Craniale zenuwen - Uitvalsverschijnselen

3 belangrijke vragen over Craniale zenuwen - Uitvalsverschijnselen

Uitvalsverschijnselen in het innervatiegebied van craniale zenuw X.

10. Nervus vagus (craniale zenuw X)
  • Functie: Motorisch voor de slokdarm, keel en stembanden. Sensibel voor het gebied rond het strottenhoofd en de thorax/abdomen.
  • Uitvalsverschijnselen:
    • Verlies van keel- en strottenklepreflex.
    • Dysphonie (stembandverlamming).
    • Keelzwakte met sluikend tijdens het slikken.
    • Verlamming van de zachte verhemelte (komt tot uiting in een verschuiving van het uvula naar de gezonde zijde).

Uitvalsverschijnselen in het innervatiegebied van craniale zenuw XI.

11. Nervus accessorius (craniale zenuw XI)
  • Functie: Motorisch voor de m. sternocleidomastoideus en m. trapezius.
  • Uitvalsverschijnselen:
    • Verzwakking van nekrotaties naar de contralaterale zijde.
    • Verlies van schouderoprichting (bij bijvoorbeeld letsel aan de nervus accessorius).

Uitvalsverschijnselen in het innervatiegebied van craniale zenuw XII.

12. Nervus hypoglossus (craniale zenuw XII)
  • Functie: Motorisch voor de tongspieren.
  • Uitvalsverschijnselen:
    • Ipsilaterale tongzwakte (tong wordt naar de aangedane zijde geduwd bij uitval).
    • Atrofie en fasciculaties van de tongspieren aan de aangedane zijde.
    • Dysartrie (spraakstoornis) kan optreden bij langdurige uitval.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo