Samenvatting: Neue Kontakte - 6Vwo (Literatur)

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Neue Kontakte - 6VWO (Literatur)

• 6 Jahrhundertwende & Moderne (1895 - 1930)

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
  Laat hier meer flashcards zien

• Nenne drei Merkmale des Fin de siècle.

  - Versnelling van de ontwikkelingen op het gebied van de wetenschap en techniek
  - Sociale conflicten
  - Een mengeling van een optimistisch toekomstbeeld en het geloof in het aanstaande einde der tijden.

• Was bedeutet l’art pour l’art?

  De kunst moet autonoom worden en niet tegemoetkomen aan doelen die daarbuiten liggen.

• Nenne drei künstlerische Strömungen der Moderne und ihre Merkmale.

  - Expressionisme: Komt met schreeuwende kleuren en vertrokken perspectieven in opstand tegen de kijkgewoontes van de burgerlijke wereld. Het hectische leven in de grote stad en de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) met de miljoenen doden en gewonden zijn centrale thema’s.
  - Dadaïsme: De dadaïsten rebelleren tegen maatschappelijke en artistieke conventies met hun zogenaamde Anti-Kunst. Ze werken met shock, chaos en schandaal. Ze vernietigen de traditionele kunstvormen en vermengen eerder streng gescheiden artistieke middelen zoals poëzie, kunst, film en muziek.
  - Kubisme: Voltrekt de overgang naar abstracte kunst.

• Welche Auswirkungen hat die rasante Entwicklung in Wissenschaft und Technik auf die Bürger?

  Aan het einde van de 19e eeuw was er een snelle ontwikkeling in wetenschap en technologie in Europa. De wereld waarin mensen leven verandert ingrijpend. Industrialisatie brengt nieuwe sociale conflicten met zich mee, revolutionaire bewegingen schudden de samenleving door elkaar. De levenshouding is een mengeling van geloof in vooruitgang en een eindtijdstemming.

• Was halten die neuen Medien vom Zweck der Kunst?

  Nieuwe media zoals fotografie en film nemen deze traditionele rol van kunst over. De nieuwe kunst moet autonoom zijn en geen extern doel dienen: l’art pour l’art.

• Wie tritt die Autonomie der Kunst in der Malerei hervor?

  Vooral in de schilderkunst is de ontwikkeling naar de autonomie van de kunst zichtbaar. Op weg naar de volledige bevrijding van de vormen en kleuren van het echte object, bestaan ​​er verschillende stromingen naast elkaar. Het expressionisme kwam in opstand tegen de kijkgewoonten van de burgerlijke wereld met schreeuwende kleuren en gekke perspectieven. Het hectische leven in de grote stad en de Eerste Wereldoorlog met zijn miljoenen slachtoffers staan ​​centraal.

• Wie rebellieren die Dadaisten gegen Konventionen im Vergleich zu anderen Strömungen?

  De dadaïsten, bijvoorbeeld Kurt Schwitters, komen met hun zogenaamde anti-kunst in opstand tegen conventies. Ze werken met shock, chaos en schandalen. Ze mixen voorheen strikt gescheiden media zoals poëzie, kunst, film en muziek. Andere stromingen maken de overgang naar de abstracte schilderkunst. De Duitstalige literatuur van deze tijd is even ontroerend en gevarieerd.

• Wie folgte der Autonomiebestrebungen der bildenden Kunst die Lyrik expressionistische Dichter?

  De autonomie van de schone kunsten wordt vooral gevolgd door poëzie: expressionistische dichters als Alfred Wolfenstein doorbreken met hun teksten niet alleen burgerlijke taboes en conventies, maar beschouwen de taal zelf ook als een experimenteerveld. Ze bedenken nieuwe taalbeelden en ritmes die uitdrukking geven aan de door crises geteisterde levenshouding.

• Was ist die Ähnlichkeit zwischen expressionistische Dichter und Dadaisten?

  Ook de dadaïsten, zoals Hugo Ball, experimenteren met nieuwe manieren om zich uit te drukken. In haar klankgedichten (Lautgedichten) wordt het woord van zijn betekenis bevrijd.

• Wie kam es zu der Neue Sachlichkeit?

  Na de schokken van de Eerste Wereldoorlog wendden veel auteurs zich tot een zakelijke, nuchter observerende stijl, ook wel Nieuwe Zakelijkheid genoemd.