Eten - Bouwen en beschermen
18 belangrijke vragen over Eten - Bouwen en beschermen
Je hele lichaam bestaat uit cellen. Er zijn wel vijftig verschillende soorten. Noem er een aantal.
- Zenuwcel
- Rode bloedcel
- Zaadcel
- Botcellen
- Eicellen
- Spiercellen
Uit welke stoffen bestaat de cel van een mens?
Leg met behulp van het diagram uit waarom water een belangrijke voedingsstof is.
- Eiwitten 15%
- Vetten 12%
- Mineralen 4%
- Koolhydraten 4%
- Water 65%
65% van een cel bestaat uit water. Door zweten en plassen verlies je water. Dit moet je aanvullen door water te drinken.
Volwassenen groeien niet meer, toch hebben ook zij bouwstoffen nodig. Dat heeft drie oorzaken, welke zijn dat ?
- cellen sterven af: Je lichaam vervangt afgestorven cellen door nieuwe cellen.
- cellen beschadigen: Bouwstoffen zijn nodig om beschadigingen te herstellen, zoals een schram op je huid. Er komt een korstje en daarna nieuwe huidcellen.
- waterverlies: Je cellen bestaan voor het grootste deel uit water. Door zweten en plassen verlies je water. Dit moet je aanvullen door voldoende te drinken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Cellen die je lichaam telkens moet vervangen zijn b.v. Huidcellen, botcellen en rode bloedcellen. Vertel hoe dat gaat.
- Huidcellen leven veertien tot twintig dagen. De buitenste laag van je huid schilfert steeds af. Je lichaam maakt nieuwe cellen om dit weer aan te vullen.
- Je botcellen worden steeds vernieuwd. Daarvoor zijn de mineralen calcium (kalk) en fosfor nodig.
- In je bloed zitten rode bloedcellen. Deze worden eens in de vier maanden vernieuwd. Om rode bloedcellen te maken, heb je het mineraal ijzer nodig. Als je onvoldoende ijzer binnenkrijgt, kun je bloedarmoede krijgen.
Je lichaam maakt zelf eiwitten, hoe werkt dat? Je lichaam maakt heel veel verschillende soorten eiwitten, hoe ?
- Je lichaam maakt van de aminozuren uit de eiwitten in je voedsel weer nieuwe eiwitten.
- Je lichaam kan heel veel verschillende soorten eiwitten maken door te variëren in de soorten, de hoeveelheid en de volgorde van de aminozuren.
Als twee eiwitten uit dezelfde aminozuren bestaan. Kan je dan hieruit de conclusie trekken dat deze eiwitten identiek zijn?
Eiwitten hebben in je lichaam 4 verschillende functies:
- opbouw van je weefsels
- organen op de juiste plaats houden
- transport van stoffen in het bloed en in de cellen
- regeling van processen
Leg uit waarom je lichaam eiwitten nodig heeft voor de opbouw van weefsels. Geef als voorbeeld een spiercel.
- Alle weefsels in je lichaam zijn opgebouwd uit eiwitten.
- Een spiercel bestaat bijvoorbeeld voor een groot deel uit de eiwitten actine en myosine.
Hoe kan een spiercel met behulp van eiwitten samentrekken?
Welk eiwit komt veel in je huid voor? Waar zorgt dit eiwit voor?
- Het eiwit elastine.
- Dat eiwit zorgt ervoor dat je huid soepel blijft.
- Ook je haren en je nagels bestaan uit eiwitten.
Leg uit waarom je lichaam eiwitten nodig heeft om organen op de juiste plaats te houden.
- Om je organen op de juiste plaats in je lichaam te houden, moet de ruimte tussen de organen worden opgevuld.
- Dat gebeurt met structuureiwitten.
- Het belangrijkste structuureiwit is collageen.
- Dit eiwit vormt een sterk netwerk, waardoor je organen niet (veel) kunnen schuiven.
Noem een proces in je lichaam waarbij eiwitten nodig zijn.
- Ze helpen bijvoorbeeld bij de vertering van je voedsel en bij de voortplanting.
- Als je lichaam ziekteverwekkers opmerkt, gaat het afweereiwitten maken waarmee die ziekteverwekkers uitgeschakeld worden.
Als je onvoldoende eiwit eet, kan dat leiden tot allerlei lichamelijke klachten.
Noteer voor elke onderstaande klacht welke functie van eiwit verstoord is.
groeiachterstand - sneller ziek - gebroken nagels - kortademigheid en moe zijn.
- groeiachterstand: opbouw van je weefsels
- sneller ziek: regeling van je processen
- gebroken nagels: opbouw van je weefsels
- kortademigheid en moe zijn: transport van stoffen in het bloed en in de cellen
Je hebt van de verschillende bouwstoffen verschillende hoeveelheden nodig. Hoeveel water heb je nodig en hoe krijg je dit binnen?
- Gemiddeld hebben jongeren tussen de 10 en 14 jaar 1,5 liter water per dag nodig.
- Je moet hiervan ongeveer 70% binnenkrijgen door te drinken: water, thee of melk.
- De rest krijg je met je eten binnen.
Hoeveel van het bouwstof eiwitten heb je nodig?
- Je hebt zo’n 65 tot 70 gram eiwitten per dag nodig.
- Vlees, vis, kaas, eieren en peulvruchten zijn rijk aan eiwitten.
- Vlees bestaat voor twintig tot dertig procent uit eiwit.
- In vis zit ongeveer 15% eiwit.
Hoeveel vetten heb je per dag nodig? Waar zit veel vet in?
- Je hebt ongeveer 70 gram vetten per dag nodig.
- Boter, margarine en olie bestaan voor een groot deel uit vetten.
- Maar vetten zit ook in vlees, kaas, melk en noten.
Hoeveel mineralen heb je per dag nodig? Kan je een aantal voorbeelden geven van mineralen en waar ze in zitten?
- hiervan heb je het minst nodig.
- Je krijgt voldoende mineralen binnen als je gevarieerd eet.
- Brood, groente en fruit, melk, vlees en vis leveren verschillende mineralen.
- In melk zit bijvoorbeeld veel calcium en fosfor, in vlees zit veel ijzer, brood bevat veel jodium.
- Je krijgt een groot deel van de fluor binnen door je tandpasta.
Vitamines en mineralen zijn beschermende stoffen. Waar zorgen deze voor ?
- Vitaminen zorgen ervoor dat je lichaam goed blijft werken.
- Ze beschermen ook tegen ziektes.
- Mineralen heb je onder andere nodig om je cellen te beschermen tegen beschadiging of om je spieren en zenuwen goed te laten werken.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden