Inleiding - Voornaamwoord (pronomen) - Bezittelijk voornaamwoord
5 belangrijke vragen over Inleiding - Voornaamwoord (pronomen) - Bezittelijk voornaamwoord
Welke vormen zijn mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun van het bezittelijke voornaamwoord?
Welke vormen zijn de mijne, de jouw, het uwe, het zijne, de hare van het bezittelijke voornaamwoord?
Wat zijn de semantische eigenschappen van het bezittelijke voornaamwoord?
- meestal bezit of verwantschap, bv. mijn fiets, zijn huis, haar kleinkinderen, jullie vragen,…
- mijn fiets verwijst naar mij en legt een relatie van bezit tussen mij en de fiets
- haar kleinkinderen: verwijst naar haar en legt een relatie van verwantschap tussen haar en de kleinkinderen
- Maar ook “abstractere” relatie:
- Haar verdwijning bleef onopgemerkt: de vrouwelijke persoon bezit de verdwijning niet, maar is gewoon verdwenen. Het gaat hier om een abstractere relatie
- De rechter beval zijn arrestatie.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de morfologische eigenschappen van het bezittelijke voornaamwoord?
- getal: enkelvoud versus meervoud
- persoon: 1ste, 2de, 3de persoon
- beklemtoning: volle versus doffe vormen
> Zie tabel
Wat zijn de syntactische eigenschappen van het bezittelijke voornaamwoord?
- de bijvoeglijke vorm: altijd functie van determinator binnen de NC
- de zelfstandige vorm: kern van een pronominale constituent
Is dat jouw fiets of de mijne?
- jouw fiets = NC, fiets is de kern, jouw is de determinator
- de mijne = pronominale constituent, kern is een zelfstandige vorm van het bezittelijke voornaamwoord
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden