Respiratory disease of the newborn

8 belangrijke vragen over Respiratory disease of the newborn

Wanneer spreekt men van metabole acidose en wanneer van respiratoire acidose?

Metabole acidose wordt gedefinieerd als een pH <7,25 en een bicarbonaat van <18 mEq/L icm een normaal of laag PCO2 level. De oorzaak kan hypoxie zijn of insufficiënte weefselperfusie. Behandeling bestaat in veel gevallen uit een continue druk op de luchtweg dmv bijvoorbeeld een masker.
Respiratoire acidose wordt gedefinieerd als een verhoogd PCO2 en een verlaagde pH met een verlaagd bicarbonaat. De oorzaak kan pulmonaire insufficientie zijn maar ook centrale hypoventilatie.

Welke babys hebben het meest kans om het respiratoir distress syndroom (RDS) te krijgen?

Babys tussen 28-32 weken hebben 30-60% kans om RDS te ontwikkelen. Extreme prematuren (26-30 weken) hebben direct na de geboorte kenmerken van RDS, terwijl oudere babys van 34 weken pas na 3-4 uur na geboorte tekenen van RDS ontwikkelen. Dit komt doordat in het begin de longen functioneren door een opgeslagen dosis surfactant, terwijl daarna door de baby zelf surfactant aangemaakt moet worden.

Hoe kenmerkt het respiratoir distress syndroom zich?

  • cyanose
  • tachypnoe
  • neusvleugelen
  • retracties van de borstkas
  • grommen
  • oedeem en apneu (ernstige gevallen)


Grommen wordt veroorzaakt door het sluiten van de glotis tijdens uitademen, waardoor het longvolume wordt behouden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kan het respiratoir distress syndroom worden voorkomen en/of behandeld?

Ten eerste moet vroeggeboorte worden voorkomen. Dit doet men door de moeder bedrust voor te schrijven en tocolytische medicatie voor te schrijven. Wanneer premature uitdrijving onmogelijk te voorkomen valt, kan men antenaal de moeder corticosteroiden (butamethasone) injecteren. Dit stimuleert de surfactant productie in de foetus. Gedurende 48 uur zijn er meerdere injecties nodig om voldoende effect te hebben.
Na de geboorte kan intratracheale surfactant worden toegediend om de RDS te verminderen of te voorkomen.
De PaO2 moet rond de 90% saturatie blijven. In veel gevallen is een nasale canule met bevochtigd, verwarmde zuurstof voldoende. Wanneer hypoxemie op treedt (<50 mmHg) en er een behoefte is van de nasale canule van 70-100% zuurstof, moet een continue nasale druk worden toegevoegd. Er moet begonnen worden met de standaard 25-60 ademhalingen per minuut.

Hoe moet bronchopulmonaire dysplasie worden gediagnosticeerd en behandeld?

Herkenbaar is de spons-achtige verschijning van de longen op een rontgenfoto. Deze ontstaat door cysten, overdistentie en atelectase. Er is sprake van interstitieel oedeem, atelectase, mucosale metaplasie, interstitiele fibrose, necrtotiserende bronchiolen en overuitgerekte alveoli.
Klinische kenmerken zijn zuurstofbehoefte, hypercapnie met compenserende metabole alkalose, pulmonaire hypertensie, slecht groeien en ontwikkeling van rechter hartfalen.
Medicinale behandeling bestaat uit bronchodilatoren om de luchtwegweerstand te doen afnemen en diuretica om de vloeistofretentie te voorkomen.
In ernstige gevallen is langdurige beademing nodig, waarbij subglottische stenose voorkomen kan worden door een tracheotomie.

Hoe kenmerkt een kind met meconium aspiratie zich? Hoe ontstaat deze pulmonaire dysfunctie?

Wanneer er meconium in de amnion vloeistof zit, is dit een teken van ditress van de foetus en kan duiden op asfyxie, hypoxie en acidose.
Aspiratie kan leiden tot een meconium aspiratie pneumonie. Deze kenmerkt zich door tachypnoe, hypoxie, hypercapnie en kleine luchtweg obstructie waardoor extra-alveolaire lekken ontstaan en dus subcutaan emfyseem.
Pulmonaire dysfunctie na meconium aspiratie ontstaat doordat surfactant wordt geinactiveerd.

Hoe moet worden gehandeld bij de bevalling wanneer de amnionvloeistof meconium blijkt te bevatten?

Wanneer het hoofd van de baby zichtbaar is, moet eerst de orofarynx worden uitgezogen voordat de rest van het lichaam wordt uitgedreven.
Wanneer de foetus een zwakke tonus heeft, minimale respiratoire activiteit laat zien en cyanose aanwezig is, moet de orofarynx worden uitgezogen, de stembanden gevisualiseerd en moet het gebied onder de stembanden worden uitgezogen om meconium uit de trachea te verwijderen.

Hoe reageren prematuren op hypoxie? En meer volgroeide babys?

Prematuren hebben een onontwikkeld respiratoir centrum, waardoor zij op hypoxie reageren door apneu te ontwikkelen. Meer volgroeide babys met een goed ontwikkeld ademhalingscentrum reageren hierop door de ademfrequentie te verhogen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo