Inleiding - Voegwoord
10 belangrijke vragen over Inleiding - Voegwoord
Wat zijn de algemene kenmerken van het voegwoord?
- Linken zinnen aan elkaar, zowel inhoudelijk (= semantisch), als syntactisch (voegen 2 aparte zinnen/uitingen samen tot één geheel)
- Morfologisch: geen gemeenschappelijke vormkenmerken of vormveranderingen
- Gesloten klasse
- Syntactisch: Twee soorten: nevenschikkend en onderschikkend
Wat doen nevenschikkende voegwoorden?
- Linken 2 GELIJKWAARDIGE zinnen (of constituenten) aan elkaar
Wat is de plaats van de nevenschikkende voegwoorden?
Ze doet flink haar best, want ze wil dit jaar zeker slagen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen het voegwoord en het voegwoordelijk bijwoord?
Ze doet flink haar best
- ; immers, ze wil dit jaar zeker slagen.
- ; ze wil immers dit jaar zeker slagen.
- ; ze wil dit jaar immers zeker slagen.
Qua betekenis doet het het zelfde als het voegwoord, maar structureel, syntactisch functioneert het anders.
Wat doen onderschikkende voegwoorden?
Joyce beweerde / dat ze een man zonder gezicht had gezien.
- Joyce beweerde: beweerde is de pv
- Ze had een man zonder gezicht gezien: wordt afhankelijk gemaakt van de eerste zin, de pv staat achteraan.
Ze waren op hun hoede /toen de lichten plots begonnen te flikkeren.: samengestelde zin met twee deelzinnen
- Link tussen de twee zinnen, de tweede zin wordt afhankelijk gemaakt van de eerste zin. Wordt bijzin bij de eerste zin, de hoofdzin.
Wat is de plaats van de onderschikkende voegwoorden?
Welke soorten onderschikkende voegwoorden zijn er?
a) grammaticale voegwoorden (hebben geen betekenis): DAT en OF. Enige functie is twee zinnen met elkaar linken, signaleren gewoon de afhankelijkheidsrelatie.
b) logische voegwoorden (hebben wel betekenis). Meer dan 50 in het NL.
- tijd: wanneer, toen, zodra, nadat, …:
- Toen hij binnenkwam, viel hij plots op de grond. De bijzin heeft een functie in de hoofdzin: bijwoordelijke bepaling van tijd.
- oorzaak, reden, gevolg: doordat, omdat, zodat, …
- toegeving: hoewel, al, ofschoon, …
- voorwaarde: als
Wat doen de logische voegwoorden?
> staan altijd aan het begin van de bijzin
+ expliciteren semantisch verband ertussen: leggen een duidelijk inhoudelijk verband tussen hoofdzin en bijzin.
- Toen het licht plots uitfloepte, viel hij over de stoel: expliciteert een temporele relatie met de hoofdzin.
- Je moet je tekst indienen vóór(dat) je volgende week vertrekt: temporele relatie
- Hij kon niet komen omdat hij ziek is: reden, wordt genoemd in de bijzin. Een reden bij de hoofdzin.
- Sinds hij niet meer rookt, ziet hij er beter uit: temporele relatie tussen bijzin en hoofzin.
Geef een morfologisch kenmerk van de logische voegwoorden.
Omdat, doordat, voordat, opdat, zodat, totdat, in de plaats dat,…
Als er geen -dat staat in het AN, kun je er één oproepen in tussentaal:
- Sinds (dat) hij niet meer rookt, ziet hij er beter uit.
- Toen (dat )het licht uitfloepte, viel hij over de stoel.
Sinds kan ook een voorzetsel zijn. Toen kan ook een bijwoord zijn.
Wat is er speciaal aan de vergelijkende voegwoorden als en dan?
- Ze is slimmer dan haar broer (is).
- Ben je nog zo snel als vroeger (je vroeger was)?
Zijn voegwoorden, geen voorzetsels
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden