Neuromarketing en innovaties
8 belangrijke vragen over Neuromarketing en innovaties
Verschillende soorten innovaties hebben verschillende soorten effecten op het gedrag van de klant. Hoe zit dit?
1. Continue innovaties (zeer beperkte invloed op gedrag klant): productverbeteringen, bijv shampoo met nieuwe formule
2. Dynamisch continue innovaties (redelijke invloed op gedrag klant): kenmerken van bestaand product worden daadwerkelijk veranderd, bijv van computer naar laptop
3. Discontinue innovaties (enorme invloed op gedrag klant): radicale innovaties, bijv van fax naar computer of van fiets naar auto of chatgpt.
Het model van Rogers (1983) laat zien dat een klant een aantal stappen doorloopt mbt het adopteren van de innovatie. Welke stappen zijn dit?
2. Het vormen van een attitude tov de innovatie
3. Bij een positieve attitude: adoptie, negatieve attitude: verwerping
4. Het in gebruik nemen van de innovatie.
5. Het bevestigen van de beslissing mbt het gebruik van de innovatie.
Cruciaal voor de adoptie van de innovatie is dus de attitude die de klant vormt.
De innovatiespiraal is een proces dat aangewakkerd wordt door concurrentie en hierdoor kunnen negatieve effecten optreden. Hoe ziet deze eruit?
2. Toenemend aantal innovaties ->
3. Innovatie-overkill bij klant (ziet geen onderscheid meer) ->
4. Kleinere impact van innovaties door overkill, waardoor er weer grotere behoefte is tot innoveren. ^
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
In plaats van terecht komen in een innovatiespiraal, is het beter om gebruik te maken van synergetische marketing. Wat houdt dit in?
Dit kan bereikt worden door bijvoorbeeld:
- crowdfunding: de klant wordt als het ware een onderdeel van de organisatie
- cocreatie: gezamenlijk met de klant het proces van productontwikkeling ingaan (patatje joppie)
Op dit moment wordt neuro-onderzoek vooral post-design toegepast, dus wanneer iets al volledig ontworpen is. Kan dit ook anders?
Customer insights actief meenemen tijdens de ontwikkeling van innovaties kan ervoor zorgen dat de innovaties vermarkt worden met een grotere potentie van commercieel succes.
Zo'n vijftig tot tachtig procent van alle innovaties commercieel mislukt. Welke redenen zijn hiervoor?
2. Loss-aversion: mensen hebben een hekel aan verlies en gaan het risico van een innovatief product niet graag aan.
3. Change-aversion: mensen hebben een afkeer van verandering, omdat dit veel cognitieve energie kost.
Uit onderzoek blijkt dat een innovatie de potentie heeft succesvol te zijn als deze relatief voordeel brengt voor de klant en inpasbaar is in de levensstijl van de klant (Berns, 2010; Nederstigt & Poiesz, 2014). Wat betekent dit?
Inpasbaarheid = heeft betrekking op de mate waarin de innovatie als vanzelfsprekend past in de patronen van de klant.
Het MAYA-principe (Loewy, 1951) en het advies van Berns (2010) kunnen goed samen gecombineerd worden. Hoe zit dit?
Bij een jongere doelgroep met een erg actief dopaminesysteem: accent op vernieuwend
Bij een oudere doelgroep: accent op vertrouwd.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden