Samenvatting: Nederlands Toetsweek Havo 2

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Nederlands Toetsweek Havo 2

• 1.1 Begrippenblad

  Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is non-fictie tekst ?

  Een waargebeurd verhaal, informatieve tekst gebaseerd op de werkelijkheid,

• Wat betekent het als je tekstdoel informeren is, wat voor tekstsoort hoort erbij en welke tekstvorm?

  Tekstdoel informeren:
  

  1. je komt iets nieuws te weten , je krijgt alleen informatie, geen uitleg.
  2. informerende tekst
  3. nieuwsbericht, verslag, zakelijke brief, notulen, logboek, werkstuk, encyclopedietekst, informatieve tekst in krant of tijdschrift

• Wat betekent het als je tekstdoel uitleg geven is,wat voor tekstsoort hoort erbijen welke tekstvorm?

  *Tekstdoel uitleg geven:
  

  1. je krijgt uitleg over hoe iets in elkaar zit, werkt of gebruikt moet worden
  2. uiteenzettende teksten
  3. schoolboektekst, brochure, instructie, recept, handleiding

• Wat betekent het als je tekstdoel mening laten vormen, na laten denken is,wat voor tekstsoort hoort erbijen welke tekstvorm?

  tekstdoel mening laten vormen, na laten denken is,:
  

  1. je ziet verschillende kanten van het onderwerp zodat je daarover na kunt denken en je mening laten vormen
  2. beschouwende tekst
  3. ingezonden brief, achtergrond tekst in krant of tijdschrift, column of een weblog

• Wat betekent het als je tekstdoel overtuigen iswat voor tekstsoort hoort erbijen welke tekstvorm?

  Tekstdoel overtuigen:
  

  1. je word er met argumenten overtuigd dat iemands mening de juiste is
  2. betogende teksten
  3. Ingezonden brief, recensie, commentaar, meningtekst in krant of tijdschrift, column of weblog

• Wat betekent het als je tekstdoel overhalen iswat voor tekstsoort hoort erbijen welke tekstvorm?

  1. Je wordt met activerende woorden aangespoord iets te kopen of te gaan doen
  2. aansporende of activerende teksten
  3. reclame, advertentie, recensie, folder, pamflet, open brief, klachten brief en sollicitatie brief

• Wat betekent het als je tekst doel amuseren isWat voor tekst soort hoort erbijEn wat voor tekstvorm

  1. Je wordt vermaakt
  2. Amuseren de teksten
  3. Gedicht, verhaal, songtekst, jongerenroman

• Welke soorten publiek heb je

  • Een breed publiek
    
  • een kleiner gespecialiseerd publiek
  • publiek van 1 person
  • kleine groep personen

• Wat is de hoofdgedachte en hoe vind je die

  • In 1 zin samengevat waar de hele tekst over gaat

  Je vind it door:
  

  • eerst onderwerp (=hulpmiddel voor hoofdgedachte) van tekst bepalen
  • dan stel je de vraag: Wat wordt er in deze tekst verteld over [onderwerp X]?
  • antwoord op deze vraag in 1 zin = hoofdgedachte

• Geef voorbeelden op welke manier de schrijver de aandacht van de lezer kan trekken in de inleiding

  • Anakdote (grappig of bijzonder verhaaltje vertellen)
    
  • vragen stellen
  • onderwerp aankondigen
  • de aanleiding noemen