Samenvatting: Neurale En Humorale Regeling

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Neurale en humorale regeling

• 1 Neurale en humorale regeling

  Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke manieren kan neurale en humorale regeling het vasculaire systeem beïnvloeden?

  Door constrictie (vernauwing) of dilatatie (verwijding) van de bloedvaten
  Neuraal gaat dit via zenuwen naar spieren in de wand van de vaten.
  Humoraal (hormonaal) gaat via hormonen in het bloed in het lumen van de bloedvaten

• Is het sympatische deel rust of juist niet-rust?

  niet-rust

• is het parasympatische deel rust of juist niet-rust?

  rust

• Aan welke receptor bindt acetylcholine en wat zijn de effecten van deze binding?

  Acetylcholine bindt aan de M-receptoren. Het zorgt ervoor dat de dromotropie omlaag gaat en voor vasodilatatie

• Voor welke receptor heeft norepinefrine het meeste activiteit en wat zijn de effecten van deze binding?

  Norepinefrine bindt het liefst aan de alfa-1  receptoren maar kan ook binden aan de beta-1 receptoren. 
  Wanneer het voornamelijk bindt aan de alfareceptoren heeft het een vasoconstricterend effect. Wanneer het voornamelijk bindt aan de beta-2 receptoren heeft het een vasodilaterend effect.  
  Wanneer het bindt aan de beta-1, gaat de inotropie omhoog in het hart
  Wanneer het bindt aan beta-2 gaat chronotropie omhoog in het hart
  wanneer het bindt aan alfa-1 gaat ook de chronotropie omhoog in het hart

• wat gebeurt er wanneer de epinefrine receptor wordt geactiveerd?

  er wordt cyclisch AMP geproduceerd binnen de cel. Dit kan ionkanalen fosforyleren. De instroom van positieve ionen zal toenemen en fase 4 gaat omhoog en zal eerder de drempel bereiken, de hartfrequentie gaat omhoog

• wat gebeurt er wanneer acetylcholine receptoren worden geactiveerd?

  het kaliumionkanaal wordt gefosforyleerd en meer kalium gaat de cel uit. Hierdoor duurt fase 4 langer en gaat de hartfrequentie omlaag.

• wat is de invloed van propanol?

  het sympatische effect neemt af, de hartslag gaat omlaag
  dit komt doordat beta receptoren worden geblokkeerd

• wat is de invloed van atropine?

  het parasympatische effect neemt af en de hartslag neemt toe

• wat is de nucleus tractus solitarii?

  hier worden alle invloeden op de hartfrequentie geïntegreerd end it bepaald de activiteitenbalans tussen de sympaticus en de parasympaticus