Samenvatting: Nederland In De Prehistorie. Revised Ed. | 9789035134171 | Leendert P Louwe Kooijmans
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nederland in de prehistorie. Revised ed. | 9789035134171 | Leendert P. Louwe Kooijmans.
-
2 de ontdekking van den Nederlandse prehistorie
-
2.1 In de negentiende eeuw
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom was het jaar 1818 een belangrijk jaar voor de Nederlandse archeologie?
door:
1. de stichting van een Nationaal Museum van Oudheden
2. start van systematisch(geregeld, methodisch: onderwijs aan de hand van methodes) universitair onderwijs in de archeologie.
3. opgraving in het Noorden van NL van een veenweg: structuur en ligging van de weg waren het enige onderwerp van het onderzoek.
4. dat 1818 de 1e(!) monumentenlijst(het Schultesrapport) (van de provincie Drenthe) opleverde.
5. dat alle burgemeesters een lijst moesten inleveren van alle 'objecten of voorwerpen van oudheidkundige waarde in hun ambtsgebied'
6. dit alles stimuleerde/moedigde aan tot het archeologisch-cartografisch werk van B.W. Cranssen
-
1818 was een bijzonder jaar, noem 3 gebeurtenissen naast de benoeming van C. Reuvens.
- De aanvang van universitair onderwijs in archeologie;- Eerste monumentenlijst van Drente;- Opgraving van een veenweg door J.W. Karsten -
In 1818 was er een opgraving in het noorden van een veenweg, het onderzoek werd uitgevoerd door J.W. Karsten, waarom was deze opgraving bijzonder?
Met het onderzoek werden er geen vondsten gedaan, maar was de structuur en ligging van de weg onderwerp van onderzoek. -
In welk jaar groef C. Reuvens de eerste grafheuvel (de Witte Wijvenbult) op en waar was deze gelegen?
In 1834 te Gorsel bij Zutphen -
Door wie werd C. Reuvens opgevolgd in het museum?
Door C. Leemans (1809-1893) -
Wanneer kwam Nederland voor het eerst in aan merking met de archeologische indeeling van matrialen in steen-, brons-, en ijzertijd?
In 1846 -
Wie documenteerde de verspreidingskaart van Nederlandse archeologica met een geologische ondergrond?
W. Pleyte (1836-1903) -
2.2 De eerste helft van de twintigste eeuw
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer en door wie werd het Biologisch-Archeologisch Instituut (BAI) gesticht?
In 1920, door A.E van Griffen -
Noem twee methoden waarop A.E. van Griffen het opgraven heeft verbeterd.
Invoering van millimeterpapier en het ontwerp van de kwadrantenmethode. -
Wat was een groot verschil tussen A.E. van Griffen en J.H. Holwerda?
Van Griffen groef op relatief grote schaal op in tegenstelling tot Holwerda die met sleuven werkte.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Nederland In De Prehistorie. Revised Ed.
-
De ontdekking van den Nederlandse prehistorie - De tweede helft van de twintigste eeuw
-
Paleolithicum en mesolithicum: inleiding - De eerste mensen
-
Paleolithicum en mesolithicum: inleiding - Onderzoeksgeschiedenis
-
Paleolithicum en mesolithicum: inleiding - Klimaat en landschap
-
Paleolithicum en mesolithicum: inleiding - Culturele tradities
-
De Neanderthaler en zijn voorgangers
-
De eerste 'moderne' mensen - Van Midden- naar Jonge-Paleolithicum
-
De eerste 'moderne' mensen - Intermezzo A
-
Van jagen op de toendra naar jagen in het bos - veranderingen in het klimaat en landschap
-
Leven in overvloed - Het natuurlijke milieu
-
Leven in overvloed - Het Archeologisch materiaal
-
Leven in overvloed - De mesolithische samenleving
-
Leven in overvloed - Intermezzo D: Jagerskampen in de Moerassen
-
Jagers en verzamelaars: synthese
-
Vroeg- en midden-neolithicum: inleiding
-
Kolonisten op de löss?
-
Ook de jagers worden boer
-
Hunebedbouwers en steurvissers
-
Laat-Neolithicum - Landschap en bewoning
-
Laat-Neolithicum - Agrarische en sociale verandering - Het laat-neolithicum: consequenties van de samenstelling'secundaire-productenrevolutie
-
Laat-Neolithicum - Culturele eenheden: eenheid in verscheidenheid - De midden-bronstijd: regionale verschillen
-
Laat-Neolithicum - Representativiteit van de gegevens - Graven
-
Laat-Neolithicum - Onderzoeksgeschiedenis - Grafheuvelonderzoek
-
Laat-Neolithicum - Onderzoeksgeschiedenis - Dunwandige bekers
-
Van steen naar brons. Technologie en materiële cultuur - Aardewerk
-
Van steen naar brons. Technologie en materiële cultuur - Metaalproductie - De samenstelling van artefacten uit koper en brons
-
Van steen naar brons. Technologie en materiële cultuur - Werktuigen en wapens van steen
-
Van steen naar brons. Technologie en materiële cultuur - Intermezzo I: Het hoogveen ontsloten. Houten wegen en paden in de Drentse venen
-
Woon-stalhuizen op zwervende erven Nederzettingen in bekertijd en bronstijd
-
Heuvels voor de doden, Begraving en grafritueel in bekertijd, vroege en midden-bronstijd - Aspecten van het grafritueel
-
Heuvels voor de doden, Begraving en grafritueel in bekertijd, vroege en midden-bronstijd - Grafstructuren - Vorm en constructie van de grafkuil
-
Heuvels voor de doden, Begraving en grafritueel in bekertijd, vroege en midden-bronstijd - Grafstructuren - Grafgiften
-
Heuvels voor de doden, Begraving en grafritueel in bekertijd, vroege en midden-bronstijd - Grafstructuren - Regionale verscheidenheid
-
Heuvels voor de doden, Begraving en grafritueel in bekertijd, vroege en midden-bronstijd - Grafstructuren - Het grafritueel in sociaal perspectief
-
Boeren met een gemengd bedrijf: synthese
-
Late bronstijd en ijzertijd: Inleiding
-
Het veelzijdige boerenbedrijf; de voedselproductie in de metaaltijden
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - Het Landschap
-
Het Landschap - De bewoning van Oss-Ussen - De vroege IJzertijd
-
Het Landschap - De bewoning van Oss-Ussen - De midden-ijzertijd
-
Het Landschap - De bewoning van Oss-Ussen - De Late-IJzertijd
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - De Nederzetting in onderdelen - Huizen
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - De Nederzetting in onderdelen - Spiekers en schuren
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - De Nederzetting in onderdelen - kuilen en waterputten
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - De Nederzetting in onderdelen - NEDERZETTINGSSTRUCTUUR
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - De Nederzetting in onderdelen - DIFFERENTIATIE
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - De Nederzetting in onderdelen - HET AGRARISCH BEDRIJF
-
Buurtschappen in beweging; Nederzettingen in Zuid- en Midden-Nederland - De Nederzetting in onderdelen - SOCIALE STRUCTUUR