Samenvatting: Neurorevalidatie Blok 2.3
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Neurorevalidatie Blok 2.3
-
1 Neurorevalidatie
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe werkt het proces van korte en lange termijn plasticiteit?
Korte termijn: Is een tijdelijke korte termijn aanpassingen zodat je efficiënter wordt en je in de volgende situatie sneller kan aanpassen
Lange termijn plasticiteit: Je krijgt een structurele verandering. Synapsen verdwijnen en je krijgt een verdikkingen en versnelling tussen veel gebruikte connecties. Hierdoor kunnen bewegingen geautomatiseerd worden -
Welke 3 onderdelen bevatten neuropsychologisch het proces van leren?
1. Het opslaan van informatie (herinneren)
Opslaan van informatie in het lange termijn geheugenmgaat via de hippocampus en amygdala
2. Aanpassingen van de hersenen
Het maken van nieuwe en snellere verbindingen
3. Anticiperen (cognitief en motorisch)
Via het cerebellum die feedforward geeft over een beweging -
Welke veranderingen vinden er in de hersenen plaats bij opslag in het lange termijn geheugen?
Functionele veranderingen: Efficiëntie van het brein
Structurele veranderingen: Nieuwe verbindingen worden gemaakt + Oude verbindingen verdwijnen omdat (Use it or lose it principe)
De toegang tot het geheugen = hypocampus
Geheugen wordt in meerdere gedeeltes op meerdere plekken in de tertiaire cortex opgeslagen. -
Wat gebeurt er als je een dubbele prikkel krijgt door sensitisatie?
Bij sensitisatie heb je te maken met een dubbele prikkel die in feite niks met elkaar te maken hebben. Doordat ze tegelijk ontstaan maken de hersenen een connectie tussen de prikkels waardoor de reactie er op sterker is.
Op lange termijn treed er een leerproces op en ontstaan er nieuwe synapsen, een groter aantal receptoren op het post synaptisch membraan. Dit mechanisme komt vooral voor bij chronische pijnpatienten -
Wat gebeurt er bij het leerproces klassiek conditioneren?
Pavlov, (hond met de bel)
Neurofysiologie:
Het combineren van een Geconditioneerde stimuli (kwijlen bij het zien of ruiken van eten). met de ongeconditioneerde stimuli (De bel) Deze convergeren op hetzelfde neuron kort achter elkaar. En de ongeconditioneerde stimuli wordt geconditioneerd. -
Leg het proces van operant conditioneren uit
Een respons wordt gevolgd door een bekrachtiger of een bestraffer
Zelfde principe als klassiek conditioneren maar de stimulus is niet psychologisch maar sociaal (gedrag). -
Welke input geven Mosvezels en Klimvezels het cerebellum bij procedureel leren?
Mosvezels geven informatie door over de beweging (feedforward)
Klimvezels zorgen voor een error-detection zodat dit error signaal kan worden bijgestuurt en de beweging beter verloopt. -
Wat zijn de 3 fasen van het motorisch leren?
1. Cognitieve fase
Beweging moet nog worden aangeleerd, veel aanwijzingen
2. Associatieve fase
Beweging kan zelf gemaakt worden maar gaat nog nog automatisch
3. Autonome fase
De beweging gaat automatisch -
Welke delen van het CZS zijn betrokken bij bewegen?
1. Corticospinaal systeem:
bewuste, aangeleerde, ingewikkelde, sterke en georganiseerde bewegingen.
Bij uitval: verlies van beheerste vrijwillige beweging, spasticiteit en verandering in
reflex (willekeurige beweging)
2. Extrapyramidaal systeem:
snelle, vloeiende bewegingen van wat het corticospinale systeem heeft gegenereerd.
Bij uitval: bradykinesie, stijfheid, verkeerde uitvoering van bewegingen (rusttremor)
3. Cerebellum:
coordineren van vloeiende en aangelereede bewegingen vanuit het corticospinale systeem. Ook in de houding en het balans.
Bij uitval: onstabiele en schokkeringe bewegingen, verlies van propriocepsis, actietremor, coordinatieprobleem. -
2 Klinimetrie
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat meet je met het evaluatieve meetinstrument de Motricity Index?
Met de Motricity Index meet je de mate van hemiplegie van zowel de armen als de benen. Je kijkt naar de mogelijkheid willekeurig te bewegen en naar de maximale isometrische kracht van de arm en been. De test bestaat uit 6 bewegingen verdeeld over 6 gewrichten. Een hoge score op de Motricity Index komt overeen met een hoge mate van kracht.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden