Ontwikkeling van mondelinge vaardigheden - Hoe verwerven kinderen een tweede taal?

Question

Welke drie opvattingen zijn er over het verwerven van een tweede taal?

Answer 1

1. Interferentiehypothese: imitatie en transfer
2. Universalistische taalverwervingshypothese: creatieve constructie en ontwikkelingsvolgorde
3. interactionele benadering: Interactie en taalaanbod

Answer 2

Imitatie, reïnforcement (bekrachtiging) en transfer (overdracht).

Answer 3

Een opvatting; de verschillen voor het onderwijzen van de eerste en tweede taal, die als leerproblemen werden gezien en onderwezen moesten worden.

Answer 4

Opvatting uit de jaren 70, passend bij Behaviorisme (Skinner en Lado). Taalleren werd gezien als een proces van gewoontevorming, waarin imitatie en reïnforcement (Bekrachtiging) een belangrijke rol spelen.

Answer 5

Interferentie is het maken van fouten onder invloed van de eerste taal ook wel negatieve transfer.

Answer 6

- kinderen verworven een tweede taal niet domweg door hun omgeving te imiteren
- de invloed van de eerste taal bleek minder invloed te hebben

Answer 7

Kinderen leren de taal niet door enkel te imiteren.
De invloed van de T1 op de T2 bleek minder groot dan werd aangenomen.

Answer 8

Na de puberteit een tweede taal leren, is de eerste taal bijna altijd van invloed op de tweede. Plus bepaalde letter uitspraken zullen altijd een probleem blijven vanaf een bepaalde leeftijd, zoals th bij Nl. en r bij chinezen.

Answer 9

Het proces van de tweedetaalverwerving verloopt niet anders dan die van de eerste taal. Het zijn universele processen, taalontwikkelingsfouten die veroorzaakt worden door de specifieke problemen die het Nederlands kent. Pas goed in de dominante taaltheorie van die tijd die aannam dat kinderen een aangeboren taalverwervingsmechanisme bezaten (Chomsky, Pinker). De tussentaal bij taalverwerving is heel systematisch en voorspelbaar.

Answer 10

Volgens deze benadering speelt het taalaanbod van en interactie met moedertaalsprekers een grote rol in het tweedetaalverwervingsproces. Het benadrukt het belang van interactie tussen biologische (nature) en sociale (nurture) aspecten van taalverwerving. Frequentie van taalaanbod, herhaling en interactie spelen de belangrijkste rol in taalverwerving. Q(Piaget en Long)

Answer 11

De tussenstappen die de leerders maken om uiteindelijk bij de juiste vervoeging te komen. (ik vielde/ ik valde).

Answer 12

De taalontwikkelingsfouten die veroorzaakt worden door specifieke problemen die het Nederlands kent. Eerste en tweedetaalverwervers ervaren hier dezelfde problemen in.

Answer 13

Imitatie en transfer (in lijn met behaviorisme). Taalleren werd gezien als een proces van gewoontevorming, waarin imitatie en reïnforcement een belangrijke rol spelen. De theorie voorspelt dat transfer zal optreteden van T1 gewoontes naar de nieuwe T2 gewoontes.

Creatieve constructie en ontwikkelingsvolgorde. Centraal staat nu de creatieve vermogens van de leerder zelf en de overeenkomsten tussen eerste- en tweedetaalvermogens .

Interactie en taalaanbod: de rol van de omgeving is heel erg belangrijk en met name de mate van het taalaanbod