Samenvatting: Nederlands
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nederlands
-
1 lesen
-
1.1 tekstverbanden + singnaalwoorden
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Noem de 7 signaalwoorden van het tekstverband tijdsvolgorde
1. eerst
2. terwijl
3. toen
4. vervolgens
5. daarna
6. voordat
7. zodra -
Noem de 4 signaalwoorden van tekstverband uitleggend
1. bijvoorbeeld
2. dat wil zeggen
3. met andere woorden
4. zoals -
Noem 5 signaalwoorden van tekstverband redengevend
1. want
2. omdat
3. daarom
4. immers
5. namelijk -
Noem de 3 signaalwoorden van het tekstverband vergelijkend
1. net ... als
2. zoals
3. evenals -
1.7 tekstdoelen
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.7
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houd het tekstdoel overtuigen in?
In een overtuigende of betogende tekst verdedigt de schrijver zijn mening met argumenten -
3 leestoets klas4 1
-
3.5 tekstverbanden en signaalwoorden
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.5
Laat hier meer flashcards zien -
Noem de 7 signaalwoorden van het tekstverband tijdsvolgorde
1. Eerst
2. Terwijl
3. Toen
4. Vervolgens
5. Daarna
6. Voordat
7. Zodra -
Noem de 4 signaalwoorden van tekstverband uitleggend
1. Bijvoorbeeld
2. Dat wil zeggen
3. Met andere woorden
4. Zoals -
Noem de 5 signaalwoorden van het tekstverband redengevend
1. Want
2. Omdat
3. Daarom
4. Immers
5. Namelijk -
Noem de 3 signaalwoorden van het tekstverband vergelijkend
1. Net ... als
2. Zoals
3. Evenals -
5 cursus 5 formuleren
-
5.3 zinnen begrenzen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan je enkelvoudige zinnen samenvoegen tot een samengestelde zin?
Door komma's, dubbele punten, puntkomma's en voegwoorden te gebruiken
komma = ,
dubbele punt = :
puntkomma = ;
voegwoorden = omdat, doordat, terwijl, toen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden