Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts
9 belangrijke vragen over Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts
Welke soorten kunstverlossingen zijn er en wat kunnen de verwondingen zijn bij een kunstverlossing?
Verwondingen kunnen zijn: schrammen, bloeduitstortingen of een oedemateuze zwelling.
Dit verdwijnt allemaal binnen enkele dagen vanzelf.
Waar op het lichaam controleer je op bloedingen?
2. Onderhuidse bloedingen (vaak vitamine K tekort)
3. Oogbindvlies, bij verhoogde druk op het hoofdje (bij lange persperiode of vacuümpomp)
Wat moeten we controleren bij het aangezicht van de romp?
2. Vorm van thorax
3. Gepigmenteerde tepels
4. Surnumeraire tepels (meerdere tepels)
5. Clavicula fractuur (sleutelbeenbreuk)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat moeten we controleren bij het aangezicht van de navel en het abdomen?
2. Aanwezigheid van navelhuid op de navelstreng
3. Navelbreuk, een uitstelping van buikvlies door een zwakke plek in de buikwand. Verdwijnt spontaan in eerste levensjaar.
4. Navelgranuloom: Op de plek waar de navel is afgevallen, groeit er een stukje wild vlees. Dit kan voorzichtig worden aangestipt met zilvernitraatstift.
5. Soepele buik: niet opgezet abdomen.
Hoe ziet de navelstreng eruit en wat doen deze onderdelen?
De streng bevat 3 bloedvaten:
2 arteriën (slagaders) met stevige spierwand die zorgen ervoor dat koolzuurhoudend bloed met afvalstoffen van het kind naar de chorionvlokken worden gevoerd.
1 vene (navelader) (die is veel wijder) met een dunne, slappe wand die zuurstofrijk bloed met voedingsstoffen naar het kind aanvoert.
Om deze bloedvaten zit de gelei van Wharton, dat ervoor zorgt dat de bloedvaten niet worden dichtgedrukt.
Waar moet op gelet worden bij het aangezicht van de ledematen?
2. Controle van de vingers
3. Zuigblaartje
4. Syndactylie (vingers of tenen zitten aan elkaar vast)
5. Polydactylie (meer dan 10 vingers of tenen)
6. Kromme pink
7. Controle van de handplooien op apenplooi (dwarse handpalmlijn bij mongolisme)
8. Groei van de nageltjes
9. Oedemen
10. Koude en vochtige handjes zijn voor baby's normaal
11. Wasvrouwenhandjes (posttermen en dysmaturen hebben vaak diepe groeven in de handpalmen en onderkant voeten)
Waar moet op gelet worden bij de benen en voeten?
2. Stand van de voeten - afwijkende standen doorgeven aan de kinderarts. Lichte scheefstand (kan komen door de intra-uteriene ligging) of klompvoetje.
3. Syndactylie
4. Surnumeraire tenen
5. Stand van de tenen (grotere ruimte tussen grote teen en teen 2 bij mongolisme)
6. Controle van het heupgewricht op congenitale heupdysplasie of dysplastische heupontwikkeling.
7. Asymmetrie van de huidplooien van de dijen
8. Neonati van een stuitligging hebben meestal verstijfde gewrichten (lost zich vanzelf op)
Waar moet op gelet worden bij het aangezicht van de anus?
2. Kleine vlezige aanhangseltjes
3. Sacrococcygeaal kuiltje
4. Sacrococcygeale groeve
Waarom moet de urinelozing en de ontlasting worden geobserveerd?
Bij meconiumontlasting wordt er gekeken of er sprake is van een obstructie van de darmtractus. De neonaat moet binnen 24 uur hebben gepoept.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts
-
Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts - Controle van de vitale functies
-
Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts - Observatie van de huid
-
Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts - De schedel
-
Het eerste klinische onderzoek door de vroedvrouw of de kinderarts - Het aangezicht