Samenvatting: Nederlands Taalkunde
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nederlands Taalkunde
-
1 Taalverwerving
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen taal verwerven en taal leren?
Taalverwerving vindt onbewust plaats (leren van de moedertaal), een taal leren vindt bewust plaats (leren van een vreemde taal op school) -
Wat zijn de 4 fasen van de taalontwikkeling?
1. prelinguale periode, circa eerste levensjaar: vocaliseren, frazelen, brabbelen. Hoewel het hier nog om onverstaanbare klanken gaat, blijkt er toch verschil te bestaan tussen brabbelaars.
2. vroeglinguale periode, tot circa twee en een half jaar: herkenbare woorden.
- eenwoordfase
- tweewoordenfase
- meerwoordenzin
3. verrijkings- of differentiatiefase tot aan de leeftijd waarop het kind naar de lagere school gaat. Vooral de uitbreiding van de woordenschat van circa 300 naar circa 3000 woorden vindt dan plaats.
4. voltooiingsfase -
Waarom moeten baby's leren om geen aandacht te schenken aan details die niet relevant zijn voor hun moedertaal?
Baby’s moeten leren om geen aandacht te schenken aan details die niet relevant zijn voor hun moedertaal. Te veel aandacht besteden aan zaken die er in de moedertaal niet toe doen, geeft vertraging in het taalverwervingsproces. -
Hoe leren baby's om woorden van elkaar te onderscheiden?
Baby's vinden aanwijzingen in de spraak en het gedrag van ouders en zijn daarnaast in staat om op te merken welke klankreeksen regelmatig voorkomen en als 'mogelijke woorden' op te slaan. -
Waarom is het belangrijk dat baby's leren om woorden van elkaar te onderscheiden?
Baby’s die al vroeg in staat zijn woorden te herkennen, leren sneller nieuwe woorden, en dat komt hun verdere taalontwikkeling ten goede. -
Welke visie is onzin als het gaat om het aanleren van woordbetekenissen volgens Lila Gleitman?
De visie die ervan uitgaat dat het kind woordbetekenissen leert door te letten op de combinaties van objecten en woorden die vaak voorkomen wanneer het woord wordt gebruikt onzin vindt. Je hoofd zou ontploffen als je voor elke woord elke keer moet onthouden wat er allemaal in de buurt is wanneer het woord wordt gebruikt en dat met elke nieuwe situatie moet gaan vergelijken en door reductie de betekenis moet achterhalen. -
Wat houdt de theorie in waar Lila Gleitman bewijs voor ziet?
Dat het kind de eerste keer dat het een woord hoort een keuze maakt van wat het zou kunnen betekenen en dat de volgende keer dat het woord wordt gebruikt checkt of de betekenis inderdaad klopt of dat het toch iets anders betekent. Dit proces blijft zicht herhalen totdat er bevestiging is van de juiste betekenis. -
Waarom leren kinderen hun moedertaal niet allemaal even snel?
De input speelt een grote rol. Hoe meer input en hoe gestructureerder die input, hoe vlotter kinderen hun moedertaal verwerven. Anderzijds zijn er voldoende aanwijzingen dat er ook aangeboren, genetische verschillen zijn. -
2 Taalstoornissen
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het grootste struikelblok voor kinderen met een taalstoornis?
Het grootstestruikelblok is meestal de grammatica, de regels voortaalstructuur . Dit komt doordat grammatica vaak de lastige eigenschap van een taal is. -
Zijn taalstoornissen in andere talen hetzelfde als in het Nederlands? Hoe komt dat?
De stoornis veroorzaakt de problemen, maar de structuur van de moedertaal bepaalt wat de symptomen zijn. Elke taal heeft zijn eigen specifieke ‘lastige’ eigenschappen. Omdat een taalstoornis een vergrootglas legt op deze ‘lastige’ eigenschappen zullen er dus verschillen zijn bij taalstoornissen in andere talen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden