in bloedvat 2 is hoger dan in de bloedvaten 1 en 3.

Hoe heten de bloedvaten 1,2 en 3?

Waar is het zuurstofgehalte het hoogst ?

  1. Leverslagader
  2. Leverader
  3. Poortader


In bloedvat A is het zuurstofgehalte het hoogst.

Wat zijn je nieren en waar liggen ze ?

Orgaan dat bloed filtert.

Je nieren liggen in de buikholte aan de kant van je rug.
Via de nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen in de nieren.

Wat voor een afvalstoffen zitter er in het bloed ?

  1. Giftige stoffen en afbraakproducten uit de lever, zoals ureum of afbraakproducten van alcohol en medicijnen.
  2. Zouten en vitaminen waarvan je te veel hebt gegeten en die overtollig zijn.
  3. Stoffen die overbodig zijn. Je hebt ze niet nodig, bijvoorbeeld kleurstoffen uit cola of bietjes.


De nieren filteren deze afvalstoffen uit het bloed, Waaruit bestaat een nier ?

Elke nier bestaat uit ongeveer een miljoen nefronen. Deze nefronen zuiveren het bloed.

Hoe gaat de zuivering van bloed in een nefron ?

Eerst ontstaat er een voorurine:

  • Ieder nefron begint met een kluwen van haarvaten.
  • De wanden van de haarvaten werken als een filter.
  • Door de bloeddruk wordt een deel van het bloedplasma uit de haarvaten geperst.
  • Dit uitpersen door de bloeddruk heet filtratie.
  • De rode bloedcellen en de grote eiwitten blijven in de haarvaten achter.
  • Het uitgeperste bloedplasma bestaat uit water, zouten, glucose en afvalstoffen en heet voorurine.
  • Je nieren maken elke dag zo’n 180 liter voorurine. 

Stap 2 van voorurine naar urine

  • De voorurine komt terecht in een nierkanaaltje.
  • Vanuit dit nierkanaaltje worden stoffen die je lichaam nog kan gebruiken terug opgenomen in het bloed.
  • Dat terugnemen in het bloed, heet resorptie.
  • Alle glucose en een deel van de zouten worden geresorbeerd.
  • Door osmose gaat 99% van het water vanuit de voorurine naar het bloed.

In het nierkanaaltje gaat 99% van het water uit de voorurine door osmose terug naar het bloed. Wat is osmose ?

Osmose is een proces waarbij een vloeistof, waarin stoffen zijn opgelost, door een zogenaamd halfdoorlatend membraan (een hele dunne wand) stroomt, dat wel de vloeistof doorlaat maar niet de opgeloste stoffen.

Deze zuigkracht ontstaat door het verschil in de concentratie opgeloste stoffen tussen de voorurine in het nierkanaaltje en het bloed in de haarvaten. 

De concentratie opgeloste stoffen is in het bloed hoger en daardoor zuigt het het water uit de voorurine door de wand heen.


Als je een ontsteking in de kluwen haarvaatjes van een nefron hebt, komen er eiwitten in de voorurine terecht.

(als de haarvaten wel goed werken dan blijven de rode bloedcellen en de eiwitten na de filtratie in de haarvaten achter en komen dus niet in de voorurine)

Welke gevolgen heeft dit voor de osmose van water vanuit de voorurine naar het bloed? Gaat er dan meer of minder water vanuit de voorurine naar het bloed? Leg je antwoord uit.

Er gaat dan minder water vanuit de voorurine naar het bloed, want het verschil in concentratie eiwitten tussen de haarvaten en het nierkanaaltje is kleiner. Er zitten dan dus veel meer opgeloste stoffen in de voorurine dan normaal.

Waar wordt de urine opgeslagen ? Hoe verlaat de urine je lichaam ?

In je blaas.

Als de blaas vol is, moet je plassen. De urine verlaat dan via de urinebuis je lichaam. Elke dag ontstaat in de nieren zo’n anderhalve liter urine.


Bekijk de tabel.


Noteer twee stoffen die de nieren uit het bloed halen.

  1. zouten
  2. ureum (de lever breekt het teveel aan aminozuren af en dan ontstaat er ureum)



Via welke weg wordt urine gemaakt en afgevoerd? Zet in de juiste volgorde.

Opdracht 20


Opdracht 21
In de tabel zie je de samenstelling van drie vloeistoffen: bloedplasma, voorurine en urine.  Wat hoort waar ?

  1. Urine. Er zitten geen eiwitten en glucose in urine. Eiwitten zijn er al uitgefilterd in de nefronen. Glucose zat wel in de voorurine, maar is door resorptie weer teruggenomen in het bloed.
  2. Voorurine, want die stof bevat geen eiwitten, maar wel glucose.
  3. Bloedplasma, want alleen in bloedplasma zitten eiwitten.

Wat is nierdialyse en wanneer heb je dat nodig ?

  • Bij sommige mensen werken de nieren niet goed, bijvoorbeeld door een nierziekte. Dat noem je nierfalen.
  • Bij nierfalen worden de afvalstoffen niet goed uit het bloed gefilterd en raakt het lichaam langzamerhand vergiftigd.
  • Nierpatiënten moeten daarom op een andere manier de afvalstoffen uit hun bloed laten halen.
  • Dat kan met behulp van een dialyse-apparaat met een kunstnier.
  • Dat heet dialyseren. 


Opdracht 24
Henk lijdt aan nierfalen. Zijn nieren werken niet.

  1. Welke gevolgen heeft dit voor de samenstelling van zijn bloed?
  2. Waarom mag Henk maar heel weinig drinken?
  3. Waar wordt het bloed tijdens de dialyse gezuiverd, binnen of buiten het lichaam ?
  4. Wordt het apparaat op een ader of een slagader aangesloten?

  1. De afvalstoffen hopen zich op in het bloed.
  2. Zijn nieren kunnen geen water uitscheiden. Als hij meer zou drinken houdt zijn lichaam vocht vast.
  3. Buiten het lichaam
  4. Op een ader

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo