Het meten van cognitieve veranderingen over tijd
8 belangrijke vragen over Het meten van cognitieve veranderingen over tijd
Wanneer is er sprake van een werkelijke verandering?
Door welke twee methodologische problemen wordt de interpretatie van een verschilscore bemoeilijkt?
- de instabiliteit van de afzonderlijke testscores als gevolg van meetfouten (niet systematisch)
- verschuivingen in testscores bij herhaald testen als gevolg van leereffecten (systematisch)
Zijn leereffecten afhankelijk van de betrouwbaarheid van een test?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is wel een bepalende factor voor het leereffect? Geef voorbeeld.
Waaruit bestaan de teller en de noemer bij het berekenen van het quotiënt voor cognitieve verandering?
- teller: maat voor het verschil tussen de pretestscore en de posttestscore
- noemer: criteriummaat.
- Als teller groter is dan de noemer is er sprake van verandering.
Welke statistische methoden houden rekening met zowel de meetfouten als het leereffect?
- de Reliable Change Index van Chelune en collega's (RCIChelune)
- de Reliable Change Index van Bruggemans en collega's. Ook regressie naar het gemiddelde
- de Regression Based Index van McSweeny en collega's. Ook regressie naar het middelde
- De Regression Based Index van Maassen en collega's. Ook regressie naar het gemiddelde.
- de Multiple Regression Based Index van Temkin en collega's. Ook regressie naar het gemiddelde.
Welke afwegingen moeten er worden gemaakt voor het kiezen van de index?
- kenmerken van een test;
- beschikbaarheid referentie gegevens
- probleem van veelvuldig toetsen
Wanneer wordt de nauwkeurigheid van alle indices bedreigd?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden