Samenvatting: Netwerken, Internet En Datacommunicatie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Netwerken, Internet en Datacommunicatie

• 1 Het OSI model

• 1.1 Het OSI-model

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Data communicatie vindt plaats op diverse lagen van het OSI-model. Benoem waar http, IP en TCP thuishoren in het OSI-model?

  HTTP: Laag 7, Application layer
  IP: Laag 3, Network layer
  TCP: Laag 4, Transport Layer

• Wat is het verschil tussen de OSI-stack en het TCP/IP-stack?

  De eerste vier lagen zijn hetzelfde, echter kent TCP/IP geen sessie of presentatielaag.

• 2 De functie van netwerken en netwerkcomponenten

• 2.1 De functie van netwerken en netwerkcomponenten

  Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een gateway? (2 manieren om dit uit te leggen)

  1. Dit is een apparaat dat actief is op alle lagen van het netwerk. Het vertaalt netwerkprotocollen. Een gateway kan gezien worden als een netwerkpunt, de toegangspoort (gateway) tot een ander netwerk.
  2. De gateway is daarnaast ook een netwerkconfiguratie-eigenschap in een TCP/IP-netwerk.

• Wat is een router en op welke laag van het OSI-model bevindt deze zich?

  Dit is een apparaat dat netwerken met elkaar verbind. Bevindt zich op laag 3.
  Router bevat 2 IP-adressen; 1 voor binnen (default gateway), 1 voor buiten (extern IP-adres ISP)

• Hoe is een switch anders dan een hub en op welke laag van het OSI-model bevindt deze zich?

  Een switch is een apparaat dat diverse netwerkcomponenten met elkaar verbindt, echter kijkt deze naar de MAC-adressen om een gegevenspakket af te leveren. De switch bevindt zich op laag 2.
  
  MAC = Media Acces Control

• Wat is een hub en op welke laag van het OSI-model is deze actief?

  Deze stuurt netwerkpakketten door naar alle kanten (aan alle computers die verbonden zijn aan de hub) en is actief op laag 1 van het OSI-model.

• Wat doet een repeater en op welke laag van het OSI-model is deze actief?

  Deze versterkt (draadloze) signalen en is actief op laag 1 van het OSI-model

• 3 Netwerktopologieen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
  Laat hier meer flashcards zien

• 3.1 Ster

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een ster topologie en wat is hiervan het voordeel?

  Wanneer in een netwerk een aantal centrale punten worden geplaatst die alle nodes met elkaar verbinden, ontstaat er een ster-vorm. Het voordeel van een sternetwerk is, dat bij het verzenden-ontvangen van gegevens niet alle nodes betrokken hoeven te zijn. Alleen dat deel van het netwerk dat nodig is, wordt gebruikt.
  
  De ster-topologie wordt vaak gebruikt binnen TCP/IP-netwerken.

• 3.2 Maas

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een maas topologie en wat hiervan het voordeel?

  Dan zijn de knooppunten verbonden met sommige of alle andere knooppunten. Voordeel is dat een knooppunt verschillende routes naar een ander knooppunt heeft.

• 3.3 Ring

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een ring topologie?

  De bekabeling loopt in een vorm van een ring. Over de ring gaat een elektronisch token; (token ring technologie) bij elk apparaat kan het informatie van de token oppakken of meegeven