As bepaling
7 belangrijke vragen over As bepaling
Bereken de grootte van het verstrooiingsfiguur als:
O.o.l 22,5 mm is, horizontale sterkte +56,50 dpt is, verticale sterkte +55,00 dpt is en de diameter van de pupil 7 mm is.
o.o.l is 22,5 mm, systeemsterkte +56,50 dpt en pupil diameter 7 mm.
1350:56,50=23,89 mm (f' oog)
diameter verstrooiingsfiguur= diameter pupil x (f'oog-o.o.l)
f'oog
0,41 mm= 7 x (23,89-22,5)
23,89
In de 90 graden
o.o.l is 22,5 mm, systeemsterkte +55,00 dpt en pupil diameter 7 mm.
1350:55=24,55 mm (f' oog)
diameter verstrooiingsfiguur= diameter pupil x (f'oog-o.o.l)
f'oog
0,58 mm= 7 x (24,55-22,5)
24,55
Je hebt een sterkte van S+4,75 C-1,50 as 90 met een accommodatie van +3,00 dpt. Maak een refractie schema waarin je de sferische refractie uitvoert en de achterste brandlijn 0,50 dpt voor het netvlies ligt. Vervolgens zet je 2 cilinder glazen er in. 1 glas met C-1,00 as 90 graden en 1 glas C-2,00 as 90 graden.
Hoe kun je controleren of je achterste brandlijn echt voor het netvlies ligt?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe kom je te weten of er sprake is van cornea of lens astigmatisme?
Wat zijn de eisen waar een refractie ruimte aan moet voldoen?
Wat is een subjectieve en objectieve meting?
Objectief: Met de autorefractor
Wat gaat er fout als je niet genoeg geneveld hebt? Teken dit in een refractieschema en leg het uit.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden