Samenvatting: Nederlands
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nederlands
-
1 woordjes
Dit is een preview. Er zijn 122 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
V: Beginnen ( met infinitief)
Is beginnen toe TE nemen, TE +infinitief -
V: buitensturen/ buitenzetten
Uit de klas gestuurd, de klas uit gestuurd worden, iemand buiten de deur zetten. -
V: lijn/regel
Streep -
v: Passen ( schrap wat niet past)
Doorhalen wat niet van toepassing is -
v: Schrift, geschrift
Schrift = handschriftgeschrift = gedrukt stuk -
V: waaraan/ aan wie
Waaraan, waarbij, waardoor, waarmee, waarnaar, waaronder, waarvan, waarvoor enz = zaken en dieren.
met wie = personen -
V: verrokken- uitgerokken
Kuitspier verrekt
beetje uitgerekt
je rekte -
V: een (student op twee)
Een op de twee studenten gaat ermee akkoord = fout
een op de twee studenten gaan ermee akkoord = juist -
V: niets van in huis komen
Er komt niets van terecht, het gebeurt niet, het lukt niet -
V: tandje (een- bijsteken)
Een tandje bijzetten, een tandje hoger schakelen
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden