Motoriek en motorische stoornissen

48 belangrijke vragen over Motoriek en motorische stoornissen

Wa is de functie van het cerebellum?

Coordinatie
- Zorgt voor vloeiende bewegingen (tijd, tempo, richting, kracht etc)
- Zorgt voor planning, uitvoering en controle van willekeurige bewegingen
- Heeft rol in motorische leerprocessen
- heeft rol in aandacht.

Wat voor testen kan je uitvoeren om problemen in het cerebellum te testen? (ataxie)?

- coordinatiestoornissen (top-neus, knie-hiel)
- dysdiadochokinese
- breed gangspoor
- intentietremor
- proef van romberg
- Schrijven, spreken,

Benoem 5 cerebellaire stoornis groepen

- vasculair (bloeding, infarct)
- Tumor
- Abces
- Intoxicatie (alcohol)
- Degeneratief (MSA-C)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de 4 hoofdgroepen van het CZS?

  1. De grote hersenen (cerebrum)
  2. De kleine hersenen (cerebellum)
  3. De hersenstam (truncus cerebri)
  4. Het ruggenmerg (medulla spinalis)

    CZS ligt binnen de holte van de schedel en in de wervelkolom

Waar kunnen de motorische impulsen (efferent) in verdeeld worden?

- Somatisch (willerkeurig)
- Autonoom (automatisch)

Wat voor typen neuronen zijn er?

  • Sensorische zenuwen
  • Motorische zenuwen
  • Interneuronen/schakelcellen: verbinden sensorische en motorische neuronen aan elkaar of verbinden schakelcellen zelf aan elkaar. Dit gebeurt binnen het CZS

Hoe vind de overdracht plaats in een synaps?

Zenuwoverdracht gebeurt door deporalisatie van ionen en acetylcholine met neurotransmissie tot gevolg

Wat is een cholinergische werking?

Prikkeloverdracht waarbij acetylcholine afgescheden wordt bij een overdracht van een impuls bij de parasympaticus en motorische zenuwen

Hoe vindt een actiepotentiaal plaats in een synaps?

Een zenuwcel is in rust gepolariseerd ( cel is negatief geladen). Wanneer actiepotentiaal plaatsvindt openen de natriumkanalen waardoor natrium de cel in stroomt en de cel hierdoor positief geladen wordt. Dan krijg je deporalisatie. Vervolgens vindt er een overlap plaats waarbij kalium, welke in de cel zit en ook positief geladen is, de cel uitreedt.
De piek is bereikt. Er vindt vanaf dat moment poging tot reporalisatie plaats door kalium uitstroom te bevorderen met daarbij inhibitie vna de Natrium influx de cel terug is gekeerd naar de aanvakelijke situatie, het is ge-reporaliseert.

Hoe worden de piramidale banen ook wel genoemd?

Corticospinale banensysteem

Welke 2 groepen/structuren zijn betrokken bij de motoriek?

1. Directe corticospinale banen waarvan de CMN + PMN
2. Indirecte corticospinale banen

Motorische impulsen komen binnen via de efferente gedeelte. In welke 2 groepen kan je de motorische zenuwstelsel indelen?

1. Somatische zenuwstelsel > skeletspier
2. Autonoom zenuwstelsel > Parasympatisch/ Sympatisch ( gladde spier, hartspier, klieren en vetweefsel

Benoem de 3 motorische banen die de skeletspieren aansturen

1. Corticospinale baan > bewuste aansturing
2. Mediale en laterale banen > indirecte, onbewuste aansturing. Ook wel extra piramidale banen genoemd.

De extrapiramidale systeem zorgt voor onbewuste aansturing van een bepaalde beweging. Welk onderdeel in de hersenen zijn belangrijk voor de extrapiramidale systeem?

Basale ganglia

De basale kernen bestaan uit 5 onderdelen. Benoem ze

Striatum:  Nucleus caudatus, putamen
  1. globus pallidus
  2. substanstia nigra
  3. nuclues hypothalamus

Deze basale kernen liggen deels om de thalamus en een aantal net daar onder. De basale kernen communiceren nauw met de thalamus en op zijn beurt met de cerebellum (coordinatie en evenwicht) dit om motorische input op elkaar af te stemmen.

Voor wat zorgt de basale kernen?

Voor de onbewuste regulering van de tonus van de skeletspieren en coordineren van aangeleerde bewegingspatronen.

Maak af:
De ...... Liggen in de grijze stof en de ........ Liggen in de witte stof.

De celkerneen liggen in de grijze stof en de axonen liggen in de witte stof.
Dit betekend dat de celkernen in de CMN in de cortex liggen en de celkernen in de PMN in de centrale deel van de spinal cord en dit maakt de vlinder

Waar verlaat de PMN het ruggenmerg?

Via de ventrale wortel

Beschrijf hoe de motorische impuls vanuit de gyrus precentralis de spier bereikt. (kruising, synaps etc)

Afbeelding zoeken!

Geef aan welke structuren betrokken zijn bij de sturing van de motoriek.

  1. Gyrus precentralis
  2. tractus corticospinalis lat
  3. motorische voorhoorn (PMN)
  4. Radix ventralis
  5. N. Spinalis
  6. Plexus
  7. Perifere zenuw
  8. Neuromusculaire synaps / spier

Wat wordt verstaan onder extrapiramidale systeem

Alle hersendelen buiten de piramidebaan. De term is niet anatomisch gedefinieerd. In de praktijk bvedoelt men met het extrapiramidale systeem de basale ganglia. Ook het cerebellum behoren tot het extrapiramidaal systeem.

Beschrijf/teken hoe de vitale banen lopen/kruisen

Zie afbeelding

Hoe test je hersenzenuw 2 (opticus)

- letterkaart (op indicatie)
- Pupilreflex (direct/indirect)
- Gezichtsveldonderzoek
- Papil: funduscopie (op indicatie  

SENSORISCH

Hoe test je hersenzenuw 3 (oculomotorius) ?

MOTORISCH

- Oogstand
- Oogvolgbewegingen
- Ptosis
- Pupilreflex (efferent)> ook bij zenuw 2 getest

Hoe test je hersenzenuw 5 (trigeminus)

MOTORISCH/SENSORISCH

- Sensibiliteit 3 takken
- Corneareflex
- Kauwmusculatuur (met spatel)

Hoe test je hersenzenuw 10 (vagus)

SENSORISCH EN MOTORISCH

  - slikonderzoek: op indicatie
- symmetrie pharynxbogen
- uvula in midline
- hees spreken
- N. Reccurens (aftakking van n.vagus

Hoe test je hersenzenuw 11 (accessoires)

- hoofd indraaien tegen weerstand
- schouders heffen tegen weerstand

Benoem de symptomen die wijzen op een beschadiging van het PMN en idem voor het CMN.
Denk aan: atrofie, fasciculaties, tonus, spierrekkingsreflexen, voetzoolreflex

Zie afbeelding

Wat zijn perifeer motorische neuronen en waar liggen ze?

Met deze algemene term worden de motorneuronen bedoeld waarvan de cellichamen in de voorhoorn van het ruggenmerg liggen en in de motorische hersenzenuwkernen in de hersenstam.De axonen verlopen via de ventrale wortels, ventrale rami, plexus en perifere zenuwen tot aan individuele spiervezels, waarmee ze via de motorische eindplaat (neuromusculaire overgang) contact maken

De cellichamen van de PMN liggen dus in het centrale zenuwstelsel (ruggenmerg en hersenstam)  

Wat is een afferente input en een Efferente output?

Afferente neuronen sturen informatie naar de hersenen toe > naar het CZS toe > sensorische input
Efferente neuronen sturen informatie naar een effector > van het CZS af > motorische output.

Perifere zenuwen kunnen geisoeerd of difuus zijn aangedaan. Wat is het verschil tussen mono en polyneuropathie?

. Bij een enkele geïsoleerd aangedane zenuw spreekt men van een mononeuropathie. Wanneer meerdere perifere zenuwen verspreid zijn aangedaan, wordt de term multipele mononeuropathie gebruikt. Bij diffuse afwijkingen spreekt men van polyneuropathie. Aangezien de meeste perifere zenuwen gemengd motorisch-sensibel zijn, is er bij neuropathieën meestal een combinatie van motorische en sensibele uitval, in de distributie van de aangedane zenuwen, of meer diffuus bij een polyneuropathie

Wat is het belangrijkste symptoom van aandoeningen van het CMN?

Parese (krachtsverlies)

Bij een probleem van het CMN kan je last hebben van hyperreflexie. Waardoor komt dit?

Omdat onder het niveau van de laesie de segmentale reflexbogen van sensibele receptoren (waaronder spierspoeltjes) naar de spier nog intact zijn, zijn reflexmatige bewegingen, zoals spierrekkingsreflexen of terugtrekreacties door pijnprikkels, nog mogelijk (bv. voetzoolreflex). Vaak Hyperreflexie doordat de centrale inhibitie van de reflexboog minder is

Wat houden de volgende begrippen in?
hemiparese
tetraparese
paraparese

Hemiparese: contralaterale parese van mondhoek, arm of been
Tetraparese: uitgebreide laesie dubbelzijdig: beide armen & benen
Paraparese: bij stamlaesies of hoog cervicaal: beide benen

Wanneer is je babinski test positief? En wat kan er aan de hand zijn?

Positief bij extensie van de grote teen dit komt doordat er bij een piramidebaanlaesie de terugtrekrespons sterker dan normaal is.

Sensibele stoornissen gaan vaak gepaard met mototische stoornissen. Leg uit waarom

In de eerste plaats omdat de sensibele en motorische systemen van perifere zenuwen tot aan de cerebrale cortex vaak dicht bij elkaar lopen. De meeste perifere zenuwen bevatten zowel sensibele als motorische vezels, en bij een zenuwletsel komen daarom meestal zowel sensibiliteitsstoornissen als paresen voor in de distributie van de betreffende zenuw.
In de tweede plaats omdat somatosensibele terugkoppeling onontbeerlijk(essentieel) is voor een adequate motoriek: stoornissen die beperkt zijn tot het sensibele domein kunnen leiden tot stoornissen in de motoriek, zonder dat het motorische systeem primair is aangedaan (zoals sensorische ataxie)

Waarom moet je bij een hyperreflexie denken dat aan een probleem in het Centrale zenuwstelsel?

Hoge reflexen wijzen op een aandoening in het centrale zenuwstelsel (ruggenmerg of hersenen), want de motorische voorhoorncel wordt inhiberend beïnvloed vanuit de tractus corticospinalis (piramidebaan). Wanneer deze centrale invloed afneemt, wordt door een onbekend mechanisme de voorhoorncel gevoeliger voor de stimulatie uit het spierspoeltje en daardoor wordt de reflex heftiger. Een vergelijkbaar mechanisme treedt op bij hypertoni

Wat kan er aan de hand zijn bij een hyporeflexie?

Lage reflexen zijn te verwachten wanneer het signaal ergens in het perifere zenuwstelsel verstoord wordt (bijv. in de zenuw of in de dorsale of ventrale wortel). Een afwezige reflex kan veroorzaakt worden door een laesie van de perifere zenuw, een laesie van het centrale deel (spinale segment) van de reflexboog, het acute stadium van een dwarslaesie of een diep coma.

Hoe defferentieer je tussen cerebelaire en sensibele ataxie?

Cerebellair: stoornis in het cerebellum die de beweging coordineert en zorgt dat het soepel verloopt.
Mensen met cerebellaire ataxie hebben moeite met het reguleren van de kracht, de reikwijdte, de richting, de snelheid en het ritme van spierbewegingen. Daarnaast hebben mensen vaak een instabiele gang, moeite met oogbewegingen, dysartrie, dysfagie, hypotonie, dysmetrie en dysdiadochokinese.
Sensorische ataxie: ontbreken van het besef waar de ledematen zich bevinden ten opzichte van het lichaam. Ontstaat meestal door schade aan de dorsale kan van het ruggenmerg.
Klachten: "stompende"loopgang en een wankel evenwicht. (proef van romberg)

Wat is de rol van de basale ganglia en wat zijn de gevolgen van aandoeningen van de basale ganglia voor de beweging?

het initiëren en beëindigen van complexe bewegingen en het vlot omschakelen van de ene naar de andere handeling als de externe omstandigheden of de intenties van de persoon dat vereisen.                                                         
Aandoeningen van de basale kernen (ook wel extrapiramidale ziekten) kunnen leiden tot een afname van de spontane motoriek en verhoging van de spiertonus (hypokinetisch-rigide syndroom), tot het optreden van ongewilde bewegingen (hyperkinesie, dyskinesieën) of tot een combinatie van deze twee. Deze stoornissen worden tezamen vaak bewegingsstoornissen genoemd

Welke testen gebruik je om aandoeningen van de basale ganglia aan te tonen

Rigiditeit: verhoogde weerstand bij passief bewegen van een arm of been door een verhoogde spiertonus in zowel agonist als antagonist gedurende het gehele traject.

Houdingsstoornissen: wordt veroorzaakt door de verhoogde tonus in de nek- en rompmusculatuur. Bij een hypokinetisch-rigide syndroom zijn de romp en het hoofd voorovergebogen en staat de patient met licht gebogen knieen en heupen en hangen de licht gebogen armen tegen het lichaam. Ook ontstaan er veel valpartijen.

Wat voor testen kan je uitvoeren om de motoriek te testen?

1. Inspectie
2. Onwillekeurige bewegingen
3. Bewegingsmogelijkheden actief/passief
4. Tonus
5. Kracht
6 Proef van Barre

De kracht kan gegradeerd worden middels een scorelijst. Hoe heet deze score lijst en waar kan je op score?

MRC 0-5

Wat zijn de globale functionele testen om de motoriek te testen?

Hakken/tenen lopen
Op 1 been staan
Kniebuigingen
Barre (handen uitsteken en ogen dicht (hand mag niet naar binnen draaien)

Hoe kan je de sensibiliteit testen? Denk aan vitaal en gnostisch

Vitaal: pijnzin, temperatuurszin
Sensibel: Aanrakingszin;
vibratiezin: stemvork op malleolus, normaal wordt ieder trilling gevoeld.
Positie/bewegingszin: normaal worden subtiele bewegingen al opgemerkt, Afwijkend als men alleen de grove bewegingen opmerkt
Stereognosie

Hoe kan je de coordinatie testen?

Vingertop-proef
Vingertop-neus-proef: vloeiende beweging
Knie-hak-proef
Disdiadochokinese: vloeiende draaibewegingen met de hand
koordansersgang
Proef van romberg: ogen dicht blijven staan
Lopen/gangspoor

De reflexen kunnen gegradeerd worden volgende de deep tendon reflex scorelijst. Beschrijf de punten waarop je scoort

Zie afbeelding

Wat gebeurd er als je occulomotorius uitvalt?

Pupillen worden wijder

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo