Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts - Het aangezicht

5 belangrijke vragen over Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts - Het aangezicht

Waar moet allemaal op gelet worden bij het aangezicht van de ogen?

1. Oedeem van de oogleden
2. Kleur van de sclerae en de ogen
3. Kleine bloedingen ter hoogte van het oogbindvlies
4. Conjunctivitis (stafylokokken of chlamydia infectie)
5. Traanoog of etteroog (verstopt traankanaaltje)
6. Pseudostrabismus (scheel kijken)
7. Teken van de ondergaande zon, wijst op intra-craniële overdruk (druk in de schedel)

Waar moet je op letten bij het aangezicht van de neus?

1. Doorgankelijkheid van de choanen (choanenatresie = geen verbinding tussen de neus- en keelholte)
2. Scheefstand
3. Vorm
4. Ontstoken of geïrriteerde slijmvliezen (congenitale infectie)

Waar moet je op letten bij het aangezicht van de oren?

1. Controle of de gehoorgang open is.
2. Aanwezigheid van gehoorschelp.
3. Vervormde oorschelpen.
4. Preauriculaire kuiltjes of tuberkels (veel voorkomende kleine afwijkingen, de kuiltjes kunnen de uitgang van een fistel zijn en hierdoor infecteren.
5. Laag ingeplante oren, niet altijd, maar kan te maken hebben met een afwijking aan de nieren of met een chromosonale afwijking.
6. Misvormde en afstaande oren, vaak een symptoom van een syndroom.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat moeten we controleren bij het aangezicht van de mond?

1. Controle van het zachte en het harde gehemelte.
2. Parels van Epstein (kleine witte bultjes in de mond gevuld met vocht ontstaan door ingesloten epitheel tijdens de ontwikkeling van het gehemelte, verdwijnt vanzelf).
3. Tongriempje zit soms vast aan de punt van de tong of is te kort.
4. Tong hangt uit de mond (vaak bij mongolisme).
5. Lippen, aanwezigheid van zuigblaartjes.
6. Scheve schreimond
7. Aanwezigheid van 1 of meer tandjes.

Wat moeten we controleren bij het aangezicht van de hals?

Scheefstand van de hals (genaamd torticollis). Een halsspier aan de ene kant is korter dan de andere kant door gefibroseerde spierbundels.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo