Samenvatting: Nederland 1813-1945
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nederland 1813-1945
-
1 .
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke gewest had het meest te zeggen in de Staten Generaal? En welke gewesten het minst?
Meest: Holland (betaalde meer dan de helft van de uitgaven)Minst: Brabant en Limburg (katholiek) -
Op welke manieren heeft de Franse tijd invloed gehad op Nederland?
- Nederland werd een eenheidsstaat met dezelfde wetten.
- De belastingen werden rechtvaardiger.
- De overheid ging zorg dragen voor het onderwijs.
- De regenten verloren hun macht --> de macht werd voor een grotere groep.
- Katholieken werden gezien als gelijkwaardige burgers.
- Nederland werd een eenheidsstaat met dezelfde wetten.
-
waarom ging het slecht met de economie in de Franse tijd?
- veel belasting voor Franse oorlogen.
- Door oorlogen verloren de Nederlanders koloniën aan Engeland.
- De VOC ging failliet.
- Verbod op handel met Engeland --> veel handel weg --> failliet.
-
Wat waren de tegenstellingen tussen de Spaanse Nederlanden en de voormalige Republiek?
- In een deel van de Spaanse Nederlanden sprak men Frans.
- In het noorden was de handel sterker ontwikkeld, etc.
- Het zuiden vond de grondwet niet liberaal genoeg.
- Het zuiden ergerde zich aan dominantie van de noordelingen in het bestuur.
-
Welke belangrijke aanpassingen werden er op 13 maart 1848 aan de grondwet gedaan?
- de koning mag geen besluiten meer nemen buiten de minister om.
- Alle uitgaven moeten jaarlijks door de Staten-Generaal goedgekeurd.
- de Staten-Generaal mocht een minister ter verantwoording roepen over zijn beleid.
- Staten-Generaal recht verschijnsel in samenleving onderzoeken.
- Stemmen door mannen ouder dan 25, die een bepaald bedrag aan belasting betaalde.
- Vrijheid van onderwijs, recht van vereniging en vrijheid van drukpers.
-
Wanneer kwam Willem III aan de macht?
1849, hij was conservatief en de regering trad af. -
2 .
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom lag Nederland achter op Engeland wat betreft de industriële revolutie?
De industrie concentreerde zich vooral rond België, wat in 1830 onafhankelijk werd. -
wie zorgden voor een betere economie?
De liberalen, onder leiding van Thorbecke. (cultuurstelsel) (investeren in infrastructuur) (steenkool goedkoper) -
Waarmee begon de industrialisatie in Nederland? en daarna?
1. textiel2. ijzer -
3 .
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Waardoor moest de regering zich meer bezighouden met praktische problemen?
Door de industrialisering (veel arbeiders, ziektes, geen woonruimte)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden